Ze incarneerde getroebleerde minnaressen en bitchy matrones, vergaarde een recordaantal van veertien Oscarnominaties en is zowat het zinnebeeld van de ernstige Hollywoodster. En toch staat ze in de ABBA-musical ‘Mamma Mia!’ ongegeneerd te zingen en te shaken. Alles goed, Meryl Streep?

Dave Mestdach

Lichtzinnigheid komt met de jaren’, schatert een opvallend welgemutste Meryl Streep wanneer we haar ontmoeten in het zonovergoten Griekse decor van haar nieuwste film Mamma Mia! In deze jukeboxkomedie naar de hypersuccesvolle theatermusical zet Streep dan ook een van de luchtigste rollen uit haar imposante carrière neer. Als ouwe vrijster op zoek naar leuvve waagt ze zich zowaar zingend en dansend aan ABBA-evergreens als Dancing Queen, Money, Money, Money en The Winner Takes It All. Zou Streep dertig jaar na haar doorbraak in The Deer Hunter en vijfentwintig jaar na haar Oscar voor Sophie’s Choice zelf ook op haar imago van drama- en Oscarkoningin uitgekeken zijn? Mag het met haar zestigste verjaardag in zicht ook al eens minder ernstig? En voelt ze zich bevrijd nu ze zich met bijrollen in The Hours, Adaptation en The Devil Wears Prada van oerklassieke, in pathos en gravitas zwelgende leading lady tot veelzijdige karakteractrice wist om te scholen? Pertinente vragen voor de meest bejubelde actrice van haar generatie.

Om meteen tot de essentie te komen: waarom, Meryl. Waarom?

Streep: (lacht) Omdat het veel te leuk was om te weigeren. Ik heb vorig jaar Bertolt Brecht op de planken gebracht en in een ander gewichtig theaterstuk een moeder-overste neergezet – een rol waarvoor ik 7 kilo moest aankomen. En toen belde mijn manager met de vraag of ik geen zin had om in Griekenland ABBA-liedjes te zingen en te dansen. Vakantie, plezier en een goeie work-out in één dus!

Had je voordien de musical gezien?

Streep: Ja, zeven jaar geleden in New York. Na twintig jaar in Connecticut ben ik op 9 september 2001 naar Manhattan verhuisd. Ik hoef je allicht niet te vertellen wat daar toen twee dagen later gebeurd is. Na de aanslagen lag de stad niet alleen fysiek, maar ook mentaal compleet in puin. Omdat mijn dochter twee weken later verjaarde, besloot ik haar mee te nemen naar die nieuwe musical waarover ik gelezen had. ‘Iets met ABBA-liedjes en flamboyante fun waarvan je vrolijker wordt’, stond in de krant. ‘Dat is wellicht het beste cadeau dat ik haar momenteel kan geven’, dacht ik. En die voorstelling heeft ons inderdaad een flinke opkikker gegeven. Aanvankelijk zat de hele zaal er wat bedremmeld bij – je voelde het verdriet tot in de coulissen – maar twee uur later stond iedereen te joelen en te dansen. Die musical was het perfecte medicijn. Precies wat New York nodig had. En die helende kracht heeft hij nog steeds. Het is een universele ode aan het leven en de liefde.

En aan Griekenland als vakantiebestemming. Maar: had jij geen zonne-allergie?

Streep: (knikt) Ik houd niet van de zon en al helemaal niet van zweten. Gelukkig hebben we verschillende buitenscènes in de studio gefilmd en bestaat er zo’n spray die je snel een bruin kleurtje geeft. Liggen zonnen op een overbevolkt strand met een doorzichtig topje en zand in mijn kruis, is zowat mijn idee van de hel. (lacht)

Je personage heeft een losbandige jeugd achter de rug. Was je zelfvroeger ook zo vrijgevochten?

Streep: Ik was nog véél erger, schatje. Wat wil je? Ik ben een kind van de sixties. Maar het is zoals Edith Piaf ooit zong: ‘ Non. Rien de rien. Non, je ne regrette rien.(schatert) Ik heb me schaamteloos geamuseerd toen ik jong was en heb nergens spijt van.

Het is de eerste keer dat we je in een musical zien. Word je daar ondanksal jouw ervaring nog nerveus van?

Streep: Tuurlijk wel. De hele cast was trouwens nerveus de eerste dagen, zelfs Pierce Brosnan en Colin Firth. Gelukkig ebde de nervositeit snel weg nadat we elkaar voor het eerst aan het werk zagen. ‘Als dát ook al zingen en dansen is, hoef ik me toch niet veel zorgen te maken’, dacht iedereen stiekem. (lacht) Veel stresserender was het om voor Benny Andersson te zingen. Plots word je als amateur in een superprofessionele studio in New York gedropt en zit de maker van die geweldige ABBA-liedjes je vanachter de knoppen allerlei instructies te geven. Ik heb vroeger dan wel zangles gehad, het moet van mijn middelbareschool-examens geleden zijn dat de zenuwen me nog zo door de keel gierden.

Had je Benny’s platen wel in huis?

Streep: Ik ben meer een Tom Waits- en Bruce Springsteenmeisje, moet ik bekennen. Maar die ABBA-hits heb ik altijd grandioos gevonden. Een beetje campy, maar geestige teksten, catchy melodieën en heerlijk om bij uit de bol te gaan.

Over uit de bol gaan gesproken: wilde je met deze film niet vooral je ernstige imago doorbreken?

