Net toen we dachten dat de crème-au-beurretaart van kerstavond de geijkte weg naar de uitgang had gevonden, kregen we op TV1 een gulp reflux over ons heen. Geprangd tussen eindejaarslijstjes, Kristallen Fietsen, Sportvrouwen en Managers van het Jaar vond de VRT het nodig om de kloof met de burger (de jongste tv-seizoenen gereduceerd tot een scheurtje in het asfalt op het viaduct van Vilvoorde) te dichten en op zoek te gaan De Kijker van het Jaar. Wie had de afgelopen twaalf maanden het meest voor de lichtbak gezeten en had daar behalve een repetitive strain injury (een zapvinger, omzeggens) ook nog enige herinnering aan overgehouden? Kortom, we zochten de grootste couch potato van Vlaanderen en die zou voor al zijn fysieke arbeid beloond worden met een Fiat, inclusief sleepkabel.

Al snel werd duidelijk dat De Kijker van het Jaar niet meteen programma van het jaar zou worden. De quiz van het productiehuis De Mensen, met als presentator oppermensje Ben Crabbé, was een bouillabaisse van 1 tegen 100, De Pappenheimers, een panel bekende Vlamingen en een wedstrijdformule die zo ingewikkeld was dat ze er bij de Esa wellicht de Beagle 2 op Mars mee kunnen traceren. Bruno Wijndaele zat met open mond naar de spelregels van Crabbé te luisteren, het publiek leek een jaarlang alleen naar de radio te hebben geluisterd en de quizvragen zelf waren te banaal om ernstig over na te denken. Wat was het meest bekeken programma van het jaar? De Mol, natuurlijk. Wat is de tweede regel van het lied Sanomi van Urban Trad op het Songfestival? ‘Helé Manilla keranu Aliya irema nia lago Ture madilé’, zeg niet dat u dat niet wist. ‘Welke van deze vier villa’s is de woonst van Rik Daems?’ De protserigste, vaneigens.

Om het kort te houden, de verkiezing van De Kijker van het Jaar was even spannend als de middernachtmis. En wij weten waar het verkeerd ging. Ten eerste: zoals alles in televisieland was het de schuld van Wyn-daele. De gewezen presentator van De Laatste Show droeg een stoppelbaard die moest symboliseren hoe hij als een gelouterd man uit de woestijn was gekomen en wist alle antwoorden op de vragen die hem werden gesteld. Geen wonder, hij heeft de jongste maanden tijd zat gehad om tv te kijken, en dat zette de andere kandidaten geweldig onder de stress.

Ten tweede: er moesten weer zonodig politici bij gesleurd worden. Kathleen Van Brempt (SP.A) riep Het leven zoals het is û kinderziekenhuis uit tot het beste programma van 2003. ‘Ziek zijn is erg’, fluisterde de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, ‘maar zieke kinderen, dat is nog veel erger.’ Nooit eet ik nog crème-au-beurre, dacht ik meteen. Echt grof werd het toen een zingende Pieter De Crem (CD&V) eerst solliciteerde voor een postje bij Idool 2004 voor politici en daarna ook nog zijn kinderen wijsmaakte dat hij na de verkiezingen heel veel thuis zou zijn. Arme bloedjes. Arme kijkers.

Het was nochtans zo duidelijk: 2003 was het jaar van de bevallingsprogramma’s. Wie het waagde om even weg te zappen van de reclame, keek recht een stel opengesperde benen in. Moederkoek? Bevallingsontlasting? De kandidaten van De Kijker van het Jaar wisten er alles van, tot op de laatste gram. Maar daar kwamen natuurlijk geen vragen over, want dát had geïmpliceerd dat mensen ook wel eens naar een ander station dan de VRT hadden gekeken.

Door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content