Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Railroad to nowhere

Surrealistische kolder, kleurrijke kitsch en rare snuiters: Wes Anderson duwt ze dit keer samen op een trein in India, maar het blijkt een boemel die nooit op gang komt.

Wes Anderson met Owen Wilson, Adrien Brody, Jason Schwartzman, Angelica Huston, Bill Murray

Drie slecht communicerende broers met mommy and daddy-issues, exotische plaatjes vol kleurrijke kitsch en rare snuiters, plus een geluidsband waarop vooral veel melancholische Americana te horen is: veel is er in mondo Anderson nog niet veranderd, ook al wordt zijn vijfde langspeler door nogal wat critici zijn meest mature genoemd én een rehabilitatie na de dik gebudgetteerde studioflop The Life Aquatic with Steve Zissou.

Met het verhaaltje op zich is niks mis. Dat gaat – alwéér – over drie van elkaar vervreemde broers (Wilson, Brody en Schwarztman) die sinds de begrafenis van hun vader niet meer met elkaar gesproken hebben en onder impuls van de oudste – frat pack-komiek Owen Wilson met zijn hoofd in een verband – op treinreis door India trekken in de hoop aldus tot elkaar en tot spirituele rijpheid te komen.

Het startschot voor een bitterzoete railroadmovie over je overtollige psychologische bagage overboord kieperen, liefde, vriendschap en loyaliteit, denk je dan. Tot Anderson weer eens al zijn formalistische kunstjes – plotse zijwaarste pans, streng symmetrische breedbeeldcomposities en montagestukjes met beschouwende (pop)muziek – tot in den treure blijkt te herhalen, en de film steeds meer ontspoort tot een hopeloos zelfbewuste, pseudozwaarwichtige dramedy waarin excentriciteit met diepgang, en cinefiele citaten (de knipogen naar de Indiase arthousemaestro Satyajit Ray) met auteurschap worden verward.

Net als in The Life Aquatic, Rushmore en The Royal Tenenbaums – nog steeds zijn beste – weet Anderson zijn potentieel ook dit keer nooit écht waar te maken, ook al is het talent van de Amerikaanse deadpanmaestro onmiskenbaar. Let bijvoorbeeld op de levendige openingssequens waarin een handelsreiziger (Andersonhabitué Bill Murray) alsnog op de zich in gang trekkende Darjeeling Limited probeert te springen, waarop de camera naar Adrien Brody switcht en Murrays personage voorgoed uit de film verdwijnt – een typisch Andersonschijnmanoeuvre. Of op de rituele sessie te midden van de Indiase woestijn waarin de passages met de geblutste Wilson, zijn recente zelfmoordpoging indachtig, plots ongewild een therapeutische kracht krijgen. Aardige scènes, kleurrijk omkaderd en leuk geschreven, al gaat het finaal nergens naartoe en wordt het hoog tijd dat Anderson zijn carrière op een ander spoor zet.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content