0.30 – CANVAS (HERHALING VAN ZONDAGAVOND, 22.45)
‘Your mother is dead. Sing your own songs!’, schreeuwde een Hollandse boerenlul ooit naar Liza Minnelli, toen die als een wrak op het podium in Carré stond. Begin jaren 80 was dat, toen de ster uit New York, New York en Cabaret ironisch genoeg beter op haar moeder Judy Garland leek dan ooit tevoren: beiden waren een icoon voor homo’s én een willoze prooi voor verslavingen, eenzaamheid en frustraties. Anno 2006 heeft de chanteuse eindelijk weer controle over haar leven gewonnen – na vier huwelijken leert een mens al eens iets bij, kun je maar denken. Méér nog: op 26 februari staat Minnelli op de planken in het Paleis Voor Schone Kunsten van Brussel waar ze een collage van haar carrière brengt. Voor Spraakmakers trekt Frieda Van Wijck een week voordien naar een hotel in München, waar ze op zoek gaat naar de ziel van de zangeres.
Is Lieven Vandenhaute, je collega in Spraakmakers, niet verschrikkelijk jaloers op je?
Frieda Van Wijck:(lacht) Ik ben nogal egoïstisch geweest, ja. Minnelli is inderdaad een icoon voor de gay movement, maar dat is net een van die zaken die me zo fascineren aan haar. Ik vermoed dat ik intussen zelfs weet hoe ze die status kreeg. In Cabaret merk je dat goed, hè: ze is niet echt androgyn, maar haar vrouwelijkheid is zo onopvallend. Vandaar dat drag queens haar vaak imiteren, waarschijnlijk.
Wat wil je absoluut weten van Minnelli?
Van Wijck: Ik hoop dat ik de biseksualiteit van haar vader durf aan te kaarten (musicalregisseur Vincente Minnelli, nvdr.). Ze lijkt me open genoeg om erover te praten. Haar hele leven is publiek domein, hè. Ze groeide ook op in glamourland: een leven buiten die kunstmatige gemeenschap heeft ze waarschijnlijk nooit gekend.
Heb jij haar leven ook op de voet gevolgd?
Van Wijck: Niet echt. Ik ben daarom ook benieuwd of ze nog steeds zo moddervet is als tien jaar geleden. Ik vond het interessant dat ze zich toen luidruchtig kantte tegen plastische chirurgie, maar misschien is ze toch voor de bijl gegaan. Eigenlijk vind ik haar toch wel een tragisch figuur. Maar tja, dát maakt haar natuurlijk iets interessanter dan ons.
The Score HH Frank Oz en Budd Davis, VS 2001. Een voorspelbare, stereotype film over een oplichting door Oz klassiek in beeld gezet, al blijft het genieten van de generatieclash in Montréal tussen de ‘reuzen’ Robert De Niro, Marlon Brando en Edward Norton (21.10 – VT4) l Thieves Like Us HHHH Robert Altman, VS 1974. Altman, op het Bonnie and Clyde-terrein, maar deze’remake’ van Nicholas Ray’s They Live by Night situeert zich tussen The Long Goodbye en Nashville en dateert dus van zijn meest creatieve periode, toen hij zich al of niet ironisch ging toeleggen op het ontbinden en herinterpreteren van traditionele genres. Geen glamourrijke genrefilm of typische gangster noir met mythische helden dus, maar een sociologische observatie van het banale leven van criminele outlaws op de vlucht in het landelijke Mississippi (23.55 – ARTE).
De laatste dagen van de Groote Oorlog Documentaire over de vredesonderhandelingen op het einde van WOII, in een treinwagon in een bos in de buurt van Compiègne (20.50 – Canvas).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier