THE BUTLER

The Butler, een historisch drama over racisme en burgerrechten, beroert sinds de Amerikaanse release de gemoederen, om het zacht uit te drukken. Een dubbelinterview met regisseur Lee Daniels en hoofdrolspeler Forest Whitaker. ‘Iedereen tevredenstellen: dat is pas een onmogelijke droom!’

Forest Whitaker en Lee Daniels lijken recentelijk omgeschoold tot gebrevetteerde onruststokers. Met tweemaal 1,90 meter had het Afro-Amerikaanse duo veel bekijks toen het vorige week door de straten van de Normandische badstad Deauville paradeerde tijdens het Festival du Cinéma Américain. ‘Het lijkt wel of ze hier nog nooit een zwarte hebben gezien, laat staan twee’, buldert Daniels.

Ook in eigen land hebben Whit-aker, die een Oscar won voor zijn rol in The Last King of Scotland, en Pre-cious-cineast Daniels de afgelopen maand het nodige stof doen opwaaien. The Butler, hun op feiten gebaseerde drama over een zwarte Witte Huisbediende die voor maar liefst acht presidenten heeft gewerkt en tijdens zijn loopbaan de burgerrechtenbeweging drastische veranderingen zag afdwingen, lokt immers de meest uiteenlopende reacties uit.

Enerzijds is de film een verrassend commercieel succes – twee opeenvolgende weekends aan de top van de box office – dat nu al getipt wordt als Oscarfavoriet. Anderzijds wordt het controverselijstje met de dag langer. Vietnamveteranen riepen op tot een boycot omdat antimilitarisme-icoon Jane Fonda gecast werd als Nancy Reagan. De erven-Reagan zijn allesbehalve gediend met de in hun ogen racistische portrettering van Ronald. En de zwarte acteur Harry Lennix noemde de film een ‘niggerfication’ van de Amerikaanse geschiedenis.

Tijdens ons gesprek blijkt onmiddellijk dat Daniels de heisa niet aan zijn hart laat komen: ‘Volgens mij valt het allemaal best mee. Kijk maar naar de box office. Twee weken op nummer één: wie had dat ooit durven te denken? Bovendien hoor ik dat veel mensen de film opnieuw gaan zien en vrienden aanporren om mee te gaan. En let op: ik heb het niet alleen over zwarten. Dat ook blanken de film omarmen, vind ik misschien nog wel onze belangrijkste verwezenlijking.’

LEE DANIELS: Iedereen tevredenstellen, dát is pas een onmogelijke droom. Zeker als je een film over hete hangijzers maakt. De lijst met knettergekke kritieken wordt alsmaar langer. Zo vroeg een jonge journaliste me onlangs – doodserieus en verbeten – waarom ik in de film niet verwijs naar Hattie McDaniel, de zwarte actrice die een Oscar voor beste vrouwelijke bijrol won voor haar vertolking van Mammy in Gone with the Wind (1939). Daar stond ik met mijn mond vol tanden.

FOREST WHITAKER: Het is vooral spijtig dat dat kleine percentage van criticasters de luidste stem lijkt te hebben. Als je de media mag geloven, hebben we de controversieelste film aller tijden gemaakt. Praat echter met bioscoopminnend Amerika en het gaat over een van de meeslependste filmervaringen van het jaar. Eigenlijk ben ik best blij met het protest. Controverse leidt tot dialoog en daar kun je alleen maar van bijleren. Trouwens, als de familie Reagan zich niet druk had gemaakt over onze weergave van wijlen Ronald, had ik me pas écht zorgen gemaakt. (lacht)

In de film draaft een klein leger bekende blanke acteurs op in de presidentsrollen. Robin Williams speelt Eisenhower, Kennedy wordt vertolkt door James Marsden, Nixon door John Cusack. Vonden jullie dat soort van star power echt nodig?

