Billy Wilder,met Jack Lemmon, Shirley MacLaine, Fred MacMurray, Ray Walston, Jack Kruschen
Het is de natte droom van elke rechtgeaarde macho: een collega die zijn flat verhuurt om de occasionele promotiewip alle peis en vree te gunnen. Voor de wat vereenzaamde, maar van het hoger kader dromende verzekeringsklerk Calvin Clifford C.C. ‘Bud’ Baxter (Lemmon) is het een kans om zich tegen zijn bazen aan te schurken; voor de Don Juans van Consolidated Life is het stekje op 67th Street het ideale liefdesnest, want Baxter gaat indien nodig zelfs in het park slapen. Maar de affaire wordt complexer, zeker als Consolidated-liftmeisje Fran Kubelik (MacLaine), voor wie Baxter een boontje heeft, sparringpartner blijkt van grote baas Sheldrake en op de koop toe tot over haar oren verliefd is. ‘You see a girl a couple of times a week and sooner or later she thinks you’ll divorce your wife. Not fair, is it?’, moppert Sheldrake. ‘No, especially to your wife’, antwoordt C.C.
Wilders flink bekroonde satire (Oscars 1960: Beste Film, Beste Regisseur, Beste Script) werkt als een paar scheermesjes in een grabbelton. Achter het ogenschijnlijk goedaardige gevlei, gesjans en gevrij gaapt het zwarte gat van wanhopig gekruip, institutionele hypocrisie, verzakelijkte liefde en vooral veel eenzaamheid. Lemmon tart uw geduld (en zo hoort het ook) als de zich tot deurmat reducerende, hypernerveuze streber voor wie de managersprivileges en het ons-kent-ons een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen. MacLaine acteert alsof het zich allemaal een beetje om haar heen afspeelt (wat ook zo was, aangezien Wilder haar slechts een deel van het script had bezorgd). Het maakt er haar ‘wanhoopsdaad’ – het woord smaakt wrang – des te schokkender om. Niet dat de vorig jaar overleden Lubitsch-met-een-grijns daar één pil om geeft. Neen, The Apartment handelt de dagelijkse gewonden of bijna doden van leven en georganiseerde arbeid af met een harteloos nonchalance. ‘You hear what I said, Miss Kubelik? I absolutely adore you’, probeert C.C. ‘Shut up and deal’, is het antwoord.
Naast een triomf van het oude vak der filmschrijverij (dat Wilder met compaan I.A.L. Diamond volmaakt beheerste), is de regie van deze zwarte parel, die tussen Some Like It Hot en One, Two, Three kwam aangerold, eenvoudigweg onberispelijk. Schitterend is ook Alexandre Trauners setdesign, met perspectivisch oog gerealiseerd in het shot waar Baxter een van de 35.000 werknemers wordt en er zich een gigantische ruimte vol bureaus ontvouwt. De decorbouwer gebruikte miniatuurmeubels en dwergen om de illusie te wekken dat de rij nergens eindigt. Gezichtsbedrog, het is een uitstekende metafoor voor wellicht het bitterste blijspel dat ooit op film ontstond. Nieuwe print, te bewonderen in Brussel, Arenberg: Ecran Total.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier