Terry Gilliam – regisseur, Monty Python- veteraan, fanatieke fantast en minzame anarchist – heeft een nieuwe film klaar. ‘Tideland’ is een wild en surreëel sprookje waarin drugs, familiewaarden, onschuld en incest hand in hand gaan. ‘Hou je klaar om gechoqueerd te worden door de geperverteerde geest van een tienjarig meisje.’

Eerlijk is hij altijd, Terry Gilliam. Wanneer we hem ontmoeten tijdens het Filmfestival van Rotterdam windt hij er geen doekjes om. ‘Ofwel is Tideland mijn beste film ooit. Ofwel mijn slechtste. Beslis zelf maar.’

Dat advies nam het Amerikaanse journaille vorig jaar duidelijk ter harte toen het Gilliams jongste worp, een adaptatie van Mitch Cullins flamboyante roman, vakkundig de grond in boorde. Niet zozeer de groteske sfeer of de bizarre personages brachten onze overzeese collega’s van hun melk; wel de controversiële thema’s die de maker van Brazil (1985), Twelve Monkeys (1995) en Fear and Loathing in Las Vegas (1998) in dit landelijke gothicsprookje aansnijdt. Er zijn dan ook nog maar weinig Alice in Wonderland-achtige films gemaakt waarin een tienjarig meisje opgevoed wordt door halfdode en volledig heengegane heroïnejunks, laat staan één waarin op een openhartige en bij vlagen zelfs liefelijke manier wordt omgegaan met taboes als incest en pedofilie.

Gilliam – 65 inmiddels – heeft er nooit een gewoonte van gemaakt compromissen te sluiten. Zijn gevechten met filmstudio’s en -producenten zijn legendarisch, een artistieke jihad waaraan ‘Captain Chaos’ vorig jaar trouwens nog een kloek hoofdstuk breide. Tideland werd ingeblikt tijdens de zes maanden waarin de opnames van zijn vorige film – de verguisde avonturenkomedie The Brothers Grimm – stil lagen. Reden voor Gilliams zelden vertoonde retraite was een vlammende ruzie met de gevreesde broeders Weinstein over budgetten, personeel en artistieke keuzes. Wie de documentaire Lost in La Mancha (2002) heeft gezien – over zijn verdoemde en uiteindelijk nooit gerealiseerde Don Quichot-project – wist echter al langer dat Gilliam geen gemakkelijke is.

En wat vonden de Weinsteins van ‘Tideland’?

Terry Gilliam:Who cares? Ongetwijfeld maken ze zich nog altijd zorgen over mijn bankrekening, want The Brothers Grimm heeft tenslotte maar 103 miljoen dollar opgebracht. Een absolute ramp dus. (lacht) Ach, de filmindustrie is één groot geldcircus geworden.

Ben je op dat vlak een doemdenker?

Gilliam: Toch niet. Er is beterschap op komst. Dankzij het internet en die stunt van Steven Soderbergh, die zijn nieuwste film Bubble tegelijk uitbracht op betaal-tv, dvd en in de bioscoop, is er eindelijk weer wat leven in de brouwerij. Niemand weet hoe de filmindustrie er straks zal uitzien en dat maakt die studiobonzen bloednerveus. Heerlijk vind ik dat. Laat de chaos uitbreken. (lacht)

Ben je een voorstander van piraterij?

Gilliam: Ja. Mijn dochter had King Kong al op dvd terwijl hij nog in de zalen liep. Gekocht voor 5 pond in de West End. Fantastisch toch? De studio’s hebben jaren met mijn kloten gespeeld en nu neemt het volk weerwraak (grinnikt) Het enige probleem met piratenkopieën is dat de kwaliteit vaak tegenvalt. Maar het belangrijkste is dat de mensen mijn films kunnen zien. Creatieve regisseurs hoeven trouwens niet te vrezen voor die digitale revolutie. Kwaliteit zal altijd zijn weg vinden naar het publiek, en betekent een en ander dat we straks niet langer over miljoenen zullen beschikken om films te maken, dan is dat maar zo. ‘In de beperking toont zich de meester’, zei Goethe al.

Illegaal downloaden blijft wel verboden, net als het promoten ervan.