Streep: Neen, maar ik vond het wel leuk om eens een bocht van 180 graden te maken. Het moet niet altijd kommer en kwel zijn. Al vind ik dat de meeste films die ik heb gemaakt – zelfs de ernstigste exemplaren zoals Sophie’s Choice of Lions for Lambs – toch altijd een warme, optimistische dimensie hadden. Bovendien moet je eerst voor komische rollen gevraagd worden en in Hollywood wordt er nu eenmaal snel een label op je geplakt. ‘We willen een ernstige film met een ernstige vrouwelijke hoofdrol? Laten we Streep bellen. Die kan goed snotteren.’ Dat was, zeker in het begin van mijn carrière, vaak het devies van de producenten. Maar je hoort me niet klagen. Ik heb die serieuze kant ook altijd zelf opgezocht en mezelf altijd meer als een dramatische actrice beschouwd. Alleen blijft het leuk om te variëren en te tonen dat je ook een breder spectrum aankunt.

Put je dan uit je eigen leven om een rol op te bouwen?

Streep: Toch niet, omdat je je persoonlijke emoties nooit volledig onder controle krijgt en het dus niet zeker is of die manier van werken de film wel ten goede komt. De scène uit Sophie’s Choice waarin mijn personage tussen haar kinderen moet kiezen is daarvan een goed voorbeeld. Op dat moment had ik nog maar één kind – inmiddels heb ik er vier – en ik heb die scène ook maar één keer gelezen. Ik wilde er gewoon niet over nadenken. Eén take, één keer volledig tot op het bot gaan en that was it. Wat had ik moeten doen? Mijn zoontje enkele dagen achterlaten? Dat wil geen zinnig mens toch overwegen? Je moet jezelf als acteur niet nodeloos kwellen. Daar wordt je vertolking heus niet beter van. Ik geloof meer in de kracht van de verbeelding. Neem mijn rol in Kramer vs. Kramer. Op dat moment had ik zelfs nog helemaal geen kinderen, maar de moeder die ik later geworden ben, zat toen wel al in me. Ik hoefde haar alleen maar voor de geest te halen. Een goeie actrice moet de dingen die in ieder van ons zitten via haar verbeelding naar boven kunnen halen: ouderschap, wreedheid, vergevingsgezindheid. Zulke zaken.

Je tegenspeler in ‘Kramer vs. Kramer’ – Dustin Hoffman – is anders wel een acteur die zichzelf kan kwellen.

Streep: Én zijn tegenspelers. Dustin is een schat, maar wist je dat hij me tijdens de opnames een harde klap heeft verkocht? In de scène waarin mijn personage hem verlaat, sloeg hij me vlak voordat de regisseur ‘actie’ riep plots hard in het gezicht, zogezegd omdat ik écht kwaad en gekwetst moest ogen. Blijkbaar ontkent hij dat nog steeds, maar als je goed kijkt, kun je mijn wangen zien gloeien. Ik heb het hem vergeven, maar ik kan je verzekeren dat ik toen écht heel erg kwaad was. Zijn methode bleek dus wel te werken. (lacht)

Je hebt tal van iconische rollen neergezet en bent een van de bekendste actrices ter wereld. En toch ben je nooit opgeslokt door de celebritycultus. Hoe ben je daarin geslaagd?

Streep: Door mezelf niet in de uitverkoop te zetten. Voor een stuk heb je die dingen zelf in de hand. Ik heb mijn vuile was in interviews nooit buiten gehangen en die jetsetfeestjes heb ik altijd met plezier overgeslagen. Mijn werk en mijn familie zijn altijd het belangrijkste voor me geweest. Dat celebritygedoe heb ik altijd als puur bijkomstig beschouwd. Ik heb ook maar vijf jaar in Los Angeles gewoond. De mentaliteit daar verstikte me. Ik moest verdorie mijn haar wassen en make-up aanbrengen om mijn kinderen van school te halen. Dat is niks voor mij. Ik loop liever met vettig haar in een overall rond. (lacht)

Heeft je status ooit tegen je gewerkt?

Streep: Toch wel. Vooral in mijn relatie met andere acteurs. Elke keer opnieuw merk ik dat mijn medespelers zich tijdens de eerste draaidagen wat onwennig voelen. Vaak hebben ze een onrealistisch beeld van me gevormd, alsof ik nooit een take verknal en alleen maar geweldige dingen doe. Wanneer ze merken dat ik er ook al eens glad naast zit, waait dat gelukkig snel over. (lacht) Ik probeer me ook altijd ten dienste van de film te stellen. Ik heb véél liever dat mensen zeggen: die film met Meryl Steep was geweldig, in plaats van: Meryl Streep was geweldig in die film. Het draait tenslotte niet om mij. Wel om het geheel, om de emoties en de interactie met het publiek. En dat méén ik. Ik vind mezelf heus niet zo geweldig. Misschien kan ik zelfs helemaal niet acteren en berust alles op één groot misverstand. Met die mentaliteit probeer ik in elk geval altijd aan de start van een nieuw project te komen. Dat houdt je bescheiden en gemotiveerd.

Je wordt binnenkort zestig.Ooit al aan ophouden gedacht?

Ik denk aan niks anders. (lacht) Maar ik doe het nog altijd zo graag. Elke keer vrees ik dat het publiek op me uitgekeken zal zijn, maar dan merk ik hoe vaak ik nog voor de meest uiteenlopende dingen word gevraagd. Ik ben wel van plan om het iets kalmer aan te doen. Ik heb de voorbije vijfendertig jaar fulltime in film en theater gewerkt, maar dat begint toch te wegen. Nu mijn kinderen bijna allemaal volwassen zijn, is wellicht het moment daar om wat meer tijd voor mezelf te nemen. Film zal ik niet zo snel opgeven – omdat opnames meestal maar twee à drie maanden duren en je dat makkelijker kunt inplannen. Maar tussendoor ga ik wel minder theaterstukken doen. Je zou het me misschien niet nageven, maar ik ben nu eenmaal geen jonge scharrel meer. (schatert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content