500.000 bezoekers, enthousiaste recensies en nu ook nog man van 2003 volgens de lezers van Focus Knack: Erik Van Looy heeft ontegensprekelijk potten gebroken met ‘De Zaak Alzheimer’. De regisseur blikt terug op zijn wonderjaar. ‘Voor één keer heb ik de kritieken netjes uitgeknipt en bewaard. Omdat ik denk dat dit ook maar één keer zal gebeuren.’

Extra op www.focusknack.be Benieuwd naar wat Erik Van Looy te vertellen had voor ‘DE ZAAK ALZHEIMER’ een kassucces werd? Lees dan ons vorige interview, uit het archief.

Een regisseur die het hele jaar aan zijn film sleutelde, pruts-te en sleurde, is de slechtst denkbare persoon om over andere grote gebeurtenissen in dat jaar te praten. ‘Ik ben een jaar van de wereld geweest. Ik was al blij als ik voor het vertrek naar de set snel snel een krant kon doorbladeren, al dan niet op het toilet. Bepaalde zaken zijn me totaal ontgaan. Er zijn acteurs gestorven waarvan ik nu pas verneem dat ze dood zijn. Niet op de hoogte zijn, bezorgt me een onaangenaam gevoel. Er ontstaat een soort geestelijke armoede omdat je zo gefocust bent op die film. Niet dat ik er depressief van word, het is gewoon spijtig dat je nauwelijks bij je gezin kunt zijn of dat je bijna geen andere films meer ziet. 108 heb ik er dit jaar gezien, in een normaal jaar zijn dat er 300 of zo. Maar voor de rest heb ik weinig reden tot klagen. Op professioneel vlak was 2003 een uniek jaar. Soms had ik zelfs het vreemde gevoel dat ik doorbrak (grinnikt). Waarschijnlijk zullen we het jaar als derde populairste film in Vlaanderen eindigen. Maar het mooiste is dat de reacties zo eensluidend zijn. Voor één keer heb ik de kritieken netjes uitgeknipt en bewaard. Omdat ik denk dat het ook maar één keer zal gebeuren dat pers en publiek zo unaniem reageren op een film. Ergens koester je altijd de naïeve hoop een film te maken die iedereen goed vindt. Vooraf weet je dat dat niet mogelijk is, omdat er altijd tegendraadse pipo’s zijn die zich uit principe tegen de hype keren. Maar bij De Zaak Alzheimer is die hoop pipo’s toch opvallend klein.’

Heb je zelf een verklaring voor het succes?

Erik Van Looy: Het is een gunstige samenloop van omstandigheden. Ik probeer altijd de best mogelijke film te maken, maar een mens wordt ook volwassen en dat helpt. Woestijnvis heeft me geleerd nooit tevreden te zijn. Dat was makkelijk omdat we acht jaar op ons geld moesten wachten. Niemand geloofde voluit in de film. Achteraf gezien, lijkt het belachelijk. Vooral omdat de Vlaming al tien jaar lang op zondagavond massaal politieseries zit te volgen. De interesse was er. De vraag ook. Dat merken we nu aan het bezoekersaantal. Maar er is meer: De Zaak Alzheimer is een politiefilm met bepaalde kwaliteiten en emotionele diepgang. Hij vertelt iets over het leven en dat valt op in een filmwereld waar infantiliteit stilaan tot norm wordt verheven.

Mogen we daaruit afleiden dat 2003 geen goed filmjaar was?

Van Looy: Ik heb lang nagedacht over mijn beste film van het jaar en voor het eerst sinds mijn geboorte moet ik besluiten dat geen enkele film die titel verdient. Er is gewoon geen beste film van het jaar. Misschien ligt het aan mij, misschien ben ik op een oude zeur-leeftijd gekomen, maar uiteindelijk sprak iedereen van een zwak festival van Cannes. Dat een film als Elephant de Gouden Palm wint, zegt genoeg. Het is een fascinerende film, een experiment, maar hij is toch weer lang niet zo innoverend als je zou willen. Ik vind het allemaal wat makkelijk wat Gus Van Sant doet. Het gevoel van is-het-dat-maar? heeft me vaak geplaagd toen ik uit de cinema kwam. Ik heb een aantal goede films gezien, zoals Narc, een politiefilm die bij ons direct in de videotheek is beland, of Dark Blue van Ron Shelton met Kurt Russell. Mystic River, 25th Hour, The Dancer Upstairs: allemaal prima films, maar vroeger zouden ze niet eens in mijn top-10 hebben gestaan. Alleen The Hours springt er voor mij uit. Julianne Moore is volgens mij de meest verrassende actrice van nu. Samen met Cate Blanchett.

Waar komt die malaise vandaan?

