Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

‘In vergelijking met Paradise Hotel lijkt het laatste seizoen van Big Brother door Tsjechov te zijn geschreven.’

Ik had geen geld om op vakantie te gaan.’ Ziedaar de motivatie van twee jonge twintigers om zich in te schrijven voor Paradise Hotel. Spijtig dat bij de onderhandelingen over de eindeloopbaanproblemen geen van de vakbonden de oprichting van een ‘vakantiefonds voor potentiële reality-kandidaten’ als pasmunt heeft gebruikt, zodat we in de toekomst gespaard konden blijven van het slag klaplopers dat sinds een paar weken het scherm teistert. De enige troost is dat de twee kerels niet de zorgeloze tijd in ‘paradaais’ hebben gekregen die ze in gedachten hadden toen ze hun kandidatuur naar VT4 stuurden. In het hotel geraken is immers niet zo moeilijk, maar om er te blijven moet je heel wat harder werken.

Paradise Hotel is een combinatie tussen soap en reality – VT4 noemt dat vernieuwend, alsof Big Brother nooit gebeurd is – waarbij we dagelijks de handel en wandel kunnen volgen van een tiental gebronsde jongens en meisjes in een luxehotel aan de kust van Mexico. Het spel bestaat erin dat de vrijgezellen koppeltjes moeten vormen om een kamer te betrekken; wie daar niet in slaagt, mag eerst een weekje boeten in de ‘single room’ – afgaand op de reacties van de deelnemers hadden ze die evengoed ‘lepra room’ kunnen noemen – en vliegt daarna naar huis. Als ze in tussentijd geen partner hebben afgesnoept van een medekandidaat natuurlijk. Dat gevecht om gezelschap zou tot ‘een programma vol wisselende tactieken en schokkende gebeurtenissen’ moeten leiden, maar dat valt in de praktijk nogal tegen. De verrassingen beperken er zich meestal toe dat er een of twee vrijgezellen extra in het hotel worden gedropt – niet meteen iets waarvan ik steil achterover sla en ook de gasten, die ondertussen wel weten wat ‘reality-tv’ inhoudt, nemen het allemaal nogal filosofisch op. De tactiek is dan weer van de soort die je ook aantreft op een voetbalveld op zaterdagochtend, als de duiveltjes moeten spelen: zodra de bal in het veld komt, stormt iedereen erop af. De minste kink in de kabel bij een van de koppels en het ‘paradaais’ begint te zoemen als een bijenkorf. Met als resultaat dat je afleveringen lang krijgt vol eindeloos gepalaver over wie met wie is, hoelang het nog zou kunnen duren en waarom dat beter anders zou zijn.

Omdat Paradise Hotel dagelijks op de buis komt, zou je volgens VT4 moeten beginnen meeleven met de verschillende kandidaten en hun besognes, maar na een aflevering of vijf voelde ik alleen diepe vermoeidheid en afkeer voor de navelstaarderij en platte praatjes van het groepje hotelgasten. Eén deelnemer waar ik al van in het begin weerzin voor voelde, was een zekere Erik. Erik, een Napoleon in het diepst van zijn gedachten, is een zelfverklaarde meestertacticus die iedereen naar eigen zeggen meteen doorziet en voor zijn karretje spant. In werkelijkheid probeerde de man op de eerste avond van zijn roommate een nachtkus af te dwingen en toen het meisje niet toehapte, stelde hij daarna alles in het werk om haar uit het programma te krijgen. Met succes. Erik heeft trouwens, zoals hij niet nalaat om in de twee gesprekken te vermelden, een eigen zaak, waar hij alles over tactische spelletjes geleerd heeft. Het moet er geweldig werken zijn.

Tot slot nog iets over het taalgebruik in Paradise Hotel. Het is al langer bekend dat de deelnemers in dit soort programma’s graag een woordje Engels gebruiken, dus dat ze het over de tricks van de game hebben en dat het tussen een koppeltje weleens durft te matchen, tot daar aan toe. Maar ook als ze in de veilige omgeving van hun moedertaal blijven, is het resultaat nauwelijks beter; sterker nog, in vergelijking met Paradise Hotel lijkt het laatste seizoen van Big Brother door Tsjechov te zijn geschreven. Wat dacht u bijvoorbeeld van het volgende gesprek (en we hoeven hier niet eens te overdrijven): ‘Ik vind het zo kut dat jij je zo kut voelt.’ ‘Ja, maar daarom is het net zo kut.’ Het lijken verdorie wel de Smurfen! Om in het jargon te blijven: Paradise Hotel is behoorlijk kut.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content