Gilliam: Ik promoot het niet. Ik betaal liever 15 pond voor de officiële dvd dan 5 pond voor zo’n prutskopie met Thaise onderschriften waarin het geluid door een hardhorige lijkt gemixt. Maar kunnen we wel een beetje redelijk blijven? Het is niet omdat de filmstudio’s geen controle hebben over het internet dat je daarom mensen moet afdreigen die gebruikmaken van die nieuwe media waarvoor de studio’s zelf jarenlang hun neus ophaalden. Weet je, mensen zijn schapen. Mijn goede vriend Hunter S. Thompson zei het al: Amerika is een land van makke schapen geworden die zelf de wolf achternahollen. Gewoon omdat ze de adrenalinekick nodig hebben en vrezen het spektakel te missen. Harry Potter komt uit? Om ter eerst naar Harry Potter. Een nieuwe Star Wars? Laat de stormloop beginnen. En die digitale revolutie werkt dat alleen maar in de hand. Mensen willen King Kong zien nog voor de film af is. Iedereen holt al blatend van de ene hype naar de andere.

En wat als ‘Tideland’ straks massaal wordt gedownload?

Gilliam: We zien wel wat er gebeurt. Ik vind het net reuzespannend om te zien wat er met mijn film gebeurt. Eens een film af is, ligt de macht sowieso bij het publiek. Persoonlijk vind ik Tideland één van mijn beste, maar misschien wordt het toch een flop. Ik heb in elk geval een film gemaakt die de chaos en de dubbelzinnigheid van onze samenleving reflecteert: libertijns en hedonistisch aan de ene kant, maar tegelijk ook vreselijk preuts en conservatief. Net als Brazil is het een film die je dwingt om kleur te bekennen, en dat zijn niet altijd de publieksfavorieten.

De reacties lopen dan ook erg uiteen.

Gilliam: Veel mensen zijn verward wanneer ze de bioscoop verlaten, maar worden positiever naarmate ze over de film nadenken. Dat weerhoudt sommigen er natuurlijk niet van om vroegtijdig de zaal uit te stormen, zoals mijn Python-kompaan Michael Palin bijvoorbeeld. (lacht)

Het einde van een mooie vriendschap?

Gilliam: Welnee. Michael zei me dat bepaalde scènes gewoon door zijn hoofd bleven spoken en dat stoorde hem. Blijkbaar had ik zijn reptielenbrein een flinke dreun verkocht.

Sommige Amerikaanse critici hadden het zelfs over een pedofiele film.

Gilliam: Wie hierin kinderporno ziet, is rijp voor de psychiatrie. Het is een film die maskers afgooit. Kinderen zijn veel sterker en intelligenter dan die fatsoensrakkers durven toegeven, en daar is Tideland een hommage aan. Als je kinderen laat vallen, stuiteren ze gewoon weer omhoog. Hun verbeeldingskracht is zo sterk dat ze de ergste trauma’s kunnen overwinnen, in tegenstelling tot volwassenen. Ach, Amerikanen zijn ziek in hun hoofd. Wist je dat zelfs The Brothers Grimm in Amerika een PG-13-rating kreeg, een waarschuwing dat sommige scènes niet geschikt waren voor kinderen jonger dan 13? Dat was een kindersprookje godbetert! Straks gaan ze daar nog verbieden Roodkapje aan je kinderen voor te lezen omdat het seksueel suggestief is.

Er is één scène waarin Jeliza-Rose haar vriendje Dickens kust, een verstandelijk gehandicapte volwassene. Daar werden ook veel kijkers behoorlijk nerveus van.

Gilliam: Volwassenen bespeuren in zo’n scène meteen een zweem van seksualiteit, maar daar is geen sprake van. Jeliza-Rose is fysiek nog een kind, Dickens is mentaal een kind gebleven, dus voor beiden gaat het om onbezoedelde affectie. Ik doe er ook geen morele uitspraken over. Ik toon gewoon een bestaande realiteit, ook al is die voor veel volwassenen behoorlijk creepy. Ook wanneer Jeliza-Rose haar vader een heroïneshot toedient, vel ik daar geen oordeel over. Dat moet je als kijker zelf maar doen. Het enige wat ik vraag is om de personages een kans te geven en hen niet meteen je wereldvisie op te dringen.

Heb jij je kinderen ooit censuur opgelegd?

Gilliam: Nee. Ze mochten kijken naar wat ze wilden en toch zijn het compleet normale, stabiele volwassenen geworden. Ik heb wel ooit mijn zoon een tijdje verboden tv te kijken, gewoon omdat ik merkte dat hij bang was geworden om nog alleen over straat te lopen. Wat al die programma’s over moorden, bomaanslagen en pedofielen je ook proberen aan te praten, samen met idioten als Blair en Bush: de wereld is nog altijd een vrij veilige plek om te leven.

Je werkt vaak met kinderen en je slaagt er altijd in ze spontaan te laten acteren. Hoe doe je dat?

Gilliam: Simpel: door ze niet te regisseren. Kinderen moeten vrijuit kunnen spelen en als regisseur speel ik gewoon met hen mee. Zo heb ik dankzij Tideland voor het eerst in mijn leven met poppen gespeeld en al doende ontdekt dat het kind in mij een tienjarig meisje is (lacht).

