Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Mensen die later iets in de media willen doen, droomden nog niet zo lang geleden hardop van hun eigen talkshow. Het zou dan iets anders worden, iets over de mens achter de bekende kop, of iets op een zeilboot. Talkshows zijn vandaag de dag passé. Wie anno 2005 iets op de televisie wil betekenen, moet zichzelf tot quizmaster promoveren. Koen Wauters, Walter Grootaers, Bruno Wyndaele, ja zelfs de onvolprezen Gerrit De Kock schaften zichzelf een pak roze, gele en pistachegroene fiches aan en bekwaamden zich in het trekken van een intelligent gezicht. U begrijpt dat dit in het geval De Kock enige chirurgische bijsturing vereiste. In het geval Grootaers was een uitstap naar de kwakkelkliniek van Jeff Hoeyberghs zelfs niet voldoende. Hem fluisteren ze nu voortdurend in het oortje dat Ben Crabbé de zanger van de Kreuners opzij wil schuiven. ‘Wie is die zanger ook al weer?’, galmt het in de grot die zijn hersenen is. Het levert hem een voldoende diepzinnige denkrimpel in de voorhoofdstreek op.

Geen van deze would-be quizmasters reikt nog maar aan de bescheiden zolen van de enige echte geniale vragensteller die Vlaanderen rijk is. Zelfs een zachtaardige loebas als Erik Van Looy die met een blik van ik-weet-ook-niet-waarom-ik-dit-doe de intelligentie van zijn bekende medeburgers test, komt niet in de buurt van het vakmanschap waarmee Herman Van Molle zijn onbekende medeburger in De Canvascrack op de rooster legt. Terwijl een Erik Van Looy het in De Slimste Mens ter Wereld heeft over de lichtjes die mogelijks kunnen pinken op het dashboard van een Opel Astra wil Van Molle van zijn kandidaten weten waarom het vrouwtje van de bedwants niet zo tuk is op seks. A. Ze sterft na de daad; B. Ze heeft geen vagina en het mannetje doorboort haar letterlijk met zijn penis; C. Ze is tweeslachtig. Het antwoord is B en Van Molle voegt er zonder een krimp te geven aan toe dat de penis van de bedwants de vorm heeft van een kurkentrekker. Kijk, nu moet je mij eens vertellen wie de slimste mens ter wereld is. Die van de lichtjes van de Opel Astra of die van het geslachtelijke verkeer tussen ma en pa bedwants?

Van Molle is en blijft de grootste, de enige en de beste in zijn soort. Geef Jo Van Damme Per Seconde Wijzer cadeau en het programma wordt even saai als zijn ongetwijfeld verstandige kandidaten. Met Van Molle is het anders. Zijn programma’s zijn staaltjes van eenvoud en nuchterheid, maar hij brengt ze met de natuurlijke flair waarmee de warme bakker de krenten in het brooddeeg duwt. Van Molle moet het niet hebben van bekende gezichten, ingewikkelde formules of een semi-humoristische wederhelft als daar zijn een Marc Reynebeau of een Rick de Leeuw. De decors waarin hij zit zijn steevast even stijl- en smakeloos als de kleur van het hemd waarin hij opdraaft – het voorbije seizoen van De Canvascrack noteerden we een rist aan variaties op roze, een toets van gele hemden en ook nog wat onduidelijk paarse gevallen – en de humor zit gewoon in de vragen. Want bij Van Molle draait het niet om de vorm, wel om de inhoud. En die inhoud, oh, die is om vingers en duimen bij af te likken. Wist u dat Adobe zo veel betekent als in de zon gedroogde klei? Of dat er 30000 slakken nodig zijn voor 1 gram purper? Van Molle kijken is zo’n beetje als door de Winkler Prins bladeren en je volproppen met onnodige, maar bijzonder interessante weetjes. En dat kan deugd doen. De Canvascrack was dan ook een verademing in een overaanbod van hersenloze, hapklare brokken amusement. Alleen hielden we ons hart vast telkens Master Herman een streepje muziek aankondigde. Steevast deinde zijn niet geheel afgetrainde bovenlichaam mee op de bijwijlen goddelijke tonen die de studio vulden. Het had iets van een varkensblaas op volle zee. Het was geen zicht. Maar ach, niemand is perfect.

Tine Hens

‘Naar Herman Van Molle kijken is een beetje als door de Winkler Prins bladeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content