Komaan, gasten, we gaan ons niet belachelijk maken op het schoolfeest. En Cornand, kun jij voor één keer die intro van De jacht is mooier dan de vangst juist spelen?’ Dat doet de deur dicht. Als die lul van een zanger niet snel zijn mond houdt, stappen we uit de band en kunnen ze het met een gitarist minder stellen. Ocharme zeventien jaar, maar dat staat daar wél Marlon Brando na te doen in A Streetcar Named Desire. We hebben nieuws voor je, jongen: je bent Rick De Leeuw niet, je staat niet te repeteren in Paradiso maar in de achterkeuken van je ouders, en je probeert wel cool te zijn maar laat te veel zien van wat je wil. Jij je zin. De volumeknop van onze versterker krijgt een ruk naar rechts, het plectrum krast langs de snaren, en met een rotklap komt het valse plafond naar beneden. In 1988 waren wij dan ook nadrukkelijk afwezig op het schoolfeest, maar dat was een kleine prijs die we graag betaalden voor een grote zaak: de Tröckener Kecks werden die dag niet slecht gecoverd.
Rick de Leeuw en wij zijn bloedbroeders, alleen weet hij dat nog niet. Op onze jongenskamer hingen posters van Jimi Hendrix en kerstboodschappen van John Lennon aan de muur, maar om reden van overlijden waren die twee helden onbereikbaar. Rick was ook wel een beetje veraf, maar dan ook weer niet. En dát maakte van hem het toppunt van haalbare cool. Net als hij kunnen wij niet dansen. Net als hij houden wij van mooie zinnen en zwarte pakken. Net als hij spreken wij een volstrekt onverstaanbare variant van het Nederlands. Net als hij zijn wij in het diepst van onze gedachten een stervoetballer – hij aan de zijde van Johan Cruijff, wij als linksvoor bij de preminiemen van White Star Sint-Amandsberg. Alleen kan De Leeuw cooler niet dansen, spreekt hij sexier onverstaanbaar en weet hij écht iets van voetbal af. En om die reden zit hij sinds vorige week dagelijks in QuizTa, de sportquiz op Sporza, en zitten wij voor de tv.
Doorgaans associëren we dergelijke feitenfeestjes met fetisjisten als Michel Wuyts, wat het kijkplezier danig beknot, maar wanneer de quizzende teams worden voorgezeten door De Leeuw en Herman Brusselmans (nog zo’n in de bot geknakt voetbaltalent), draperen wij onszelf met plezier over de bank. De vragen van quizmaster Ben Crabbé zijn uitstekend, en dan vooral omdat wij er niet één van kunnen beantwoorden. In welke hoek trapte Jean-Marie Pfaff de penalty in de finale van de Uefa-beker? ‘Hij gaat voor het enthousiasme’, grijnsde De Leeuw. ‘Dan gaat hij hard en hoog.’ En zo geschiedde. ‘In de finale van de Wereldbeker 1976 speelde Duitsland tegen Tsjecho-Slowakije. Panenka scoorde er met de mooiste penalty ooit. Maar wie was toen de Duitse doelman? Tony Schumacher, Sepp Maier of Bodo Illgner?’ Wij dachten dat het Ulrike Meinhof was, maar De Leeuw twijfelde geen seconde: ‘Maier natuurlijk’.
Voor wie dát weet, een boek als Comeback kan schrijven, in De Laatste Show met een shit-eating grin Rod Stewart imiteert, én dan nog eens versregels verzint als ‘ Mijn vader op tv/ zoveel jonger dan ik nu/ zoveel ouder dan ik ooit/ nu ook op video‘, laten wij met plezier een vals plafond naar beneden komen. Hij doet het één voor het geld, twee voor de show en drie voor het publiek, zingt hij in Met hart en ziel. Heel stiekem doen wij het eigenlijk voor Rick de Leeuw.
door Bart Cornand
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier