De échte John Lennon werd dertig jaar geleden om zeep geholpen, maar de mythe leeft onverminderd voort. Veilinghuizen weten dat maar al te goed – onlangs werd nog 11.500 euro neergeteld voor een toiletpot van de Beatle – maar zijn weduwe is ook op de hoogte. Een gesprek met Yoko Ono over de heruitgave van Lennons oeuvre en haar controversiële imago. ‘John kwam beter met mij overeen dan met The Beatles.’

Ontkennen heeft geen zin, want de bewijslast is overweldigend. Ja: wij noemden Yoko Ono ooit het Gele Gevaar dat het voortbestaan van The Beatles bedreigde. Misschien hebben we wel één keer van het Gele Geitje gewaagd. Het zou zelfs kunnen dat we de polysyllabische klankenbrij die la Ono voor zingen laat doorgaan ooit vergeleken hebben met het geblèr van een zeug in barensnood.

Geen woord daarvan nemen we terug, maar het moet gezegd: de Yoko Ono die op een zwoele zomerdag met gezwinde tred de lobby van het Mandarin Oriental Hotel in Londen binnenschrijdt, dwingt eerbied en respect af. Ze ziet er voor haar leeftijd niet alleen kwiek en monter uit, ondanks haar 77 lentes heeft la Ono zich een decolleté tot op haar navel gepermitteerd en blijkt ze ook nog uitermate rad van tong.

Een jaar na The Beatles Remasters komt ze de integrale heruitgave van John Lennons solowerk toelichten. Alle acht studioplaten zijn digitaal opgepoetst en krijgen een fonkelnieuwe release op cd, en daarbovenop zien nog drie andere uitgaven het levenslicht. Er is Power To The People: The Hits, met vijftien van zijn bekendste songs. Er is het meer extensieve Gimme The Truth, met een ruimere bloemlezing verspreid over vier cd’s. En er is de luxueuze Signature Box, met alle acht studioplaten, een verzamelaar met de singles die níét op ’s mans studioplaten staan én een cd met eerder onuitgegeven thuisopnames en demo’s genaamd Home Tapes.

Vóór we tot de orde van de dag overgaan, verzoeken we vrouwe Ono om ons terug te voeren naar haar eerste kennismaking met John Lennon in november 1966, en nader te verklaren wat haar toen precies in vervoering bracht.

Yoko Ono: Ik zag John voor het eerst in de Indica Gallery in Londen, daags voor de vernissage van een tentoonstelling van mij. Ik had John Dunbar, de galeriehouder van de Indica, op het hart gedrukt dat hij vóór de officiële opening niemand mocht binnenlaten. Ik legde de laatste hand aan mijn installaties en ik wilde niet dat iemand ze zou zien voor ze helemaal klaar waren. Maar één dag voor de vernissage stond hij daar dus toch met een of andere gast. Ik was zo druk bezig dat ik er maar niets van zei.

Op een bepaald moment trokken ze met hun tweeën naar de benedenverdieping en ging ik er toch maar achteraan. Ze stonden te kijken naar een installatie die ik had gemaakt van nagels in een muur. De bedoeling was dat mensen vijf shilling zouden betalen om een nagel in die muur te kloppen. Ik had dat concept pas daags voordien bedacht, hoor, eigenlijk puur om de tentoonstelling financieel rond te krijgen. (Lacht) Ik wist dat de kans klein was dat iemand iets van mijn werk zou kopen, dus had ik maar voor een paar van die betalende installaties gezorgd. Anyway, terwijl ik die twee mannen stond te monsteren, merkte John Dunbar me op en stelde me voor aan zijn vriend. ‘Dit is Yoko Ono,’ zei hij, ‘de kunstenares van het werk.’ Waarop die vriend me vroeg of hij een nagel in de muur mocht slaan. ‘Voor vijf shilling’, zei ik. ‘Ach zo,’ lachte hij, ‘mag ik dan een denkbeeldige nagel in de muur slaan?’ Kijk, dát was wellicht wat me meteen in John aantrok: die schranderheid, die speelsheid, dat provocatieve. Ik vond het vrij onweerstaanbaar dat iemand zo gauw meeging in het spelletje dat die installatie eigenlijk was.

Nu ja, achteraf kwam ik erachter dat John gewoon geen geld bij zich had. (Lacht) John had nooit geld op zak, hij was een Beatle. In die dagen was hij zó beroemd dat hij waar ook ter wereld een winkel kon binnenwandelen en zomaar alles kon meenemen wat hij wilde – voor de gemiddelde winkeluitbater kon hij niet genoeg meenemen. (Lacht) Maar zoals gezegd: dat wist ik toen allemaal niet, ik kénde John Lennon niet eens.

Dat beweert u nu al vierenveertig jaar, maar meent u het écht: had u waarlijk nog nooit van John Lennon of The Beatles gehoord?

Ono: Ik had ooit in een Japanse krant over The Beatles gelezen – dat ze gekke kapsels hadden en over de hele wereld populair waren – maar hoe ze er precies uitzagen en wat ze precies deden, wist ik niet. Alleen de naam Ringo was me bijgebleven, want ‘ringo’ is Japans voor appel. (Lacht) Ik was niet met popmuziek bezig in die tijd. Vergelijk het met een volslagen sportleek die de naam van een wereldberoemde baseballspeler kent van horen zeggen, maar niet weet hoe hij eruitziet of wat zijn specifieke verdienste precies is.

Voor velen bent u persoonlijk verantwoordelijk voor de split van The Beatles in 1970, maar wanneer wist u zelf dat de groep van uw man een aflopende zaak was?

Ono: Eerlijk? Ik moet zo ongeveer de laatste persoon op aarde geweest zijn die het einde van de groep heeft zien aankomen. Ik heb lang gedacht dat The Beatles als collectief eeuwig zou blijven voortbestaan. Dat ze alle vier een soloproject zouden uitbouwen naast de groep, vond ik logisch – daar was zowel John als Paul al druk mee bezig. Het leek me echter even vanzelfsprekend dat ze binnen The Beatles dingen samen bleven doen. De zaken zijn anders gelopen…

Voelde u zich gekrenkt toen u na die split almaar vaker voor een intrigante versleten werd?

Ono: Niet echt. Ik heb me altijd opgetrokken aan mijn eigen werk als kunstenares. En aan John natuurlijk. Hij was als een boom die boven me uittorende, maar die me ook beschermde, waaronder ik kon schuilen als het stormde, waartegen ik kon leunen als ik steun nodig had en die ik kon omarmen als ik naar troost verlangde. Geen lelijke opmerking of haatcampagne die daartegenop kon.

Feit is dat John zich pas openlijk over maatschappelijke thema’s is gaan uitspreken nadat hij u had leren kennen. Dat impliceert dat u daar een grote rol in hebt gespeeld.

Ono: Ik denk dat de gedragscode van de groep daar veel mee te maken had: het was een ongeschreven regel dat de groepsleden in het openbaar alleen spraken in naam van de groep en dus geen persoonlijke uitspraken deden. Dat was ook een beetje de policy van de platenfirma. John begreep dat wel en hij heeft er zich zoveel mogelijk aan proberen te houden, maar uiteindelijk voelde het als een inperking van zijn persoonlijke vrijheid. Dát gevoel – niet langer een zelfstandig individu te zijn – was een van de redenen waarom hij bij The Beatles weg wilde. In zekere zin waren The Beatles een belemmering geworden voor zijn intellectuele en artistieke ontwikkeling – of beter gezegd: niet de groep zelf, maar alle beperkingen die een popgroep van die omvang met zich meebracht.

Los daarvan kwam John ideologisch gezien natuurlijk beter met mij overeen dan met de drie andere Beatles – daar waren we tenslotte geliefden voor. En dan is het toch niet zo vreemd dat je wegdrijft van diegenen met wie je minder voeling hebt en aangetrokken wordt door iemand met wie je wél overeenstemt? Om diezelfde reden luister ik liever naar Johns soloplaten dan naar die van The Beatles. Op die platen hoor ik veel meer de échte John. De John die helemaal zichzelf durfde te zijn. De John die ík kende.

Stak het eigenlijk dat hij als soloartiest onvermijdelijk tegen het oeuvre van The Beatles moest opboksen?

Ono: Hij zou het niet gemakkelijk toegegeven hebben, maar daar zat hij wel mee, ja. Hij was best wel ijdel en het deed hem pijn als er geringschattend werd gedaan over zijn werk ná The Beat- les. Daarom was hij ook zo perfectionistisch en veeleisend voor zichzelf. Mensen staan er eigenlijk te weinig bij stil hoe maniakaal en intensief hij met zijn muziek bezig was.

Des te opmerkelijker dat hij na de geboorte van Sean in 1975 zijn gitaar aan de wilgen hing voor een ‘sabbatical’ die uiteindelijk vijf jaar zou duren. Velen zagen daar opnieuw uw hand in.

Ono:(Streng door haar brilletje spiedend) Onzin! Dat was een heel principiële keuze van John. De relatie met zijn eerste zoon Julian was met de jaren erg vertroebeld geraakt en dat wilde hij geen tweede keer laten gebeuren. Hij wilde de opvoeding van Sean heel ernstig nemen en zich een tijdje met ons gezin kunnen bezighouden.

Wat ook meespeelde, waren de zakelijke en financiële perikelen waarmee we rond die tijd te kampen hadden. Je wordt niet bepaald rijk door de wereld af te reizen om overal love and peace te gaan verkondigen. (Lacht) Terwijl wij overal onze boodschap gingen uitdragen, hadden we onze zakelijke en financiële situatie een beetje verwaarloosd. Met die sabbatical wilde John al die dingen weer op een rijtje krijgen, ook al omdat hij zich daar als verantwoordelijke ouder toe verplicht zag.

En natuurlijk: doordat Johns gedachten elders waren, kwam hij ook simpelweg niet aan goede songs toe. De dingen die hij toen schreef, waren kwalitatief niet goed genoeg om op te nemen en er een plaat van te maken. Al die dingen samen deden ons besluiten dat het beter was om een artistieke pauze in te lassen en ons persoonlijke leven weer op de rails te zetten. Mensen onderschatten wel eens hoe je publieke leven je privéleven door elkaar schudt.

Toch heeft hij juist in die periode de demo van ‘Free As A Bird’ opgenomen, het nummer dat de drie andere Beatles in 1995 herwerkten voor ‘The Beatles Anthology’.

Ono:(Schamper) John heeft hopen van zulke demo’s volgespeeld, maar die cassettes bleken altijd voetjes te hebben. Ze zijn bijna allemaal verdwenen. Eentje heb ik indertijd kunnen redden en heb ik altijd en overal bij me gehouden. Letterlijk zelfs: jaren heeft die in mijn handtas gezeten, ik haalde hem er alleen uit om hem onder mijn kussen te leggen als ik ging slapen.

Hebt u nóg van die cassettes?

Ono: Ik heb er nog een paar in een kluis liggen, ja. Maar kijk, ik ben me heel erg bewust van mijn verantwoordelijkheid als behoeder van Johns nalatenschap. Ik weet dat veel van Johns fans niets liever zouden hebben dan dat ik alles wat nog niet is uitgebracht alsnog op plaat gooi, maar dat doe ik niet. Mijn enige bekommernis is dat alles wat van John wordt uitgebracht, van goede kwaliteit is en een meerwaarde betekent voor zijn oeuvre. I’ll never scrap the bottom of the barrel: ik breng niets uit dat artistiek of geluidstechnisch van inferieure kwaliteit is, want dat schaadt Johns imago meer dan dat het ertoe bijdraagt.

Wat was de belangrijkste motivatie om Johns soloplaten uit te brengen in een geremasterde versie: de betere geluidskwaliteit of de kans om zijn muziek bij een nieuwe generatie te introduceren?

Ono: Misschien toch vooral dat laatste. Dit jaar zou John zeventig geworden zijn: een mooie aanleiding om zijn muziek en zijn persoon nog eens uitgebreid onder de aandacht te brengen, ook en vooral bij een jonger publiek dat misschien niet zo vertrouwd is met zijn werk. Eigenlijk is geen aanleiding te veel om Johns boodschap uit te dragen, het is mijn missie. Over tien jaar, als John postuum tachtig wordt, hoop ik er nog altijd te zijn om een nieuwe campagne te lanceren.

