De fans hebben zes jaar moeten wachten, maar ‘Kill Bill’, de nieuwe van Quentin Tarantino, is nu toch een feit. En zoals verwacht vallen er in de film doden bij bosjes en gutst het bloed rijkelijk. Het zinloze geweld moest zelfs gesplitst worden, in twee delen die afzonderlijk worden uitgebracht.

kill bill Vanaf 29/10 in de bioscoop

Als in Pulp Fiction John Travolta moet babysitten op gangsterliefje Uma Thurman, onspint er zich zo’n typische Tarantino-dialoog, vol verwijzingen naar media en populaire cultuur. Thurman vertelt over haar rol in een mislukte tv-serie, genaamd Fox Force 5. Ze speelde daarin een messenexpert, die samen met een Japanse collega deel uitmaakte van een Charlie’s Angels-achtige club misdaadbestrijders. Deze scène uit Ta-rantino’s superhit uit 1994 is de laatste maanden uitgebreid onder de loep gelegd door bezoekers van chatrooms en internetforums. Menig fan meent immers dat ze het oeridee bevat voor Tarantino’s nieuwste film, Kill Bill. Gaat die ook niet over een groepje vechtersbazinnen, met een Japanse (het personage van Lucy Liu) in het midden? En speelt Thurman niet een killer met een voorkeur voor zwaarden – de overtreffende trap van het mes?

De regisseur heeft desgevraagd al toegegeven dat het idee voor Kill Bill ‘is ontstaan in een gesprek tussen Uma en mij tijdens de opnames voor Pulp Fiction‘. Maar hoeveel waarde je aan die uitspraak moet hechten, blijft nog maar de vraag. Tarantino staat erom bekend mythes graag een handje te helpen. In de zes jaar sinds zijn laatste film, Jackie Brown, voedde hij de geruchtenmachine veel en vaak. Hij zou een gangsterfilm maken met John Travolta. Serieus denken over een oorlogsprent met Adam Sandler. Een roman van Elmore Leonard aan het bewerken zijn. En ondertussen wist Hollywoods grootste cultregisseur van de jaren negentig de aandacht van pers en publiek vast te houden, zonder ook maar één titel aan zijn filmografie toe te voegen.

Tarantino heeft de pauze aangegrepen om de bakens drastisch te verzetten. Zijn nieuweling speelt niet in het Amerikaanse onderwereldcircuit zoals voorgangers Reservoir Dogs (1992), Pulp Fiction (1994) en Jackie Brown (1997). Kill Bill is een eerbetoon aan de kungfufilms die hij per dozijn verslond in zijn dagen als videotheekbediende. Hoofdpersoon is de ex-huurmoordenares The Bride (Thurman) die op haar bruiloft wordt neergeschoten – samen met bruidegom en alle gasten – door haar voormalige baas Bill. Als ze na vijf jaar coma ontwaakt, is haar doel simpel: wraak. Niet alleen Bill moet boeten, zijn hele syndicaat zal eraan moeten geloven.

Cinefiel als Tarantino is, heeft hij Kill Bill propvol gestopt met talloze verwijzingen naar oude Aziatische vechtfilms, vooral die van zijn idool Chang Cheh. Een deel van de film werd gedraaid in de studio’s van de legendarische Shaw Brothers. De film bevat zwartwitscènes á la Godzilla en een Japans anime-intermezzo. De special effects-afdeling kreeg opdracht zich te verdiepen in wat Tarantino ’the Chinese way of filmmaking’ noemt: goedkope trucage zonder enige digitale effecten die de gewenste seventies-B-film-look moeten opleveren. Cameraman Bob Richardson zette hij op een dieet van samoeraifilms. En voor de authenticiteit van de vechtscènes huurde hij veteraan Yuen Wo-ping in, die ook verantwoordelijk was voor het gevechtskunstenballet in Matrix Reloaded en Crouching Tiger, Hidden Dragon.

Het script voor Kill Bill, dat een buitenissige 202 pagina’s telt, lijkt wel de definitieve versie van het handboek Onmogelijke Camerastandpunten en Visueel Gegoochel. De Tarantino-eske dialogen (denk aan de Madonna-proloog in Reservoir Dogs of de absurdistische verhandeling over friet met mayonaise in Pulp Fiction) lijken bijna helemaal te ontbreken. Kill Bill is één en al actie. Zozeer zelfs dat één criticus droog opmerkte dat ’the story is a bodycount’. Zinloos geweld, hét handelsmerk van kungfu, wordt in Kill Bill uitvergroot tot absurde proporties. Tarantino lijkt het ultragewelddadige Itchi the Killer van Miiki Takashi naar de kroon te willen steken. Hoogtepunt is de scène waarin Uma niet minder dan 76 tegenstanders tot kebab hakt. Hiervoor werd maar liefst vijfhonderd liter speciaal ‘samoeraibloed’ – namaakbloed dat wordt gebruikt in Aziatische films – gereserveerd, dat volgens de perfectionistische regisseur veel mooier van het blinkende staal drupt dan gewone horrorketchup.

Door Edo Dijksterhuis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content