DANIELS: Dat is een kwestie waar ik lang en diep over heb nagedacht. Enerzijds had ik schrik dat acteurs van dat kaliber niet volledig in hun personages zouden verdwijnen. Anderzijds wilde ik een zo breed mogelijk publiek bereiken. Je moet weten dat het ontzettend moeilijk is geweest om The Butler van de grond te krijgen. We hebben niet voor niets 41 producers – lees: geldschieters – op de titelrol staan. (lacht) Het laatste wat ik dan ook wilde, was een moeilijk arthousefilmpje afleveren.

Ondanks die vrees ben je er toch in geslaagd om alle acteurs volledig in hun president te laten verdwijnen. Hoe heb je dat geflikt?

DANIELS: Bedankt voor het compliment. Veel had te maken met het vinden van de juiste dosering. Dat is iets waar ik alsmaar beter in word. Als dit mijn eerste film was geweest, had het eindresultaat hoogstwaarschijnlijk iets van een dolle carnavalsstoet gehad. Dat hebben we gelukkig kunnen vermijden.

WHITAKER: Lee vergeet te vermelden dat hij een geweldig gedreven acteursregisseur is. Ik zag hem met werkelijk elke acteur op zoek gaan naar de essentie van diens personage. Zo’n overgave kom ik zelden tegen op een filmset.

Forest, je staat bekend voor je verregaande voorbereiding. Voor Bird trok je je bijvoorbeeld wekenlang terug in een karig ingericht loft, met alleen een saxofoon als gezelschap. Hoe stoomde je je klaar voor butler Cecil Gaines, een personage dat in de eerste plaats onzichtbaar moet zijn?

WHITAKER: Heb je een paar uur de tijd? (lacht) Man, dit was zonder twijfel een van de moeilijkste rollen uit mijn carrière. Ik moest al mijn bagage, alle trucs uit het verleden overboord gooien. Normaliter gaat acteren over emoties veruitwendigen, nu moest ik ze internaliseren. Lee heeft vaak op me moeten inpraten. ‘Geloof me, je gezicht spreekt boekdelen’, zei hij dan. ‘Het publiek zal weten wat je voelt.’

Het contrast met je bombastische vertolking van Idi Amin in The Last King of Scotland kon onmogelijk groter.

WHITAKER: Net daarom beschouw ik Idi en Cecil als twee zijden van dezelfde munt. Ze teren allebei op angst. De ene stelt zich op als de stoerste der krijgers wanneer hij zich bedreigd voelt. De andere gaat de dreiging net uit de weg door in de achtergrond te verdwijnen.

Lee, je doet na Precious (2009) opnieuw een beroep op Lenny Kravitz en Mariah Carey. Wat heb je toch met die twee popidolen?

DANIELS: Het zijn goede vrienden van me. Ze kennen me door en door. Dat zorgt voor een goede verstandhouding op de set. Als ik iets vraag, weten ze dat ik dat niet zomaar doe. Ze respecteren mijn visie. Bovendien zijn ze allebei stinkend rijk, waardoor ze tevreden zijn met een minimale verloning. (lacht)

En hoe kwam je bij Oprah Winfrey terecht?

DANIELS: Zij was een van de executive producers van Precious. Zonder haar hulp had ik die film nooit kunnen maken. I owed her big time. Vandaar dat ik haar de rol van Cecils drankzuchtige echtgenote heb aangeboden. Aanvankelijk zocht ze allerlei excuses om niet mee te moeten doen. ‘Nee, Lee. Ik moet mijn media-imperium runnen’, klonk het dan. Maar toen ik haar voor een testopname naast Forest zette, was er geen weg terug meer. De magie tussen die twee was gewoon te sterk.