Dat gezegd zijnde: ik geloof oprecht dat 2010 een mijlpaal wordt in het verder uitdragen van Johns werk en ideeën. De wereld heeft meer dan ooit nood aan zijn positieve kracht en energie. Gimme Some Truth: die oproep geldt meer dan ooit. Er zijn zelden zoveel leugens en gespin geweest als nu.

Wat vindt u zijn meest onderschatte plaat?

Ono:(Denkt na) Ik zou zeggen: Walls and Bridges. Een briljante plaat, maar voor sommigen misschien wat moeilijk te verteren omdat ze behoorlijk zwaar op de hand is. Ook voor mij natuurlijk, omdat ik weet dat ik zelf mee aan de basis lag van de pijn die hij op Walls And Bridges laat horen (zie ‘His remastered voice’). Ik voel me nog altijd een beetje schuldig over die periode en naar Walls And Bridges luisteren doet me om die reden veel verdriet. Het is en blijft een hart-verscheurend mooie plaat.

Wat voor een oude man zou John geworden zijn, denkt u?

Ono: Ik denk dat hij heel enthousiast zou zijn over de digitale revolutie en het internet. Hij vond veertig jaar geleden al dat de wereld een global village moest worden: hij was helderziend. (Lacht) John zou ook een supporter van de groene beweging zijn, denk ik. Hij zei altijd dat verandering er niet zou komen door de inspanning van één beroemde voortrekker – zoals hij er indertijd een beetje een was – maar wel door een beweging die gedragen wordt door grote lagen van de wereldbevolking. Dat is wat ik op dit moment een beetje zie gebeuren en wat John heel tevreden zou stemmen.

En toch mis ik tegenwoordig activisten die nog oprecht verontwaardigd kunnen zijn door het onrecht in de wereld. Die verontwaardigingsreflex had John wél. Ik herinner me dat ik op een dag wakker werd en John op de rand van het bed zat te snotteren. Bleek dat hij net The First Sex gelezen had (een feministisch pamflet van Elizabeth Gould Davis; nvdr.). Hij was er helemaal van ontdaan, hij had er nog niet bij stilgestaan dat vrouwen zelfs in de vrije westerse wereld nog vaak heel onheus behandeld worden. Zo was John: hij kon van zulke onrechtvaardigheden oprecht verbolgen zijn. En hij dééd ook iets met die verontwaardiging: hij schreef Woman Is The Nigger Of The World. John stak zijn nek uit en nam stelling in, en dat wordt je niet altijd in dank afgenomen. Hij heeft zijn stoutmoedigheid zelfs met zijn leven bekocht. Als hij gewoon maar mooie liedjes had geschreven, zonder politieke of ideologische boodschap, was John vandaag wellicht nog onder ons geweest.

Hebt u eigenlijk ooit ‘The Catcher in the Rye’ gelezen?

Ono: Neen, nooit. Ik hoef ook niet te weten welke bizarre ideeën er in die man z’n hoofd omgingen. (Lennons moordenaar citeerde het boek van J.D. Salinger als drijfveer voor zijn drieste daad; nvdr.) Soms slaan bij mensen simpelweg de stoppen door en moorden ze hun familie uit of schieten ze op straat zomaar iemand neer. Dat proberen te begrijpen, heeft geen zin.

POWER TO THE PEOPLE: THE HITS

GIMME SOME TRUTH (4 CD-BOX)

THE SIGNATURE BOX (11 CD-BOX)

Op 4/10 uit bij EMI. Knackabonnees krijgen 10% korting op beide boxen via mediaclub.be.

Door Vincent Byloo

‘John had nooit geld op zak. Hij was een Beatle. Hij was zo beroemd dat hij overal ter wereld een winkel kon binnenwandelen en kon meenemen wat hij wilde.’ ‘Een song als ‘Gimme Some Truth’ geldt meer dan ooit. Er zijn zelden zoveel leugens en gespin geweest als nu.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content