Van David Ackles tot Kevin Coyne: in ‘The Best Music You’ve Never Heard’ vertelt rockjournalist Nigel Williamson waarom sommige van ’s werelds beste muzikanten nooit het succes hebben gekend dat ze verdienen.
Nigel Williamson, Rough Guides Ltd., 274 blz.
Op de hoes prijkt een jonge kerel met ernstige blik. Hij zit op een stoel voor een microfoon, met een elektrische gitaar op z’n knieën. Een doorsnee beeld, tot zover. Maar met zijn rechterhand houdt hij een machinegeweer de lucht in, als was hij een lid van de Baader-Meinhofgroep. Binnen schrijft hij: ‘ Dear John, Paul, George and Ringo, If I’ama good boy and work real hard, may I pleasebe the fifth Beatle someday? Your friend, Bobb.‘ Het is 1982 en Bobb Trimble perst zijn debuutplaat Iron Curtain Innocence eigenhandig op niet meer dan vijfhonderd exemplaren die hij nauwelijks aan zijn vrienden kwijt kan. Vijfentwintig jaar later worden dat debuut en de enige opvolger Harvest of Dreams voor euro 2200 verhandeld en wordt Trimble in een adem genoemd met die andere ‘ lost genius‘ Syd Barrett. Zijn probleem: hij is een decennium te laat geboren. Punk was op sterven na dood, metal en new wave namen stilaan de bovenhand, maar Trimble negeerdede hypes en refereerde in zijn muziek eigenzinnig naar uiteenlopende genres uit de jaren 60 en 70.
The Best Music You’ve Never Heard, de jongste editie uit de Rough Guide-serie, staat bol van dergelijke nu eens tragische, dan weer hilarische verhalen over minder bekende, maar daarom niet minder getalenteerde muzikanten. Artiesten wier albums je in het beste geval in de ramsj of op veiling-sites terugvindt. Bands die de nieuwe Led Zeppelin hadden kunnen worden (Vanilla Fudge, iemand?) en pioniers die te vroeg gestorven zijn om van hun succes te kunnen genieten (Joe Meek). Rockjournalist Nigel Williamson zoekt ze binnen elk genre, van singer-songwritertypes tot MC’s en electro-geeks, en komt uit bij een 200-tal muzikanten. Hier en daar gaat hij erg kort door de bocht (wat doen jonge bands als British Sea Power en M.I.A hier?)en niet alle namen zijn even obscuur. Nick Drake hoort er bijvoorbeeld bij als ‘ the first of popular music’s Van Gogh figures‘, en van Dylan en The Stones rakelt hij die albums op die te vaak genegeerd worden. Maar zijn enthousiasme is inspirerend, en zijn kortverhalen zijn zo rijk aan details dat ze van deze encyclopedische bundel een aangename leeservaring maken. Wie een paar geweldige nieuwe artiesten en songs wil ontdekken, zal er een goede gids aan hebben. En wie denkt alles al eens gehoord te hebben, kan zijn kennis aan die van Williamson toetsen. Be prepared!
Karel Degraeve
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier