TEN HUIZE VAN ALAIN DE BOTTON

ALAIN DE BOTTON mag aan Björn Soenens uitleggen hoe je met het nieuws moet omgaan.

Zondag 20/4, 20.15 – Canvas

Journaal-hoofdredacteur Björn Soenens trekt naar het stulpje van filosoof Alain de Botton, om er te praten over diens nieuwe boek Nieuws, een gebruiksaanwijzing. Soenens mag hier alvast uitleggen wat de zijne is.

BJÖRN SOENENS: In tegenstelling tot wat je zou kunnen verwachten is de grote clash tussen de filosoof en de journalist – tussen de theorie en de praktijk, zou je kunnen zeggen – uitgebleven. Integendeel zelfs, er waren vooral veel overeenkomsten in hoe we naar het nieuws kijken en wat we vinden dat een goed journaal zou moeten zijn.

En wat is dat dan?

SOENENS: Wel, we moeten vooral weg uit de nieuwsbubbel en het bij elkaar afkijken, verder kijken dan de waan van de dag. Dat klinkt heel vaag en dat hebben we ook al vaker gehoord, maar ik weet ook precies hoe ik dat wil doen. Journalisten mogen best een kunstenaarsperspectief hanteren. Uiteindelijk zijn wij ook verhalenvertellers. Als we de grote abstracte feiten naar voren kunnen brengen als verhalen die we perfect kunnen verklaren vanuit menselijke gevoelens als jaloezie en passie bijvoorbeeld, dan gaan de mensen die abstracte fenomenen bevattelijker vinden en dus beter begrijpen. Ik wil personages in Het journaal, maar dan echt bestaande personages.

Je pleit eigenlijk voor een zekere vorm van partijdigheid?

SOENENS: Zeker, maar vergis je niet: die is niet gratuit. Subjectiviteit mag, moet zelfs. Journalisten zijn mensen die net als iedere andere mens een plaats in de wereld innemen. Een verslaggever die naar oorlogsgebied gestuurd wordt, mag best zeggen dat hij wat hij gezien heeft mensonterend vindt en dat de lijken die hij in de straat ziet liggen hem doen walgen. In mijn visie op nieuws maken is het de taak van de journalist nieuws te brengen op zo’n manier dat de impact het grootst is. Die partijdigheid moet uiteraard stroken met wat empirisch waarneembaar is, met de waarheid, maar we mogen de mensen best een geweten schoppen.

Moeten we ons zorgen maken over het nieuws in een tijd waarin magazineoplages kelderen, de mediaconcentratie toeneemt en hetzelfde werk door steeds minder mensen moet worden gedaan?

SOENENS: Dat is een heel terechte vraag in deze tijden, maar ik ben van nature een vooruitgangsoptimist. Ik werk voor Het journaal van de openbare omroep, ons vlaggenschip, maar ook daar merk je dat de budgetten achteruitgaan. En natuurlijk kan ik altijd meer reporters gebruiken om aan dat soort items te werken. Maar minder budget hoeft geen probleem te zijn als de mensen die er zijn op een andere manier leren te kijken, want zo eenvoudig is het uiteindelijk. Met Rudi Vranckx in niemandsland als typevoorbeeld. Ik wil mensen die veel weten over een bepaald onderwerp kansen geven. Specialisatie is de toekomst. Minder stukken, maar langer. Ze beter uitwerken, een soort van helikopterzicht bieden.

Je houdt een vurig pleidooi voor verdieping, terwijl De ideale wereld de Televisiester voor beste informatieprogramma wint.

SOENENS: Dat heeft ons geleerd dat ook humor een manier is om een verhaal te vertellen. Ik ben blij voor hen en een programma als De ideale wereld was een gemis in Vlaanderen, maar dat Otto-Jan Ham zich achteraf verontschuldigd heeft, is tekenend. Ze stonden in de verkeerde categorie genomineerd. Laat het ons zo zeggen: in een ideale wereld gaat het in die categorie tussen Het nieuws en Het journaal en winnen wij.

GEERT VERHEYEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content