ARABISTIEK VOOR DUMMIES. Tahar Ben Jelloun houdt de deur van de Magreb voor u open.

Partir

TAHAR BEN JELLOUN

GALLIMARD, A 17,60

The Last Friend

TAHAR BEN JELLOUN

NEW PRESS, 147 BLZ., A 20

Voor westerlingen die niet thuis zijn in de Arabische wereld en literatuur vormt het werk van de Marokkaanse schrijver Tahar Ben Jelloun misschien wel de ideale introductie. Zijn boeken behoren tot het modernste en meest ambitieuze dat sinds de onafhankelijkheid van de Magreblanden aan de Arabische tegencultuur is ontsproten. Uit zijn nieuwste werk Partir, over een groep studenten die aan zee – met de Spaanse kust in de verte – dromen van het paradijs dat zo dichtbij lijkt, willen we u volgende passage niet onthouden:

‘La petite Malika, ouvrière dans une usine du port de Tanger, demande à son voisin Azel, sans travail, de lui montrer ses diplômes. – Et toi, lui dit-il, que veux-tu faire plus tard? – Partir. – Partir… ce n’est pas un métier! – Une fois partie, j’aurai un métier. – Partir où? – Partir n’importe où, là-bas par exemple. – L’Espagne? – Oui, l’Espagne, France, j’y habite déjà en rêve. – Et tu t’y sens bien? – Cela dépend des nuits.’

Gevraagd naar waarom hij Arabische literatuur schrijft in de taal van de kolonisator, zei de aimabele Tahar Ben Jelloun ons ooit: ‘Sommigen zien het als verraad om te schrijven in de taal van de Ander, maar ik zie het als een daad van durf die de bestaande sociale orde aanvecht.’

Mondjesmaat wordt zijn oeuvre de jongste jaren in het Engels vertaald, zodat ook de Fransschuwen onder u geen excuus meer hebben. Zonet verscheen bijvoorbeeld de Engelse vertaling van Le Dernier Ami, het verhaal van de 40 jaar durende vriendschap tussen twee Marokkanen, Mamed – een kettingrokende grappenmaker – en Ali (wiens bleke huid, intellectuele sulligheid en geboorteplaats Fez lijken te verwijzen naar de auteur). Hun evolutie weerspiegelt die van een land dat, gevangen tussen islamitische tradities en de verleidingen van Tanger, cultureel en politiek steeds complexer wordt. Na een onbezorgde jeugd komen Mamed en Ali terecht in een militaire gevangenis, waar ze pas 18 maanden later weer uit geraken dankzij een koninklijk pardon. Mamed trekt naar Zweden, Ali blijft in Marokko. Hun vriendschap lijkt op een liefdesrelatie die slecht dreigt af te lopen, waarbij elke partij zijn versie van de feiten geeft, en, gevoed ook door stille jaloezie en verraad, moet vaststellen dat ze niet dezelfde geschiedenis hebben geleefd. Naar het einde bedreigt een zware ziekte hun vriendschap, en op het moment waarop alles verloren lijkt, heeft een brief van de één aan de ander het effect van een bom. Een intrigerend boek over een typische Magrebijnse vriendschap, een blik in een complexe samenleving vol tegenstrijdigheden, en een wreed portret van Marokko tijdens de jaren van repressie.

Hans Comijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content