De reacties van Jodelle Ferland, die Jeliza-Rose vertolkt, zijn dus volkomen spontaan?

Gilliam: Héél af en toe hebben we haar een beetje bijgestuurd omdat ze dingen zei of deed die zelfs te seksueel geladen waren en waarvan je als volwassene toch wel even moest slikken. Dat bewijst dat kinderen veel minder idioot of wereldvreemd zijn dan men wil doen geloven. Jodelle had niet de minste problemen met de dingen die we in de film lieten zien – zelfs al kroop er een volwassene over haar heen en moest ze aan de slag met heroïnenaalden. Eigenlijk is Tideland grotendeels háár film. Ze zette zelf een Texaans accent op en bedacht ook alle stemmetjes voor die poppen. Hou je dus klaar om gechoqueerd te worden door de geperverteerde geest van een tienjarig meisje. (lacht)

Anders gezegd: mensen zijn te ernstig geworden en kunnen te weinig relativeren?

Gilliam: Zeker in vergelijking met kinderen. Lachen met dood, oorlog en wreedheid is nog altijd het beste survivalmechanisme. Het leven is gewoon duivels grappig. Kijk naar dat van mij, de jongste jaren: ik heb de broertjes Weinstein bijna laten verhongeren, internetpiraten pakten mijn pree af en tienjarige meisjes lieten hun schokkende fantasie de vrije loop. (lacht).

Je hebt altijd de grens afgetast tussen zin en waanzin, werkelijkheid en fantasie. Is er ook een grens die kinderen van volwassenen scheidt?

Gilliam: Het onderscheid zit hem niet zozeer in de leeftijd, maar in de onbezoedeldheid van hun geest. Vandaar dat ik vaak kinderen, junks en gekken opvoer; personages die op een onconventionele manier tegen de wereld aankijken. In oude culturen werden gekken niet in een instelling gestopt, maar dienden ze als het geweten van een samenleving. Daar zit veel wijsheid in. De werkelijkheid omhelst niet aleen de ratio, maar ook het irrationele. In mijn werk heb ik altijd getracht beide te vatten.

Je bent op je 65e nog altijd kinderlijk enthousiast. Hoe doe je dat?

Gilliam: Door te blijven spelen en verzet aan te tekenen tegen de formaliteiten van het leven. Ik bevind me natuurlijk in de bevoorrechte positie dat ik met spelen mijn brood verdien, maar ik meen dat de meeste mensen dat zouden kunnen, als ze het echt willen. Da’s niet hetzelfde als je verantwoordelijkheden ontlopen of koppig naïef blijven. Toen ik afstudeerde ging ik aan de slag bij een magazine en verdiende ik minder dan een stempelaar, maar ik deed tenminste wat ik graag deed. Terwijl mijn vrienden voor het snelle geld kozen, een saaie job aannamen en meteen allerlei hypotheken afsloten waardoor ze vliegensvlug muteerden tot kamerplanten. Mensen zeiden me vaak: word toch volwassen en stop met klooien, maar ik heb mijn hele leven net keihard gezwoegd om te mógen klooien.

Helpen drugs om kind te blijven?

Gilliam: Mensen gaan er kennelijk al mijn hele leven van uit dat ik constant aan de lsd zit, omdat ik zulke bizarre films maak. Maar wiet is het enige wat ik af en toe heb gebruikt. Kennelijk heb ik voldoende aan mijn endorfineklier, die duidelijk straffer spul produceert dan bij de meeste mensen.

Over drugs gesproken: was je verrast toen Hunter S. Thompson twee jaar geleden zelfmoord pleegde?

Gilliam: Nee. Hij leed veel pijn en zichzelf de hersens uit de kop knallen paste perfect in zijn filosofie. Ik was trots op hem. Hunter leefde zijn principes na en bovendien had hij volgens het autopsierapport eerst zorgvuldig de lucht uit zijn geweerloop gezogen, waardoor zijn hersens niet in het rond waren gespat. Geef toe; een sympathieke geste naar de ambulanciers die het zootje mochten opruimen . (lacht)

En een inspirerend voorbeeld?

Gilliam: Absoluut. Ik ben voor euthanasie in welke vorm ook, zolang het maar grappig en spectaculair is want de dood is op zich al triest genoeg (grinnikt). Mijn motto is: iedereen heeft het recht om over zijn eigen dood te beslissen en de plicht om er tijdens het leven wat leuks en zinvols van te maken. l

‘TIDELAND’:VANAF 28/6 IN DE BIOSCOOP

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE: VROEGERE INTERVIEWS MET TERRY GILLIAM

Door Dave Mestdach l FOTO PIET GOETHALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content