De eerste aflevering van Katarakt was interessant. Ik wist niet dat Limburgse fruittelers bij de eerste vrieskou vuurpotten tussen hun bomen moesten gaan plaatsen of de bloesems beregenden om ze te beschermen tegen koning vorst. Al evenmin was ik op de hoogte van het bestaan van zogenaamde bloesemiglo’s, een wonderbaarlijk middeltje om de tere plantjes te vrijwaren. Alleen zou je van een serie die werd aangekondigd als ‘prestigieus en hoogstaand’ meer mogen verwachten dan enkele weetjes die je ook kunt terugvinden in een iet of wat doorwrochte spreekbeurt over de Limburgse fruitteelt. Zeker als de makers vooraf de lat hoog hadden gelegd door te zeggen dat Terug Naar Oosterdonk de norm was.

Het was echter al van bij de opening duidelijk dat Katarakt die ambitie niet zou kunnen waarmaken. Terwijl Terug Naar Oosterdonk aftrapte met een desoriënterende sterfscène gevolgd door een verwarrende flashback, hadden de scenaristen van Katarakt blijkbaar het zekere voor het onzekere genomen: ze legden eerst even de titel van de serie uit. We zagen hoe een oogarts het hoofdpersonage Elisabeth onderzocht en haar daarna de diagnose meegaf: een lichte vorm van katarakt, een afwijking waarbij ‘de ooglens troebel wordt’ en waarvoor ze ‘misschien ooit’ een operatie nodig zal hebben. Het zette meteen de toon voor de rest van de eerste aflevering, waarin er liever iets te veel uitgelegd werd dan te weinig.

Dat Elisabeth de broek draagt in het gezin en haar man Frank een watje is, werd bijvoorbeeld ook heel breed uitgesmeerd. Aan de Limburgse universiteit waar Elisabeth departementshoofd is, kwam een vacature voor bestuurder en daarvoor stelde de vrouw zich meteen kandidaat. Zonder haar man te raadplegen natuurlijk, want zoals ze hem tijdens een autoritje toebeet: ‘Het is niet omdat jij geen ambitie hebt, dat ik er geen mag hebben!’ Voor de slechte verstaander volgde dan nog een heet standje in de lokale ijzerwarenwinkel, waar Elisabeth de bediende de huid vol schold omdat hij haar niet vlug genoeg een waterpomp wou meegeven terwijl die dweil van een Frank op de achtergrond met neergeslagen ogen toekeek. Hetzelfde procedé voltrok zich toen de verziekte relatie tussen Elisabeth en haar vader geschetst werd: opnieuw kreeg je een vijftal scènes na elkaar waarin telkens opnieuw heel opzichtig getoond werd dat de man teleurgesteld was in zijn dochter en zich daar niet overheen kon zetten.

Het grootste euvel in de eerste afleve-ring van Katarakt was dan ook dat je gemakkelijk ruwweg een derde had kunnen schrappen zonder dat het verhaal eronder leed, omdat zoveel scènes alleen leken te zijn opgenomen om ervoor te zorgen dat iedere kijker toch zeker mee zou kunnen. (Of om de schoonheid van de Limburgse fruitstreek te tonen natuurlijk, want op dat vlak stelde Katarakt allerminst teleur.) Misschien moeten we afspreken dat we voortaan het label ‘kwaliteitsserie’ alleen nog bovenhalen voor een Vlaamse reeks die de kijkers echt durft uit te dagen, zonder te letten op het budget, de acteurs die erin meedoen of de schilderachtigheid van het decor.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content