WHITAKER: Hoewel ik Oprah al een tijdje kende, kon ik mijn ogen niet geloven toen ze op de set aankwam. Van haar enorme entourage was geen spoor te bekennen en tijdens de lunchpauze ging ze gewoon tussen de rest van cast en crew zitten. Het verbazingwekkendst van al: ze gaf zich volledig. Ze stelde zich zelfs zo kwetsbaar op dat ik me verplicht voelde om haar te beschermen. Een drang die mijn vertolking alleen maar ten goede kwam.

In de film wordt de verkiezing van Barack Obama tot president van de Verenigde Staten als een laatste belangrijke stap in de burgerrechtenstrijd gezien. Is er eindelijk sprake van gelijkheid in jullie land?

DANIELS: Ik dacht van wel, tot ik het met mijn zoon had over de vrijspraak van George Zimmerman, de burgerwacht die de zwarte tiener Trayvon Martin in verdachte omstandigheden doodschoot. ‘Pa, er is nog heel wat werk aan de winkel’, zei hij me. Plots voelde ik me een naïeve oude vent die dacht dat hij eindelijk het licht had gezien.

WHITAKER: De strijd is inderdaad nog niet helemaal gestreden. Maar het valt me op dat Europese journalisten het graag over Amerika hebben, maar niet in eigen boezem durven te kijken. Wij boeken tenminste vooruitgang. Bij jullie lijkt het wel alsof de klok wordt teruggedraaid. Het hele continent lijkt in de ban van het hoofddoekendebat. In Frankrijk worden Algerijnse immigranten nog steeds onheus behandeld. En het ‘progressieve’ Zweden wordt met de dag racistischer. Geloof me: The Butler is een universeel verhaal en ongelijkheid is een universeel probleem.

De film switcht voortdurend tussen Cecils problematische privéleven en de politieke omwentelingen die hij vanuit het Witte Huis aanschouwt. Was dat een moeilijke evenwichtsoefening?

DANIELS: Ik maakte de film in de eerste plaats vanwege het familiale aspect. De ingewikkelde relatie tussen Cecil en zijn opstandige zoon: dat is voor een filmmaker als mezelf smullen geblazen. Daarmee wil ik niet zeggen dat de politieke dimensie me minder interesseerde. Ik ben blij dat er eindelijk een film is die de sociale veranderingen in ons land helder in kaart brengt. Er lopen genoeg Amerikanen rond die geen flauw benul hebben van het onrecht dat de zwarten decennialang – wat zeg ik: eeuwenlang – is aangedaan.

WHITAKER: Ook voor mij was de moeilijke vader-zoonband het belangrijkste aspect. Toen ik opgroeide, had mijn vader drie banen. Ik zag hem alleen maar tijdens het weekend en zelfs dan zei hij amper een woord. Dat soort complexe relaties zie je dezer dagen veel te weinig op het witte doek.

Tot slot: Lee, je zei dat je ter voorbereiding van The Butler aandachtig naar Forrest Gump en The Curious Case of Benjamin Button hebt gekeken. Ben je ook niet schatplichtig aan de fiftiesmelodrama’s van Douglas Sirk?

DANIELS: Die naam blijft me maar achtervolgen. Is dat nu een compliment of een belediging? Ik ben er nog niet uit. Sirk staat voor mij synoniem met een luie zondagmiddag in de zetel met een bloody mary in de hand. Ik hoop niet dat mijn films dat soort gevoel oproepen. (lacht)

THE BUTLER

Vanaf 11/9 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

Forest Whitaker – ‘ALS ZIJN FAMILIE ZICH NIET DRUK HAD GEMAAKT OVER ONZE WEERGAVE VAN WIJLEN RONALD REAGAN, HAD IK ME PAS ÉCHT ZORGEN GEMAAKT.’

Lee Daniels – ‘IK DACHT DAT ER EINDELIJK GELIJKHEID WAS IN AMERIKA. MAAR TOEN IK MET MIJN ZOON OVER DE DOOD VAN DE ZWARTE TIENER TRAYVON MARTIN PRAATTE, VOELDE IK ME EEN NAÏEVE OUDE VENT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content