TERRY RILEY IN C EEN GENIE

TERRY RILEY in de jaren zeventig. 'Vandaag zie ik mezelf niet langer als een minimalist.

Tachtig is Terry Riley ondertussen, maar voor veel hiprock- en electronicavolk – van Animal Collective tot Brian Eno – is de pionier van het minimalisme nog steeds een goeroe. Op 17 oktober geeft de Californische minimal maestro een uniek filmconcert in Gent.

Damon Albarn, Brian Eno, Animal Collective, Robert Wyatt, Portishead, John Cale: het zijn slechts enkele namen uit het popmilieu die zich ingrijpend door Terry Riley hebben laten inspireren. ’s Mans A Rainbow in Curved Air (1969) stond zelfs model voor de lange keyboardintro van Baba O’Riley, de naar hem vernoemde classic van The Who.

Rileys werk uit de jaren 50 en 60 is een voorafspiegeling van de samplingtechniek van ons digitale tijdperk. Als een van de eerste componisten experimenteerde hij met bandopnemers, tapeloops, herhaling en feedback, ingrediënten die later hun weg hebben gevonden naar rock en elektronische dansmuziek. Zelf maakte hij in 1971 met John Cale het album Church of Anthrax, hij was bevriend met Daevid Allen van Gong en Robert Wyatt en vertelt ons ‘dat ik me evenzeer rockmuzikant als wat dan ook voel’, maar voor hoe de jongere generatie zijn technieken in haar werk integreert, ‘daar kan ik eerlijk gezegd geen interesse meer voor opbrengen’.

Riley behoort, samen met Philip Glass en Steve Reich, tot het triumviraat van de minimal music, met composities die doorgaans uit korte repetitieve frasen met een welomlijnd tempo bestaan, waarin na verloop van tijd subtiele variaties optreden. En met In C – een op toevalsprincipes gebaseerd stuk bestaande uit 53 korte, muzikale frases – schreef hij in 1964 een van de meest revolutionaire composities van de twintigste eeuw, een die vandaag nog steeds tot de verbeelding spreekt. ‘In C is onlangs nog opgenomen door Adrian Utley van Portishead, met een negentienkoppig gitaarorkest, en door Africa Express, een ensemble van Malinese muzikanten, samen met Damon Albarn en Brian Eno’, schrijft de ondertussen tachtigjarige Riley ons per e-mail – hij paste voor een telefonisch interview. ‘Beide cd’s hebben me aangenaam verrast. Dat overkomt me tegenwoordig niet meer zo vaak.’

Het verbaast de eeuwige hippie Riley nog steeds dat muziek die hem zo na aan het hart ligt zoveel luisteraars heeft weten te raken, en daar heeft hij zo zijn eigen verklaring voor. ‘Dat is niet mijn eigen verdienste. Ik had altijd al het gevoel dat mijn werk mij werd ingefluisterd door een hogere macht. Ik heb het enkel doorgegeven.’ De iconische status van In C wijt hij aan ‘de elegante vormgeving’. En: ‘Wanneer het stuk correct wordt uitgevoerd, creëert het een geweldig gemeenschapsgevoel, een verbintenis met natuur en kosmos.

De essentie van minimal music vat hij nogal cryptisch: ‘De componist moet zich voorstellen dat hij nog maar tien seconden te leven heeft en tegelijk rekening houden met enkele vaste parameters. Wat ik waardeer in minimal music is dat dat genre, althans in het begin, professionele musici en amateurs samenbracht en een tegengif vormde voor hoogdravend academisme en praalzucht. Maar vandaag zie ik mezelf niet langer als een minimalist.’

WAARVAN AKTE. ENKELE MAANDEN geleden speelde Riley nog in Amsterdam, als dé ster van het World Minimal Music Festival. De invloed van Indiase muziek (als bis bracht hij er een korte raga) en improvisatie (hij steekt zijn bewondering voor enkele grote namen uit de jazz niet onder stoelen of banken) waren veel opvallender elementen in dat concert. ‘Ik heb altíjd geïmproviseerd. Als kind al, nog voor ik noten kon lezen.’ Riley laat in zijn werk ook graag ruimte voor ongelukjes en toevalligheden. Ooit beweerde hij zelfs dat een valse noot niet langer vals klinkt, als je ze maar lang genoeg herhaalt.

Tegenwoordig schept hij overigens wél behagen in zijn composities op papier zetten. ‘Vergelijk het met een sculptuur maken: zodra ze af is, kun je er niets meer aan veranderen. Ik hou dus zowel van de spanning, de concentratie en de noodzaak om totaal aanwezig te zijn tijdens het improviseren als van het bedenken van een werk voor anderen, zoals Kronos Quartet, dat nadrukkelijk níét improviseert.’ Voor dat illustere strijkerskwartet heeft Riley in de laatste kwarteeuw ruim een dozijn stukken geschreven.

OP HET FILM FEST GENT ZAL HIJ ACHTER DE piano, en vergezeld van zijn zoon Gyan op gitaar, L’immortelle (1963) begeleiden, een nouvelle-vaguefilm van Alain Robbe-Grillet waarin veel een mysterie blijft, niet alleen voor het hoofdpersonage, ook voor de kijker. Een perfecte keuze voor de bevreemdende muziek van Riley, die evenzeer plukt uit de jazz, de avant-garde als de Indiase klassieke muziek. ‘Ik heb die film in Parijs gezien toen hij net uit was’, legt Riley uit. ‘Ik was zeer onder de indruk. Ik herkende in Robbe-Grillet een verwante geest: ik probeerde toen muziek te maken die óók naar een parallelle werkelijkheid verwees. Ik heb geen nieuwe soundtrack geschreven, we zullen in Gent ter plekke improviseren. Ik ben ervan overtuigd dat dat een interessante wisselwerking met de film oplevert. Geluid bepaalt in ruime mate hoe de toeschouwer ervaart wat hij op het scherm ziet. Muziek prikkelt en stimuleert, is in staat bij het publiek sterke beelden op te roepen. Het omgekeerde is volgens mij veel minder het geval.’

En hoe moet het nu verder met muziek, meneer Riley? Waar zit vandaag de vernieuwing? ‘Naar mijn gevoel staat de technologie vandaag zó ver dat de grootste vernieuwingen teweeg worden gebracht door de lieden die al die verbazingwekkende muziektools uitvinden. Zij zijn de nieuwe componisten.’

THE RILEYS

Gyan en Terry Riley, respectievelijk op gitaar en piano, begeleiden L’immortelle, op 17/10 in de theaterzaal van de Vooruit, Gent.

DOOR DIRK STEENHAUT

Terry Riley ‘DE WEERKLANK VAN MIJN MUZIEK IS NIET MIJN VERDIENSTE. IK HEB ALTIJD AL HET GEVOEL GEHAD DAT MIJN WERK ME WERD INGEFLUISTERD DOOR EEN HOGERE MACHT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content