SONGFESTIVAL MET ZWAARDEN

Ze hebben ooit uren van onze tijd gekost. Maar stellen de tv-series waar we jaren geleden verslaafd aan waren vandaag nog iets voor? Zeven ervaringsdeskundigen leggen een zomer lang zeven titels van toen op de testbank. Deze week: Xena: Warrior Princess.

Water sist op gloeiende kolen. Een gemaskerde, schaars geklede vrouw slaat met een bundel twijgen – zwoesj – op de blote billen van een vrouw. Zwoesj. Op het ritme van de slagen glijdt de camera over haar lichaam. Het is zondagmiddag, 17.10 uur. Kinderuurtje. Mijn eerste kennismaking met Xena: Warrior Princess. Ik ben meteen verkocht. Nochtans hou ik niet van fantasy. Hercules hou ik geen kwartier vol. Te veel middelmatig acteerwerk, voorspelbare plotjes, domme dialogen en knullige actiescènes. Maar naar Xena kan ik nachtenlang kijken. Is dat echt alleen omdat Lucy Lawless op onnavolgbare wijze die leren bustier weet te vullen?

Dat Xena überhaupt bestaat, is het gevolg van zoveel toevalligheden dat de goden ermee gemoeid moeten zijn. Het verhaal begint in de jaren zeventig, dicht bij mijn geboortejaar. Economiestudent Robert Tapert deelt zijn kamer aan Michigan State University met Ivan Raimi en raakt bevriend met diens broer Sam (ja, die van A Simple Plan en Spider-Man). Die maakt al van kindsbeen af Super 8-filmpjes met zijn jeugdvriend Bruce Campbell. Tussen de drie pakt de mayonaise meteen: samen maken ze The Evil Dead (1981), een lowbudgethorrorfilmpje dat het tot cultfilm schopt. Tapert wordt producent, Raimi producent-regisseur en Campbell acteur. De drie verliezen elkaar nooit meer uit het oog; halfweg de jaren negentig volgt de tv-reeks Hercules. Daarin duikt een vrouwelijke slechterik in een leren rokje op; het publiek is dol op haar. Xena begint haar leven als spin-off van Mr. Muscle, maar overtreft al snel de populariteit daarvan. Niet het minst door de twee hoofdrolspeelsters: Lucy Lawless (met wie Tapert later trouwt) en Renée O’Connor, nochtans allebei derde keuze voor hun rol.

De combinatie van hun talent tilt Xena boven andere, soortgelijke reeksen uit. Hoe zwaar Raimi heeft doorgewogen op look and feel is moeilijk te zeggen, maar de gelijkenissen in beeldtaal met zijn western The Quick and the Dead (1995) zijn opvallend. Zoals de camera die meevliegt met de kogel tijdens een duel, waarna we door het gaatje in het lijf van de getroffene de blauwe hemel zien. Zo’n camerawerk zien we wanneer Xena iemand aan een boom nagelt met een zwaardvis – don’t ask, ik heb niet gezegd dat de reeks een toonbeeld van goeie smaak was.

In theorie is Xena een actiereeks. Of een fantasyreeks. Maar de genres worden er even ongegeneerd in door elkaar geklutst als de geschiedenis; hoewel de serie in de Griekse oudheid speelt, wordt er vrolijk gesprongen naar het Verre Oosten, het Romeinse rijk en het Egypte van Cleopatra, en doen ook goden uit andere wereldgodsdiensten hun zegje. In zes seizoenen passeren alle genres de revue, van drama tot slapstick. Het vissengevecht uit de aflevering The Quill Is Mightier… is pure Monty Python, of Marx Brothers.

