‘SOMS DANDY, SOMS DADDY’

Vlnr.: FREDERIK TAMPERE, MICHAËL VERSCHAEVE, JOHANNES VERSCHAEVE en WOLFGANG VANWYMEERSCH.

Het slagwoord dat in twaalf jaar The Van Jets het vaakst is opgeworpen, zou best wel eens ‘speels’ kunnen zijn. Ja, zelfs met betrekking tot de nieuwe, vierde plaat Welcome to Strange Paradise, die zich over donkere thema’s als decadentie, manische depressie en de utopie van het geluk buigt. ‘Ik heb de knop gevonden om mezelf bewust te destabiliseren.’

Heren, voorganger Halo was letterlijk een lichtgevende plaat, met die glow in the dark-strepen op de cd-hoes. De toon van Welcome to Strange Paradise is harder en scherper.

MICHAËL VERSCHAEVE (DRUMS): Ja, het is duidelijk een minder vrolijke plaat.

JOHANNES VERSCHAEVE (ZANG, GITAAR): Maar er zit wel veel energie in. ‘Bitsig’ is misschien het beste woord. Ik was geïnspireerd door de directheid van hiphop – zeggen waar het op staat – maar ook door de avontuurlijkheid en de schijnbare nonchalance van die producties. Vooral Yeezus van Kanye West heb ik grijsgedraaid. Onze eerste nieuwe single, Two Tides of Ice, is daar het duidelijkste gevolg van: nog altijd typisch The Van Jets, maar wel met een hiphopvibe. De andere songs gaan ook vaak over fucked-up toestanden, maar ik wil die altijd met een kleurrijke toets of ludieke glimlach brengen.

Waar slaat de plaattitel op?

JOHANNES: Ik zag de frase ‘welcome to strange paradise’ ooit staan in een Luxemburgse galerie waar we een akoestische sessie hadden gespeeld. Dat was een associatiebom voor mij. Alles wat raar of freaky is in de wereld, of aan menselijk gedrag, begon ik te bekijken met de blik van een pretparkganger die langs de attracties loopt: met een mengeling van verwondering en nieuwgierigheid. Onderwerpen op deze plaat zijn manische depressie, het utopische geluksstreven, het razende ritme waaraan we leven, overinformatie, controledrang, decadentie… (droog) Het is geen plattelandsplaat.

MICHAËL: Technologie is bedoeld om ons leven simpeler te maken. Maar meer dan ooit weet ik niet meer waar mijn kop staat. Vorige week werd ik gebeld via Facebook! Dat wordt me echt te ingewikkeld.

Hebben jullie, net als voor het in Parijs opgenomen Halo, weer geopteerd voor verkleedpartijen en filmprojecties in de studio?

JOHANNES: We hadden onze projector alleszins meegenomen naar Londen, waar we met producer Leo Abrahams (van Wild Beasts, Paolo Nutini en Jon Hopkins, nvdr.) gingen werken. Het eerste wat we bij aankomst deden, was een geschikte muur zoeken. Toen Leo vroeg wat we van plan waren, begon ik heel enthousiast te vertellen over hoe we de vorige keer al die crazy shit hadden gedaan. Zijn antwoord: ‘I would suggest that you project only one phrase: get it fucking right.’(hilariteit) De Britse manier om te zeggen: hier geen Parijse blabla.

Johannes, eind 2012 ben je voor de Canvasreeks Soundtrack met drie collega’s op muzikale roadtrip door Israël en de Palestijnse gebieden getrokken. Heeft iets van die ervaring zich een weg naar deze plaat gebaand?

JOHANNES: Niets concreets. Wel heb ik er met eigen ogen zo’n strange paradise gezien. Israël heeft een heel zware ravecultuur. Heel dat publiek bestaat uit mensen van de leeftijd waarop ze verplicht drie jaar in het leger moeten. Daardoor zijn ze zodanig getraumatiseerd dat ze in het weekend acid en xtc slikken. Drie dagen lang niet slapen en alles eruit dansen. Omdat het de enige manier is om te vergeten en vrijheid te voelen. Zo kun je overal patronen zien van mensen die in hun streven naar een ideaal of utopie heel veel opgeven. Ik vraag mij bijvoorbeeld af hoe een ceo zijn werk met een gezinsleven combineert. Onze ouders hadden van die druk geen last: zij hebben bewust voor het gezin gekozen.

MICHAËL: Onze vader, een ingenieur, is niet in het bedrijfsleven gestapt, waar hij veel meer had kunnen verdienen. En ma ging halftijds werken.

JOHANNES: Ik wil graag leven van mijn talent, maar ik zal mijn gezin nooit mee naar New York of zo verhuizen. Ik wil een goede vader zijn. Dat evenwicht is soms moeilijk. Maar het lukt wel. Ik haal er ook veel inspiratie uit. En mijn gezin houdt me op de grond. Zonder hen zou ik als een ballon met de wind mee worden geblazen. En neerstorten. (lachje) Nu, ik heb een methode gevonden om standvastigheid te combineren met labiele trips. Afgelopen zomer heb ik in Londen een schrijfweek ingelast. Dan zet ik mijn antennes aan en gooi de remmen los. Slapen doe ik dan veel minder, alles als een spons opzuigen en impulsief schrijven des te meer. Ik heb die knop gevonden om mezelf bewust te destabiliseren.

Je figureerde een paar jaar geleden in een thesis over dandyisme. Kan je je vinden in die kenschets?

JOHANNES: Eigenlijk wel. Maar ik ben niet constant dandy. Soms ben ik ook daddy. Of gewoon Johannes. Dandyisme is geen levenshouding. Ik vind artiesten, mezelf incluis, pas interessant als ze op het podium iemand anders zijn dan zichzelf. Of beter: een deel van zichzelf uitvergroten om mensen in verwarring te brengen en te provoceren. Op het podium ben ik een personage en speel ik een spel. Iets wat gestileerd is, pastiches of cartoons: je weet dat het niet echt is, maar je gaat er wel in mee. Dat vind ik de max, want ik ben een grote fantast. Zo ben ik geboren en zo zal ik altijd blijven. Het Alice in Wonderland-kader. Maar hoe meer je je er bewust van bent dat dandyisme een alter ego is, hoe makkelijker je dat kostuum kunt uittrekken.

MICHAËL: Nu hij een normaler leven heeft, heb ik de indruk dat hij op het podium extremer is geworden.

JOHANNES: Door Oscar Wildes Picture of Dorian Gray te lezen ben ik te weten gekomen dat als je te ver gaat in dat dandyisme je mensen pijn doet, of jezelf blaasjes wijsmaakt. Dat is de les van dat boek: als je constant de dandy uithangt, speel je met andere mensen en jezelf. En daar ga je aan ten onder.

WELCOME TO STRANGE PARADISE

Verschijnt op 17/4 bij Sony.

DOOR KURT BLONDEEL

Johannes Verschaeve ‘ALLES WAT RAAR OF FREAKY IS IN DE WERELD, HEB IK VOOR DEZE PLAAT BEKEKEN MET DE BLIK VAN EEN PRETPARKGANGER DIE LANGS DE ATTRACTIES LOOPT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content