THE CONGRESS

© PIET GOETHALS

In zijn overrompelende Waltz with Bashir blikte hij terug op het bloedbad in Sabra en Shatila. In zijn nieuwe, The Congress, kijkt de Israëlische regisseur Ari Folman vooruit en laat hij Robin Wright walsen tussen de vieze werkelijkheid en een gehallucineerd paradijs. ‘Pure sciencefiction? Was dat maar waar.’

The Congress is animatie, but not as we know it. In Folmans nieuwe film, losjes gebaseerd op Het Kongres (1982) van Solaris-auteur Stanislaw Lem, speelt Robin Wright een actrice met al enige jaren op de teller die ermee instemt dat een studio een volledige digitale versie van haarzelf maakt. Ze stemt ermee in dat ze geen enkel recht kan laten gelden op wat er met haar gepixelde alter ego gebeurt en dat ze zal stoppen met acteren. De eerste helft bevat live-action, de tweede ontbindt alle animatieduivels – en dat is niet altijd makkelijk te volgen.

The Congress is een uitdaging voor de kijker’, beaamt Folman. ‘Zelf had ik dat pas door toen de film af was. Sommigen zien er een trip in, houden vooral van de fantasy. Anderen noemen het de droevigste film in lange tijd. Ik bied je een rit in een bobslee aan en Robin Wright zit vooraan. De wereld waarin Wright en jij starten, is niet die waarin jullie eindigen. Daar hou ik van. Daarom maak ik films.’ Om u een idee te geven van waar die bobslee allemaal langs scheert: ter voorbereiding van dit interview heeft ondergetekende niet alleen Lems Kongres herlezen, The Princess Bride (met de vinger op fast forward) herbekeken, Bob Dylans Forever Young herbeluisterd en het syndroom van Usher gegoogled. Fasten your seatbelts!

Waar staat Lem voor jou in de pikorde van grote sciencefictionschrijvers?

ARI FOLMAN: Op de eerste plaats. Lem wordt de Oost-Europese Philip K. Dick genoemd maar volgens mij is hij beter. Dick schreef compulsief. Aan Ubik of de Valis-trilogie schreef hij soms zestig, zeventig uren aan een stuk. Hij streefde geen perfectie na. Lem heeft lang zoveel niet geschreven maar is veelzijdiger. Het Kongres is erg grappig terwijl Solaris (1972) de meeste filosofische der sf-romans is.

Lem las ik voor het eerst toen ik zestien was. Natuurlijk was dat met andere ogen. Op je zestiende begin je joints smoren en daar lijkt Het Kongres wel bij te passen. Het heeft een hoog drugs-, fantasy- en fungehalte. Lem lezen was cool, al kenden we dat woord toen nog niet. Later ontdekte ik de diepere lagen, zoals de allegorie van het communistisch tijdperk. Het belangrijkste thema is de zoektocht naar identiteit.

Erg dicht ben je nochtans niet bij het boek gebleven.

FOLMAN: Het grote gevaar als je een klassieker verfilmt, is dat je gevangen raakt in steriel eerbetoon. Zéker als je er zelf verslingerd aan bent. Maar een filmregisseur die niet durft af te wijken van het boek is geen knip voor de neus waard. Je moet jezelf vrijheid gunnen. Ik wist dat ik Het Kongres wilde verfilmen en had mijn zinnen gezet op een combinatie van liveaction en animatie. Maar dat was het zowat. Voor de rest kon het alle kanten op.

Je betrekt er nieuwerwetse filmtechnologie bij, waarschuwt voor acteurs die gevraagd worden niet meer te acteren zodat de studio ongestoord hun gedigitaliseerde alter ego naar believen kan opvoeren. Pure sciencefiction mag ik hopen.

FOLMAN: Was dat maar waar! (lacht) Zoek op Youtube maar eens naar Light Stage 5 of sla er de TED-lezing op na en je zult zien dat we in een echte machine gefilmd hebben. Een privébedrijf ontwikkelde die in samenwerking met de University of Southern California. De demo die ik twee jaar geleden zag, was bijna perfect. Alleen het oog haperde, een foutje dat ik in de film overdrijf. Ondertussen zal dat wel al opgelost zijn. Die mensen zijn briljant. Zelfs jij herkent een acteur van vlees en bloed niet meer van een gescande acteur.

De cinematograaf en ik waren na een minuut in Light Stage 5 ziek van het geflits (van de led-lichten die gebruikt worden bij het ‘digitaliseren’ van een acteur, nvdr.). Ik weet niet hoe Robin Wright het zo lang in die kooi volgehouden heeft. Na de opnames zei ze wel dat de machine haar ziel uitgezogen had. Ze voelde zich zielloos.

Van die scanningscène onthouden we niet het geflits maar het acteergeweld van Robin Wright en Harvey Keitel. Laat je ze met opzet alles uit de kast halen?

FOLMAN:(grijnst) Uiteraard. Ik zet de tegenstelling in de verf tussen technologie en wat een acteur kan. Geen computerprogrammeur kan wat Keitel en Wright in die scène bekokstoven. Die nuances, die toewijding! Mooi meegenomen is dat ze uit verschillende acteertradities komen. Harvey is oldschool Actor’s Studio en New York. Het is alsof je als regisseur een sleutel hebt waarmee je hem kunt afstellen. Een kleine draai naar rechts en hupsakee, zijn spel is licht gewijzigd. Robin pakt het helemaal anders aan. Zij leest de scène aandachtig en durft vervolgens op haar intuïtie voort te gaan. Ze is gevoeliger.

Wat vonden Keitel en Wright van Light Stage?

FOLMAN: Wright kende de technologie van Beowulf – ze haat die film. Harvey Keitel vond zijn monoloog te lang en wilde hem niet brengen. Tot ik hem de demo’s van Light Stage 5 zien. Hij was totaal in shock.

In een van de virtuele werelden in de film barst het van de referenties. Stak je Magrittes man met bolhoed en appelhoofd ertussen bij wijze van knipoog naar het Belgisch aandeel in de film?

FOLMAN: België was inderdaad betrokken bij de animatie (de liveaction werd in de VS opgenomen, het tweede deel in Europa, nvdr. ). Ik beledig niemand als ik zeg dat de Belgen met voorsprong de beste waren. Maar het design besprak ik op mijn appartement in Tel Aviv met twee medewerkers. Om het leuk te houden maakten we er een spel van: voor elk bekend personage dat ik noemde, moesten zij er een noemen. Productiedesigner David Polonsky kwam met Magritte op de proppen.

Hou je eigenlijk van sciencefictionfilms?

FOLMAN: Mwaah. Minder. Ik daag je uit een top tien te maken van de beste sf-films. Je zult zien hoe moeilijk het is om aan tien te raken. Blade Runner, 2001: A Space Odyssey, de eerste Alien, Stalker, Solaris, de eerste Matrix. En dan? Er zijn nog vier plaatsen over. De films die ik net noemde, barsten van de ideeën én het zijn blijvers. Maar veel zijn dat er dus niet. Het genre bestaat vooral uit Transformers en consorten. Not my cup of tea.

THE CONGRESS

Vanaf 14/8 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Ari Folman

‘DE DIGITALISERINGSMACHINE IN

DE FILM, LIGHT STAGE 5, BESTAAT ECHT.

ROBIN WRIGHT VOELDE ZICH NA

DIE SCÈNES ALSOF DIE MACHINE

DE ZIEL UIT HAAR LIJF GEZOGEN HAD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content