alles eraf, coiffeur! – Musical-, horror- én filmfans, maak een afspraak met kapper-slager Sweeney Todd. Tim Burton en Johnny Depp brengen u een van de meest lyrische,bloederige en uitzinnige filmspektakels van het jaar.
Tim Burton met Johnny Depp, Helena Bonham-Carter, Sacha Baron-Cohen, Alan Rickman, Timothy Spall
Een gotische filmmusical over een k(w)elende coiffeur met kannibalistische trekjes: met wélke argumenten Tim Burton de Warnerstudio’s kon overhalen om hiervoor 50 miljoen dollar op te hoesten blijft een raadsel. Feit is dat elke rechtgeaarde cinefiel deze heerlijke gemuteerde Hollywoodmusical aan de borst zou moeten drukken. Nog bizarder dan het groteske verhaal waarop deze adaptatie van Stephen Sondheims Broadway- grusical is gebaseerd, is immers de vaststelling dat Burton er zowaar een échte film van heeft gemaakt, met échte personages van vlees en bloed (en waarvan menigeen ook herleid wordt tot vlees en bloed).
In wat ’s werelds eerste KNT-horrormusical moet zijn, volgt Burton de psychotische Benjamin Barker (Johnny Depp) – nom de crime: Sweeney Todd – op zijn wraakqueeste doorheen victoriaans Londen. Vijftien jaar lang heeft Barker/Todd ten onrechte in de gevangenis gezeten en nu hij weer op vrije voeten is, wil hij maar één ding: de corrupte rechter (Alan Rickman) en de immorele klassenmaatschappij die hem tot de goot hebben veroordeeld doen bloeden. Letterlijk. Vandaar dat hij als interim-kapper het begrip ‘kortgeknipt’ een nieuwe dimensie geeft door geregeld een keel over te snijden, waarna hij samen met zijn partner in crime Mrs. Lovett (Helena Bonham-Carter) de verminkte lijken tot meat pies verwerkt. Kwestie van alle sporen netjes op te ruimen.
Geef toe: het verhaal klinkt nog een stuk van de pot gerukter dan lugubere Burtonsprookjes als Beetlejuice, The Nightmare Before Christmas of Sleepy Hollow, en bovendien wordt dit dickensiaanse freakfest ook nog eens volledig gezongen. Waarmee grap en gruwel zich 120 minuten lang aan een heerlijk uitzinnige danse macabre wagen, terwijl Sondheims volstrekt onmeezingbare songs al grimassend tussen Kurt Weill en Bernard Herrmann laveren en de (niet muzikaal geschoolde) cast met aandoenlijk engagement de keel wijd openzet.
Zo mag Johnny Depp dan al niet ’s werelds meest toonvaste tenor zijn: zijn vertolking van de seriemoordende barbier is zó gedreven en oprecht (hij kreeg er een Oscarnominatie voor) dat deze film niet zomaar een practical joke lijkt te willen uithalen met het tussen sympathie en walging walsende publiek, maar ook iets fundamenteels lijkt te willen zeggen over liefde en wraak. Do-re-mi- fAAARGH!
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier