SPACE COWBOY

LEE HAZLEWOOD: in grandioze orkestraties gewikkelde weemoed.

‘In the beginning there was nothing, but it was kinda fun to watch nothing grow’, bromde Lee Hazlewood op Requiem for an Almost Lady, een van zijn schier onvindbare soloalbums, uit 1971. Light in The Attic zet ’s mans groeischeuten onder het broedlicht.

Hij schonk Nancy Sinatra het onsterfelijke These Boots Are Made for Walking, bedacht de twang waarmee gitarist Duane Eddy instrumentale hits als Rebel Rouser scoorde, schoof Gram Parsons zijn eerste platencontract onder de neus en werkte samen met Dean Martin en ol’ blue eyes himself. Maar de soloplaten van Lee Hazlewood die tussen 1963 en 2006 (!) uitkwamen, scheerden bepaald geen hoge toppen. Zelfs in de tweedehandszaak zijn ze moeilijk te vinden. In het vakje country én tussen de crooners, onder psychedelica of bij de bubblegum.

Hazlewood was een space cowboy: te vierkant voor de hippies, te freaky voor de goegemeente. Serge Gainsbourg, ook zo’n geval apart, had Jane Birkin, Hazlewoods favoriete nimf heet Nancy. Op The Very Special World of (1966) spelen ze de schone en het beest tijdens de melancholische break-up-song Sand. In grandioze orkestraties gewikkelde weemoed is een van Hazlewoods grote sterktes. Richard Hawley rekent hem niet voor niks bij de allergrootsten – zie Your Sweet Love en My Autumn’s Done Come. Een andere bewonderaar is Nick Cave, vooral wegens de tussen bittere ironie en kurkdroge humor schipperende kijk op liefde, lust en de donkere, onrustige ziel van snorrenmans. ‘She saw me messin’ with a girl named Sue/ And baby can’t do what Sue can do’, proclameert Hazlewood tijdens My Baby Cried All Night Long, countryblues zoals Ennio Morricone die zou bedenken.

Hazlewood noemde zijn drie albums voor MGM ‘de ideale gelegenheid om dure demo’s op te nemen’. Op Lee Hazlewoodism (1967) verteert de studiorat hun budget met Spaanse gitaren, yé-yé, jinglejanglepop à la The Byrds, en in droefgeestig parlando vertelde indianenverhalen zoals The Night en I Am a Part. In After Six krijgt de lounge lizard vrij spel: ‘I’ll give you my shoes for a glass of booze / If you won’t tell, they don’t smell no better than I do, after six.’

De songs op Something Special (1968) zijn voornamelijk voortekenen voor wat komen zal: de duetplaat Nancy & Lee (1968), met het magistrale Some Velvet Morning, en Love & Other Crimes (1968), dat naast Requiem for an Almost Lady, debuutplaat Trouble Is a Lonesome Town (1963) en The Very Special World tot Lees beste werk mag gerekend worden. Yep, it is kinda fun to hear Hazlewood grow.

LEE HAZLEWOOD

The Very Special World of Lee Hazlewood ****

Lee Hazlewoodism: Its Cause and Cure ***

Something Special **

pop/country rock/lounge

Light In The Attic

Een vak apart

DOWNLOAD

Your Sweet Love

My Autumn’s Done Come

After Six

JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content