Natuurlijk is Xena kitsch, maar dat wil niet zeggen dat de reeks geen ethische thema’s aanraakt; tussen alle gein door wordt nagedacht over de grenzen van religie, of de zin van de doodstraf – weliswaar door een personage dat elke aflevering minstens tien mensen aan mootjes hakt. Ook aan morele dilemma’s geen gebrek. Als Xena’s compagnon Gabrielle zwanger wordt van een kwade god, moet ze dat kind dan opgeven? Vanuit haar geloof in het goede houdt ze het kind en noemt het Hope. Helaas triomfeert het kwaad, en doodt Gabrielles dochter Xena’s zoon, waarna Gabrielle haar eigen kind alsnog ombrengt. Hoe moeten de twee hierna samen verder? Een radicale genrewissel brengt soelaas: ze leggen het bij in een musicalaflevering. No joke.

Zware morele thema’s of niet, Xena is altijd grappig. Niet het minst door de double entendres. Neem nu The Quest: Autolycus, koning der dieven (een hilarische Bruce Campbell), is gevangen genomen door een amazone die hem de bergplaats van de ambrosia – godenvoedsel dat eruitziet als roze gelei en onsterfelijk maakt – probeert te ontfutselen. Ze sleurt hem aan een leren halsband achter zich aan, slaat hem een paar keer in het gezicht. Als ze ophoudt, protesteert hij: ‘Hey, I paid for an hour.’

Ik vraag me af of een zender de reeks vandaag nog in de namiddag zou durven uit te zenden, nu de nieuwe preutsheid heeft toegeslagen. Xena was haar tijd ver vooruit als sterke vrouw in het tv-landschap. En dan bedoel ik niet alleen haar spierballen, of het feminisme van de amazones, die op hun combattiefst bijna aan Femen doen denken. Xena en Gabrielle zijn ook de enige personages die een ontwikkeling doormaken en emotioneel gelaagd zijn. De mannen zijn brute agressievelingen (Ares, Borias, Caesar), zweverige watjes (Eli) of – al dan niet charmante – idioten (Joxer en Autolycus).

Het is niet niets: een reeks met twee vrouwen in de hoofdrol die geen man hebben, samen de wereld afreizen, ja, zelfs bom-moeders zijn. Als Ares naar de vader van Xena’s kind polst -‘Had dan gezegd dat je een vader zocht. Maar blijkbaar heb je er al één’ – antwoordt ze doodleuk: ‘Ja. Gabrielle.’ Die kijkt blozend weg, waarop Ares de bal binnenkopt: ‘Ik had geld gegeven om dat te zien.’ De zwangere Xena herhaalt de boodschap als haar moeder met potentiële echtgenoten komt aanzetten: ‘Ik heb al een gezin, ik heb geen man nodig.’ Eh… wacht even. Ziet u, ziet u, wat ik hier zie?

Eerst dacht ik dat het aan mij lag. Een mens ziet wat hij wil zien, ik zat midden in mijn coming-outjaren en zag lesbiennes achter elke boom. Of in elk meer. Zoals in de openingsscène van Altared States: Xena’s bustier hangt aan een struik. Naast haar jurkje. En haar wapens. Offscreen horen we Xena’s stem: ‘Komaan, Gabrielle, je wilt dit al zo lang…’ De camera draait om de bosjes heen; de twee vrouwen zwemmen samen, naakt. Gabrielle aarzelt, gaat dan kopje-onder; Xena sluit de ogen. Zucht. Eh?!

Twee scènes verder bezingt Gabrielle Xena’s schoonheid. Oké, ze is een beetje stoned, maar nog een kwartier later, tijdens een ontsnapping uit een waterput, zegt Xena tegen Gabrielle: ‘Klim maar op mijn lichaam.’ De dialoog die daarop volgt, is niet alleen hilarisch – ‘Doe ik je pijn?’ ‘Nee, ik geniet van elke minuut’ – maar staat ook zo bol van de subtekst dat er geen twijfel meer mogelijk is. Toch?

