SUPERBREIN

Vanaf 24/1, elke zondag, 08.50, Ketnet.

Kinderen die ook in het weekend geprikkeld willen worden, kunnen binnenkort terecht bij Lieven Scheire en zijn assistent Proefkonijn, de 25-jarige acteur, theatermaker en illustrator Jasper Dreesen. In Superbrein onderwerpen ze twee teams van tien- tot twaalfjarigen en een team van bekende Ketnetgezichten aan praktische uitdagingen en wetenschappelijke vragen. Ze laten hen ook de afloop van experimenten voorspellen en proeven uitvoeren.

Je presenteerde De allesweter omdat je meer tijd nodig had om het tweede seizoen van De schuur van Scheire uit te werken. Is ook dit tijd kopen of had je gewoon zin in een kinderprogramma?

LIEVEN SCHEIRE: Ik was er meteen enthousiast over omdat ik al langer iets voor Ketnet wilde doen en omdat wetenschap mijn dada is. Bovendien kwam het niet in het vaarwater van het tweede seizoen van De schuur. Het is een Brits en dus een aangekocht format dat geen maanden denkwerk meer vergde. Door de goede voorbereiding van de ploeg kon het ook heel compact gedraaid worden.

Speelde het feit dat je vader van drie bent ook mee?

SCHEIRE: Mijn oudste kinderen zijn zes en zeven en kunnen nu zelf opstaan en tv-kijken, waardoor we in het weekend eens wat langer in bed kunnen blijven liggen. Dat is bijzonder handig. Misschien heb ik dus onbewust toegezegd omdat ik zo onszelf en andere jonge ouders help. Ook al is Superbrein niet specifiek op kinderen van hun leeftijd gericht, ik ben er zeker van dat mijn kroost volledig mee zal zijn. Bij kinderprogramma’s is het vaak zo dat vooral degenen die iets jonger dan de doelgroep zijn het fantastisch vinden, omdat ze zich dan ouder voelen.

Denk je dat kinderen na een schoolweek gebeten zullen zijn om in het weekend naar iets te kijken dat, hoe ludiek ook, in wezen schools is?

SCHEIRE: Schools vind ik het niet. We doen veel proefjes waarvan de wowfactor veel groter is dan de schoolse factor. De quiz zit onbewust een beetje in elkaar zoals de Amerikaanse fysicus Richard Feynman het onderwijs zag. Hij vond dat je niet jaren door stoffige materie moet ploeteren om dan op het einde te leren welke interessante dingen je ermee kunt doen. Hij doceerde dus net omgekeerd. Ook wij wekken eerst de interesse van de kinderen en leggen dan pas uit hoe het ineenzit.

Wellicht zal niet elk kind, laat staan elke kijker, dat kunnen begrijpen. Ben je niet bang dat je kinderen die in andere opzichten intelligent zijn een slecht gevoel zal bezorgen?

SCHEIRE: Dat gevaar bestaat, maar ik heb niet de indruk dat Superbrein enkel voor de slimmeriken is. We spelen meer met wetenschap en techniek dan we er les over geven. Ik zal een voorbeeld geven: we gaven hen eens een arsenaal aan voorwerpen en een opgeblazen ballon, met als opdracht om die te doen ontploffen zonder hem aan te raken. Ze waren geprikkeld om inventief te zijn, want het toffe is dat ze op die leeftijd nog niet geremd zijn en waanzinnige dingen kunnen verzinnen. Het is niet erg als die mislukken. De ideeën zelf tellen.

THOMAS VAN LOOCKE