Jongen toch, het is min twee en jij loopt in een T-shirt. Draag dan toch een trui!’ Als een bezorgde oma draait ze een sjaal rond onze nek. Ze schurkt zich dicht tegen ons aan. Tijd voor de genadeslag. ‘Erg hè, die ijzige wind. Ik voel het aan mijn benen. Het linkse is kaal, het andere zit zoals altijd lekker in het dons. Ik wou voor één keer een beetje voelen hoe het is om vrouw te zijn, maar het stinkt naar hondenadem.’ Met een blik vol afgrijzen rukt ze zich los, de straat in, het zicht uit. Foutje. Sommige mensen kunnen geen ‘nee’ zeggen, en wij zijn voorzitter, secretaris en penningmeester van hun belangenvereniging. Mag het een beetje meer zijn bij de slager? Natuurlijk. Een wafelenbak voor de skiklassen? Twee pakken alstublieft. Het shopping channel? Gatver. Daarmee was het allemaal begonnen. Vorig jaar hadden we ons door zo’n gebruinde lippengymnast met een raar Hollands accent laten overhalen om een hebbeding aan te schaffen dat in een discrete kartonnen doos zou worden geleverd. ‘The butt massager’ zou ons leven veranderen. Je legt het ding op je autostoel, laat je kont in de file richting Brussel anderhalf uur masseren, en na twee weken heb je billen als motorhelmen. Vorige maand was die rare vent er weer, deze keer met een wonderlijke ontharingscrème, tijdelijk geleverd met exclusieve scheermesjes en biokinetische houder. Nee is in zo’n geval geen optie. Het vervolg kent u.
De enige Vláming die dergelijke wonderproducten aan de man zou kunnen brengen, is Wim Schamp. Bruingebronsd, dat eeuwige smalende lachje om de lippen, een kapsel dat een zelfvertrouwen van graniet verraadt, en een blik waarin in vlammende hoofdletters ‘Ik zal u eens vertellen hoe het leven in mekaar zit’ te lezen staat. Als het leven even anders was gelopen, was Schamp handelaar in tweedehandsauto’s geworden langs een rommelige Vlaamse steenweg, en draaide hij kilometertellers sneller terug dan zijn schaduw. Maar de wegen van de Heer zijn ondoorgrondelijk, en Schamp werd een communicatieorakel. Lange tijd concentreerde hij zich op politieke partijen, maar sinds hij in ruzie ligt met de SP.A, de VLD en N-VA, heeft hij zijn terrein wat verlegd. Sinds enkele weken draait hij mee als jurylid in Succes in 100 dagen op VT4, een programma dat ineen werd gedraaid op dwingend verzoek van Patricia Ceysens. Sinds Stille Waters, waarin een bedrijfsleider zijn dagen doorkwam met frauderen, hoerenlopen en aborteren, is ‘ondernemen’ in Vlaanderen namelijk een vies woord geworden. Maar in Succes in 100 dagen krijgen zes koppels dus de kans om een zaak uit te bouwen, waarbij ze worden begeleid en gekeurd door een vierkoppige jury: Schamp, interieurarchitecte Karin Zooms, Nike-manager Jean-Pierre Van Damme en Marc Appel, hoofd van een bedrijf dat ICT-bedrijven screent. Met zo’n triumviraat vraag je natuurlijk om geeuwtelevisie, maar één ding weten we wel zeker: Succes in 100 dagen is een van de hardste actieprogramma’s die het laatste jaar op de Vlaamse tv hebben gelopen. Op een eiland op een evenwichtsbalk staan zien we nog wel zitten. Maar een camera op je handen krijgen terwijl je een wurgend huurcontract tekent? Weten dat je je laat rollen bij de aankoop van een rijdende frituur, maar de moed niet meer kunnen opbrengen om ertegenin te gaan? Een locatie zoeken voor een pianobar in een buurt waar de politie net enkele huizen heeft verzegeld? Alle vervelende paperassen die je het liefst in de haard zou gooien maar waarvan je beseft dat ze je kunnen ruïneren, krijg je in enkele dagen op je bord, en Wim Schamp kijkt hoofdschuddend mee. Op het eind van de aflevering viel een koppel aspirant-frituurhouders af. Schamp had gemerkt dat de man in kwestie, de Erwin in Erwins Frietmobiel, bang was van frituurvet. Vergeet De Mol, De Werf, Expeditie Robinson en The Block: nergens anders staan de kandidaten psychologisch zo in hun blootje, en vanuit de coulissen reikt Schamp de ontharingscrème aan. Door Bart Cornand
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier