The Card Counter

45 jaar nadat hij in Taxi Driver Vietnamveteraan Travis Bickle op wraakmissie stuurde door de zondige stadsjungle van New York, cast Paul Schrader een zekere William Tell in de rol van ‘God’s lonely man’. Sinds die terugkeerde uit Irak spendeert de ex-militair zijn monotone dagen en slapeloze nachten in casino’s om zich een anoniem bestaan bijeen te gokken. Tot een knul bij hem aanklopt die de zoon van diens overleden strijdmakker blijkt te zijn, en de kwelgeesten uit zijn verleden worden gewekt. Als vanouds duikt Schrader de schaduwkant van de Amerikaanse droom in, geeft hij genrecinema een metafysische knauw en varieert hij gretig op het schuld-en-boetemotief, dit keer in het zog van een flegmatieke, strak in de gel gegoten Oscar Isaac als wraakengel met een pokerface. Bovendien gooit de New Hollywood-veteraan zelfs faux footage uit de gevangenis van Abu Ghraib door de mix, met een onevenwichtig, soms stroef maar tegelijk intrigerend en koortsig resultaat. Het leven als een kaartspel, met Schrader als croupier en inquisiteur in een film die een gokkersdrama à la The Cincinnati Kid, een existentiële gangsterthriller in de slipstream van Jean-Pierre Melville, een bressoniaans essay en knullige huisvlijt combineert.