SPLINTERNET

‘Yolo’ stond in kruisjessteek op zijn muts. ‘Diejaajwaai’, zei hij. ‘Vanoptinternet.’ Hij viste zijn smartphone uit de achterzak van zijn jeans en toonde me een filmpje van een rapper die beatboxend de kruisjessteek uitlegt. ‘Diejaajwaai. Vet cool, niet?’ Ik antwoordde dat ik Diejaajwaai niet kende en vroeg welke nummers hij zoal zong… rapte… bracht. Zijn wenkbrauwen schoten lijzig omhoog. ‘Die Aai Waai’, articuleerde hij nadrukkelijk. ‘Do It Yourself?’

Ik had deze vijftienjarige buurjongen van de lantaarnpaal geschraapt waar hij meestal de uren na schooltijd doorbrengt omdat ik bijstand nodig had. Sommige tv-programma’s spreken nu eenmaal een zo zeldzaam gebruikte krul van mijn voorhoofdskwab aan dat ik niet anders kan dan hulp inroepen van de bedoelde doelgroep.

Ik had nootjes klaargezet, een portie gemengd en Fairtradesapjes. ‘Cool’, mompelde hij en draaide het flesje multivruchten open. Ik legde hem nog even het verloop van het komende halfuur uit. Hij keek naar Splinternet en ik observeerde hem en het programma. ‘Top’, en hij graaide in de kom met nootjes. Op het scherm hakte een Aziatische man met zijn hoofd okkernoten tot moes. ‘Ondertussen in Pakistan’, meldde een stem die ik herkende als Agnes van de gps. Even later dwarrelden er bekende vrouwen met baarden voorbij, op de voet gevolgd door een struikelende pinguïn.

Vijf seconden – ik heb het geteld – vijf seconden duurde het vooraleer de vijftienjarige kijker in mijn zetel zijn vingers over zijn eigen scherm bewoog en zijn persoonlijke versie van Splinternet fabriceerde. Het ene filmpje na het andere toonde hij me. Van een hardrocker die met zijn tanden een mixer hanteert terwijl hij met zijn handen de bloem voor de cake afweegt tot een rastafari die de kersenpitten die hij in zijn ene neusgat propt er met zijn andere neusgat weer uitschiet. Plots zag ik iets in de jongen wat ik niet eerder had opgemerkt: enthousiasme. ‘Tien meter!’ riep hij. ‘Fuck, man, dat moet ik ook proberen.’

Plots wist hij wat hij met zijn leven wilde doen. En dat meende hij. Tutorials posten. Want hoe doe je dat? Pitten in je ene neusgat proppen en ze er langs het andere weer uit schieten? Ik stelde me vooral het gesprek voor dat hij met zijn ouders over zijn toekomstplannen zou voeren. ‘Nog een nootje?’ vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd. Plots had hij het druk. ‘Trouwens, dat programma: biejeejheech!’ ‘Huh?’ Weer die wenkbrauwen. ‘Boring as hell.’

Gelijk had hij. Splinternet bewijst precies wat ongeveer alle andere compilatieprogramma’s van internethits al uitgebreid hebben aangetoond: kijken naar het resultaat van zoektermen op tv is vooral een confrontatie met de eindeloze leegte die aan de rand van ons bestaan gaapt. ‘Hoe zou een mens binnen honderd jaar verveling uitbeelden?’ vraag ik me soms af. Tot nu dacht ik aan een hangende vijftienjarige. Nu zie ik zes twintigers in een container voor mij die van alles met hun computer doen, die van sokken paardenkoppen maken of die proberen de perfecte cirkel te tekenen. Ik beeld me in hoe ze met hun paardenkopsokken op hun hoofd in bed kruipen. Hoe ze dat filmen. En posten. Hoe ze dan guitig lachen om dit hoogtepunt van hun dag en zachtjes yolo fluisteren.

Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld

* Elke weekdag – 2BE

DOOR TINE HENS

VIJF SECONDEN DUURDE HET VOORALEER DE VIJFTIENJARIGE KIJKER IN MIJN ZETEL ZIJN VINGERS OVER ZIJN EIGEN SCHERM BEWOOG EN ZIJN PERSOONLIJKE VERSIE VAN SPLINTERNET FABRICEERDE.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content