Stel dat Lucas Van den Eynde nog altijd als Xavier Debaere door het leven zou gaan. En David Davidse zich voor de rest van zijn bestaan onder de kernwapenbestendige watergolf en de perles fines van Madame de Coeur Brisé zou verschuilen. Geef toe, we zouden dat misschien een tikkeltje vreemd vinden. Van Dame Edna willen we het nog aannemen, al was het maar omdat Barry Humphries als manspersoon helemaal niet om aan te zien is.

Dat Dré Steemans geen Italiaanse figaro uit Eisden is, weten we ook al lang, maar eens Felice, altijd Felice, zo leek het tot voor kort. Niets is minder waar. Want als we Het Laatste Nieuws mogen geloven, ‘staat de echte Dré tegenwoordig steeds harder op de deur te bonken om zijn eigen ding te doen’. In de vorm van een ernstige talkshow. Of – waarom niet – een kunstmagazine. Voor de centen hoeft hij het niet meer te doen, want in hetzelfde interview mogen we vernemen we dat Dré ‘binnen’ is. De gelukzak. Allemaal dankzij het drukke mannetje Felice, dat nu een roemloze dood tegemoet gaat. De interviewer van dienst heeft daar alle begrip voor. ‘Het is alsof Hugo Claus z’n hele leven lang de Plopsakrant zou moeten volschrijven’, merkt hij fijntjes op.

Om het af te leren en in afwachting van zijn eigen Trommels en Trompetten presenteert de populaire entertainer het poets-wederom-poets-programma Complot, waarin hij als een kruising tussen John Belushi in de Blues Brothers en Donald Pleasence als de Bond-snoodaard Blofeld de aroseurs aroseert, om in cinemaspeak te blijven. Stelt indringende vragen – Hebt u dat ook met de Paashaas? – terwijl de camera intussen genoeg artistieke wervelingen maakt om Claude Lelouch groen van nijd te doen uitslaan en de poetsenbakkers bij voorkeur van onderen af benadert zodat we ongegeneerd in hun neusgaten kunnen blikken.

De rol van wraakengel is Dré overigens op het lijf geschreven. Meld iets over zijn persoon dat hem niet aanstaat en hij hangt aan de lijn, bij voorkeur ’s morgens vroeg, als je met een nog wat duf hoofd de redactielokalen betreedt. ‘Het is hier de halfgare macaroni’, klinkt het licht dreigend in je oor. Eerst weet je bijgod niet waar dat op slaat maar de wat slepende sibilanten klinken je bekend in de oren. Dan valt hij: ‘halfgare macaroni’, zo heb je (toen nog) Felice genoemd in een knorrig stukje over Sleutelgat, een zogezegd amusementsprogramma waarin de kijkers moesten raden in welke BV-woning ze zo-even rondgesnuffeld hadden. Wat natuurlijk niet netjes is. Iemand een halfgare macaroni noemen, bedoel ik. En ook een beetje dom. Voor je het weet word je van homofobie verdacht. Geheel onterecht overigens: minstens éénderde van mijn kennissenkring doet het met bomen, struiken of ongewassen sokken. Ze moeten het zelf weten.

Of ik iets tegen hem heb, wil Dré/Felice vervolgens weten. En of we elkaar überhaupt al eens hebben ontmoet. Ik ontken alles. Televisiekringen frequenteren? Een mens in mijn positie weet wel beter, een ongeluk is gauw gebeurd. En nee, ik doe dat niet voor de lol, over domme programma’s mopperen. Maar een mens moet eten, nietwaar.

‘Als je dan nog kon schrijven’, sniert Steemans giftig. En of ik me wel realiseer dat hij Dehaene Jean-Luc mag noemen. Het verband ontgaat me wat en het had me eerlijk gezegd nog meer verbaasd als hij Dehaene Isidoor zou noemen, of Lionel Hampton, om maar iets te zeggen. Maar er is geen speld tussen te krijgen. ‘Ik zal aan Jos vragen wie gij zijt’, sist Steemans nu regelrecht sinister. Tot op heden is het mij volstrekt onduidelijk over welke Jos het hier ging. Jos Ghysen? Jos Geysels? Het opperwezen? Of is Jos Lubbeeks voor Johnson? Ik kan u echter verzekeren dat ik het Brussels Media Centre de volgende dagen met enige behoedzaamheid betrad. Het kan aankomen, zo’n woeste Limburger die van achter een potpalm springt. Laat er dus vooral geen twijfel over bestaan: TAFKAF ( the artist formerly known as Felice) is an honourable man. En een begenadigd artiest. En de komende twee weken bevind ik mij in een ver buitenland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content