Sound, vision and sex

Dit was 2014: popmuzikanten met een unieke, uitgekristalliseerde kijk op hun identiteit, wars van alle clichés. De tien beste platen van het jaar? Het was eens een makkie.

Met helemaal bovenaan dus seks, van Tahliah Barnett, een 26-jarige danseres uit Cheltenham die je onder de podiumnaam FKA twigs van je sokken blies. Niet met bolle wangen, maar hortend, stotend, tussendoor een krop wegslikkend, met van passie half toegeknepen keel zelfs. Wat twigs op LP1 verklankte, was het gerinkel van resoluut aan diggelen gemepte stereotypes van vrouwelijke seksualiteit in de popsong. Geen zoete liefde, geen ordinaire lust. LP1 opperde dat de gemeenschap der geslachten ook een wanhopige, twijfelende, obsessieve, verstikkende daad kan zijn, en nagelde ten slotte die stelling aan de deur door de hand aan zichzelf te slaan: ‘I don’t need you / I love my touch / Know just what to do / So I tell myself it’s cool.’ Al hoefde je voor een goed begrip en bijbehorend kippenvel niet eens op de teksten te letten, zo fragiel en smachtend kronkelde Barnett door de gedeconstrueerde slow jams en desolate r&b. LP1 openbaarde een gretige artieste die bereid is haar daden- en controledrang tot aan de emotionele uitputting te drijven.

Niet veel minder hulde ook voor de rest van de top tien, stuk voor stuk namen die wisten te lozen wat op vorige platen hun talent nog verwaterde, en die zo puurder, beter zijn geworden. Gaande van de briljante wazigheid van The War on Drugs tot de grandioze artpop van Wild Beasts; van de ‘luister, ik breek hier en nu uit mijn schelp’-emoties van Perfume Genius tot de romantische elektronische dance van Caribou, van de twinkelende rêverieën van Amatorski tot de laidback glampsychrock van Ty Segall en het fabelachtige gitaarwerk van Steve Gunn.

Naast FKA twigs vormen Kate Tempest en Arca de andere langspeeldebutanten in de lijst. De eerste moet snel in staat zijn om de ‘vrouwelijke Mike Skinner van The Streets’-vergelijking de kop in te drukken, de tweede onderstreepte zijn productionele bijdrage aan twigs’ LP1 met Xen, elegant elektronisch experiment met een intense hartenklop.

Men herkent een goed jaar ten slotte ook aan what bubbles under: Damien Jurado, Beck, SOHN, Damon Albarn, Kevin Morby, Owen Pallett, Swans, Sharon Van Etten, How to Dress Well, St. Vincent, Mac DeMarco, Sam Amidon, de hiphop van Young Fathers of Run the Jewels, de linkse electronica van Andy Stoth, The Bug en Aphex Twin, en dan de Belgen nog (zie pagina 30).

The beat goes nog geen klein beetje on.

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content