Te Land, ter Zee en in de Lucht

© © VTM
Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

‘In een tobbe of een daarop lijkend voorwerp te water gaan en een bel trachten te bereiken.’ Dat is de omschrijving die in de Van Dale te lezen staat bij het woord ’tobbedansen’. We kennen weinig tv-programma’s die een nieuw woord in de Nederlandse taal ingang hebben laten vinden, maar Te Land, ter Zee en in de Lucht is er een van. Daarom onthaalden we de komst van de Hollandse spektakelshow deze zomer op vtm natuurlijk nog niet meteen op gejuich. Het is al vaker gebleken dat concepten uit onze jeugd waarop we met enige nostalgie terugkijken in een modern jasje niet werken – The A-Team, iemand? – en ander recent vertier als WipeOut en Hole In The Wall had ons geduld met programma’s waarin mensen ergens tegenaan smakken of vanaf glijden, danig op de proef gesteld.

Gelukkig bezit Te Land, ter Zee en in de Lucht meer charme dan die twee samen. Het begint al bij de deelnemers. De kandidaten in WipeOut waren verlekkerd op de geldprijs, en de mensen die zich voor Hole In The Wall in een grijs pakje wurmden, deden dat omdat ze nu eenmaal BV’s zijn en geen kans op publiciteit mogen laten schieten. Alleen in Te Land, ter Zee en in de Lucht zie je mensen die al voor de 20e keer een tuig in elkaar hebben geknutseld, of vind je deelnemers die voor ze van de schans afgaan zeggen dat ‘hun kinderdroom in vervulling gaat’.

In Te Land, ter Zee en in de Lucht zijn er ook prijzen te winnen, maar die zijn eigenlijk maar bijzaak. Of beter gezegd: voor het gros van de deelnemers is de prijs voor de originaliteit veel belangrijker dan de zogenaamde hoofdprijs voor de snelste kandidaat. Het blijft een vreemd fenomeen dat sommige mensen zich vrijwillig enkele weken in hun garage opsluiten om daar een tobbe – al gaat het in de meeste gevallen om ‘een daarop lijkend voorwerp’ – in elkaar te steken. Zeker omdat de kans groot is dat het bierblikje uit spaanplaat of de wankele ark van Noach ergens halverwege de schans een eigen leven zal gaan leiden en de inzittenden nooit maar in de buurt van de bel komen. Als Panamarenko geen artistiek talent had gehad en alleen maar handig was geweest met planken en spijkers, dan had hij wellicht mee-gedaan aan Te Land, Ter Zee en in de Lucht.

In die context is Adriaan Van den Hoof de ideale presentator voor deze nieuwe reeks. Hij geeft de indruk dat hij er ooit ook wel eens van gedroomd heeft om de schans af te glijden en kan helemaal meegaan in de passie van de kandidaten. Tegelijk bekijkt hij alles met de nodige ironische afstandelijkheid. Als iemand de laatste hand moet leggen aan zijn bouwwerk, helpt Van den Hoof dus met veel plezier mee, maar toen vier kerels van middelbare leeftijd in een door hun moeder gestikt safaripak kwamen vertellen dat ze zich vooral ‘niet belachelijk wilden maken’, riposteerde hij toch meteen dat hen dat niet erg goed gelukt was.

Is Te Land, ter Zee en in de Lucht de afgelopen weken daarom essentiële tv geweest? Allerminst: wij hebben ook maar een paar afleveringen meegepikt en we hebben niet het gevoel dat we iets hebben gemist. Als je één bierblikje hebt zien tobbedansen, dan heb je ze allemaal gezien. Maar het is wel een programma dat erin slaagt om pretentieloos te zijn zonder op de zenuwen te werken, en dat is op het kleine scherm uitzonderlijk.

Woensdag, vtm

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de nieuwe blog Testbeeld op FOCUSKNACK .BE

Stefaan Werbrouck

Als Panamarenko geen artistiek talent had gehad en alleen maar handig was geweest, dan had hij meegedaan aan ‘Te Land, ter Zee en in de Lucht’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content