De royalty-watchers onder ons werden flink verwend de afgelopen weken. En dan heb ik het niet alleen over de Maxima en Alex-saga, een Hollandse soap met in de hoofdrollen een Argentijnse schone met tearproof-mascara en een polderprins met een sabel, altijd handig als zo’n Amsterdamse junk je gouden koets probeert te carjacken en er met je gsm vandoor wil.
Nee, voor de voyeurs royals (een beschaafd Nederlands woord voor het fenomeen wil me niet meteen te binnen schieten) was er dezelfde week ook een Jambers.doc over Dennis Black Magic, alias ‘de pornokoning van Vlaanderen’. Zoals vanouds een reportage met een hoge aanstootfactor, in die zin dat ik me de doelgroep voorstel als een modaal Vlaams echtpaar dat knus samen op de bank zit – Jos met een bierblikje in de hand, Jeannine met haar voeten op de poef – en elkaar tussen twee grabbels borrelnootjes quasi ontsteld in de ribben port: ‘Maar zie dat aan, zoetje, in wat voor ne wereld leven we nu toch!’
Anderzijds heeft dit soort programma’s ook iets geruststellends: de wereld die ze tonen, is er één van niet mis te verstane contrasten (goed versus slecht, mooi versus lelijk, rijk versus arm) die tot een aangename overzichtelijkheid leiden. Elke oorzaak heeft een duidelijk gevolg en vice versa.
Zo bleek de pornokoning van Vlaanderen puur ten gerieve van de kijkers uit twee gemakkelijk te onderscheiden persoonlijkheden te bestaan: enerzijds Dennis Burkas, naar de familieportretten te oordelen ooit een schattige krullenbol met wakkere ogen, nu een wat eenzelvige vrijgezel die bij zijn moeder in een kneuterig rijhuis in Waterschei woont. En anderzijds Dennis Black Magic, de iele maar toch wat Raspoetinachtige producent van ‘betere’ Vlaamse wipfilms. Burkas sopt zijn boterhammetjes alleen in koffie die in een Schone en de vagebond-mok zit (voor de slechte verstaander zoomde de camera er een keer of drie op in) en slaapt nog steeds in zijn smalle jongensbed, onder een dekbed met dierenopdruk. Calimeroof Winnie the Pooh , dat wilde ik net nog even controleren, maar laat ik de Black Magic-tape nu per abuis met de white magic van Maxima gewist hebben. Maxima wast witter en toeval bestaat niet, zullen we maar zeggen.
Vader Burkas, een Rus met cowboylaarzen, had vroeger een alcoholprobleem. Na de scheiding van zijn ouders kreeg zoonlief een bijzondere band met zijn Griekse mama die hem nog altijd elke morgen een kruiske geeft, zich dag en nacht om zijn welzijn bekommert en zo irritant aan die jongen zit te pallepoten dat het een wonder is dat hij bij wijze van carrière alleen maar ‘vieze filmkes’ maakt in plaats van hulpeloze oude vrouwtjes dood te knuppelen of hoge gebouwen te doen ontploffen.
Als Dennis Burkas, Dennis Black Magic wil worden, zet hij een cool brilletje met blauwe glazen op en trekt hij een leren jack aan met Black Magic boven de linkerborstzak. Geen misverstand mogelijk; Dr. Jeckyll had aardig wat meer werk met zijn transformatie. Maar artistiek verantwoorde pornofilms maken is geen lachertje. Kandidates genoeg: uitdagende mokkels met piercings, maar ook op het eerste gezicht brave meisjes met een probleemhuid en ouders die onvoldoende in orthodontie investeerden.
En allemaal beweerden ze stoer dat je alles eens moest geprobeerd hebben en dat het ‘een uitdaging’ was, voor de camera forniceren met een wildvreemde vent. Nu ja, wildvreemd… Als de nood het hoogst was, konden ze altijd terecht bij castingagent Andy, een multifunctionele werknemer die een onmiskenbare arbeidsvreugde uitstraalde. Of ze het een beetje gezellig gevonden hadden, wilde hij achteraf van zijn instantpartners weten. Ze zaten dan een beetje verwezen in de jacuzzi, die stoere meiden van voorheen, maar o ja, het was geweldig meegevallen. Behalve de anale seks. Maar toch, ze stonden er helemaal voor open.
Hoogtepunt van ‘het werkbezoek’ van het Jambersteam was een interview met een stel dat het beste van zichzelf lag te geven. In haar salon verslikte Jeannine zich in een borrelnootje, mij ontsnapte een licht hysterische giechel, ook al wegens de ongewilde referentie aan de Kelly en Patrick-sketches uit Het Peulengaleis. En zeg nu zelf, Mario De Clercq interpelleer je toch ook niet als hij in het zweet zijns aanschijns bergop rijdt.
Maar wie dacht dat Dennis als de Soderbergh van de Vlaamse beukfilm de nodige appreciatie mag oogsten, heeft het mis. Vooral het gebrek aan erkenning van de ’top-BV’s’ zit hem dwars. Moest hij ze soms neerblaffen, de onbeleefderiken ,snauwde hij z’n arme moedertje toe toen ze in de stretchlimousine van de presentatie van Detlevs blootboek terugkwamen. Nee, alles welbeschouwd leek het me geen feest om Dennis Black Magic te zijn. Als zelfs Dennis Burkas het niet tof vindt…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier