‘De belevingscultuur’.

Met dat woord verklaren trendwatchers het – gezien de economische crisis – onverwachte succes van de festivals deze zomer.

Even googelen.

De eerste hit is een artikel uit het Christelijk betrokken Nederlands Dagblad, met als kop: ‘Belevingscultuur stimulans voor kerk’.

Tiens, de kerk als trendsetter: dat is héél lang geleden. Of de trend-watcher als verdoken evangelist? Nagenoeg de volledige eerste drie googlepagina’s verwijzen bij de zoekterm ‘belevingscultuur’ door naar religieus geïnspireerde sites vol new age gezwets.

‘Mensen zijn voortdurend op zoek naar belevingen en ervaringen die hun diepste innerlijk raken’, doceert bijbelseplaatsen.nl.

Damn. God weet hoe vaak mijn vuisten jeukten om zo’n belever van de belevingscultuur op een van de voorbije festivals in zijn ‘diepste innerlijk’ te raken!

Taaltelefoon.be is de eerste die de belevingscultuur expliciet definieert met betrekking tot de festivals. Dat gaat zo: ‘Mensen speuren actiever naar variatie, genot, opwinding, sterke prikkels. De beleving staat centraal: het moet leuk, lekker of authentiek zijn. Ze zijn bereid om flink wat geld op tafel te leggen voor zulke intense ervaringen en niet-alledaagse belevenissen.’

Intense ervaringen? Daar heb ik eerlijk gezegd weinig van gemerkt. Of het moet zijn dat ongegeneerdtetteren terwijl een artiest enkele meters verder op een podium zijn longen uit zijn lijf perst, voor sommige mensen een bron van opwinding is.

Mij is het vooral een bron van ergernis.

Tettercultuur.

Het absolute dieptepunt waren de vips die vorig jaar op het Cactusfestival in Brugge Leonard Cohens intieme fluistersongs overstemden met hun gezwets over koetjes en kalfjes.

‘De jongste heeft een herexamen. Eentje maar.’

‘I’ve seen the future, baby / It is murder.’

‘Ik had erger verwacht.’

‘I wonder what they meant / when they said REPENT REPENT.’

Murder! Cohens mantra duurde net niet lang genoeg of het was ervan gekomen. I shan’t repent!

De belevingscultuur is voor de muziekliefhebber wat de popcorncultuur is voor de filmfreak. Ergerlijk.

Mij lijkt het dat festivals steeds minder volk lokken vanwege de muziek, en steeds meer om hun sociale en evenementiële karakter. Dagtoerisme. Bij voorkeur onder vrienden, en met de kinderen erbij. Het festival als alternatief voor het attractiepark, de zoo of de aller-retour naar de kust.

Allemaal goed en wel, zolang dat de beleving van de muziekliefhebber niet in de weg staat. Vooral de stadsfestivals hebben daaronder te lijden. Te veel middenstanders onder de sponsors, te veel liefde voor muzak onder hun invités, en vooral: een gesloten festivalterrein op een beperkte oppervlakte. Het is een dodelijke tripartite. Misschien niet voor de sfeer, wel voor de concertbeleving.

Karel Degraeve

‘De belevingscultuuris voor de muziekliefhebber wat de popcorncultuur is voor de filmfreak:een bron van ergernis.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content