Xena verscheen tijdens de beginjaren van het internet en werd de oermoeder van de interactieve tv. De serie bouwde online razendsnel een fancommunity op, die driftig fan fiction schreef. Soms bleef die trouw aan stijl en personages, maar lang niet altijd. De makers namen op hun beurt gretig elementen daaruit over in de reeks. Maar Xena raakte nog een andere snaar, zo bleek uit de massa altfic, alternative fan fiction. Twee vrouwen die de hele tijd elkaars schouders masseren en te pas en te onpas vertellen hoe onvolledig hun leven was voor hun ontmoeting… zou dat een koppel kunnen zijn? En hoe zat het tussen al die amazones? De fans lieten hun fantasie de vrije loop in onlinescenario’s, van licht romantisch tot expliciet pornografisch.

De makers beseften dat ze iets in gang hadden gezet dat ze niet konden negeren. Dus besloten ze erin mee te gaan. Vanaf seizoen 2 stond het voor cast en crew vast dat er tussen de twee vrouwen meer speelde dan vriendschap. Expliciet gezegd werd dat nooit, tussen de regels des te meer. Beide actrices speelden het fantastisch, ook met de kijker. Voor elke ‘lesbische kus’ tussen die twee werd er (ver) gezocht naar een verklaring: zoals in The Quest, waar de ziel van Xena tijdelijk in het lijf van Autolycus zit. In die hoedanigheid kussen Xena en Gabrielle elkaar, maar of Xena’s ziel Autolycus’ lichaam verlaat net voor/tijdens/na die kus, dat mocht de kijker invullen.

De speculaties over de romance tussen de vrouwen maakte de cultstatus van de reeks compleet: de Warrior Princess en haar sidekick werden lesbische iconen, dykons. Ook dat paste bij de tijd; de holebigemeenschap stond op de barricaden voor gelijke rechten, van het homohuwelijk was nog nergens sprake. Rolmodellen waren schaars. Voor veel lesbiennes betekende het zinnetje ‘Her name was Xena, her courage would change the world’ uit de generiek veel meer dan een gewonnen knokpartij in het Oude Griekenland.

Dat de reeks zo geweldig is, is precies omdat ze as camp as Christmas is. Met als absolute uitschieters van goed-foutigheid de twee musicalafleveringen – of zoals mijn lief schamper opmerkte toen ze het afgelopen weekend gedwongen werd mee te kijken naar Bitter Suite: ‘Dit kan niet waar zijn. Het is van Samson geleden dat ik een hond in rijm hoorde zingen.’ Lyre Lyre, Hearts on Fire komt zelfs gevaarlijk dicht bij een Songfestival-met-zwaarden. Die aflevering, waarin Joxer zich tegen wil en dank verzoent met zijn broer Jace, een relnicht in een roze legging, heeft zonder twijfel het hoogste queergehalte van de hele reeks. Hoewel: in Here She Comes… Miss Amphipolis schopt een dragqueen het tot Miss Known World, waarna hij/zij Xena een tong draait. Hoezo kinderreeks? Heerlijk progressief, dat wel.

Of misschien ligt het toch aan mij. Want nu ik eraan denk: ik keek altijd naar Xena met mijn vader. Zijn motieven kwamen waarschijnlijk dichter bij die waarmee mijn opa enthousiast naar MTV zapte als Madonna een nieuwe hit had. Blijkbaar zit die voorliefde voor extravagante brassières in de familie. Op het gevaar af voor eeuwig te worden aangesproken op mijn slechte smaak: bij het herbekijken vond ik Xena nog steeds even lekker als twintig jaar geleden. Dat is het voordeel van kitsch: het raakt nooit gedateerd, want het is nooit bij de tijd geweest. Sommige dingen staan boven de mode. De meeste daarvan eindigen op een A. Zoals Madonna. Of Abba. En Xena.

VOLGENDE WEEK THE WEST WING

DOOR GAEA SCHOETERS

VOOR VEEL LESBIENNES

BETEKENDE DAT ZINNETJE

‘HER COURAGE WOULD

CHANGE THE WORLD’ UIT

DE GENERIEK VEEL MEER DAN

EEN GEWONNEN KNOKPARTIJ

IN HET OUDE GRIEKENLAND.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content