Van Looy: Het is geen nieuwe malaise. Hollywood glijdt steeds verder de dieperik in. Blockbusters borduren allemaal voort op hetzelfde magere verhaaltje, en als ze iets anders proberen, komen er vervolgfilms die nergens op slaan. Matrix Revolutions bijvoorbeeld, voor mij met voorsprong de slechtste film van het jaar. Hollywood levert nog hooguit computerwerk, letterlijk en figuurlijk. Lege dozen. Af en toe mag er nog eens iemand iets intelligents doen, zoals Clint Eastwood met Mystic River. Wellicht omdat de man 75 jaar is en ze hem uit respect vrij laten. Maar ook de groten, de meesters ontgoochelen. Martin Scorsese met Gangs of New York of Ta-rantino met Kill Bill. In vergelijking met hun vorige films kun je dat geen meesterwerken noemen. Dat die films toch nog geweldig onthaald worden, is gewoon omdat er zo weinig goeds is. Je zal maar filmcriticus zijn in deze tijden en al die brol over je heen krijgen. Een beetje betere film is dan een hele verademing.

Doet Europa het niet beter dan Hollywood?

Van Looy: Wat stelt de Europese cinema nog voor? Enkelingen maken het verschil, ja. Een Lars Von Trier. Of een Almodóvar. Of een verrassend kleinood als Goodbye Lenin. Maar het zijn kruimels. Er heerst over het algemeen een creatieve armoede. Voor een stuk omdat de wereld in de greep is van de marketing. Alles wordt voorgeprogrammeerd en de scherpe kantjes worden eraf geschaafd. Ik ben me er heel bewust van dat het succes van Alzheimer te maken heeft met de zwakke concurrentie. De film pakt omdat hij meer toont dan twee politiemannen die een moordenaar achtervolgen. In die zin zijn het hoopgevende en positieve vaststellingen dat Charlie’s Angels II en Tomb Raider II en in mindere mate Matrix Revolutions geflopt zijn. De mensen willen die brol niet meer. Ze hebben het gehad. Nu is het wachten tot het tij keert.

Wat op televisie stilaan gebeurt. Althans wat fictie betreft. Denken we maar aan Amerikaanse series als ‘The Sopranos’, ‘Six Feet Under’ of ’24’.

Van Looy: Dat is schitterende televisie. Het is de bevestiging van een teneur. Voor de Amerikaanse tv worden interessantere zaken gemaakt dan voor de Amerikaanse cinema. De series gaan heel ver, zowel vormelijk als inhoudelijk, en toch zijn ze grappig, spannend en geweldig onderhoudend. Bovendien slaan ze aan. Blijkbaar durven ze daar wel grenzen te verleggen en zijn ze bereid risico’s te nemen. Misschien omdat het berekende risico’s zijn. Tegenwoordig is het budget van een blockbuster zo kolossaal, dat niemand wil dat het fout gaat. En dus worden alle plooien gladgestreken. Maar zoals ik al zei: ik geloof dat er binnenkort een moment komt waarop het publiek zegt: sorry, jongens, wij willen gewoon iets goeds zien, en dat mag over iets gaan. Kijk naar VTM. Tien jaar lang zijn zij voor het volk de kampioen geweest, het ding waarop iedereen verliefd was. Wie reed er niet met die sticker op zijn auto rond? Die stickers zijn er waarschijnlijk nog, maar waar zijn ze naartoe? Misschien rijden ze nu in het Oostblok rond. Samen met de auto’s van toen.

VTM heeft dit jaar de inhaalbeweging ingezet. Jan Verheyen en Bert Geenen moeten de familiezender oplappen.

Van Looy: Ik denk dat we zullen schrikken. Jan heeft direct de toon gezet door een goed signaal te geven aan een sector die van VTM niet veel verwacht. Jonge en minder jonge regisseurs krijgen met Faits Divers nu de kans hun filmpje te maken en te tonen. Dat was een erg intelligente zet. Jan is een figuur die in bepaalde gecultiveerde kringen een kwalijke reputatie heeft, dan beslist hij nog om VTM te gaan leiden en lap, dan doet hij dat! Als weldenkend mens kun je dat alleen maar goedkeuren. Jan is gewoon een slimme gast die goed weet hoe hij welk publiek moet bespelen. Bovendien is hij op zijn best als hij in team opereert. Het is niet voor niets dat hij jarenlang met Marc Punt Independent heeft uitgebouwd tot wat het geworden is. Achteraf kun je laatdunkend doen over de films die ze produceerden, maar ze zijn er wel in geslaagd het hele distributielandschap in België te veranderen. Voor zij er waren, was het een woestenij. Volledig francofoon en van niets op de hoogte. Punt en Verheyen zijn begonnen met Stop making sense, de concertfilm van The Talking Heads, die maar niet in België terechtkwam omdat de andere distributeurs dachten dat het om een horrorfilm ging. Bij Independent was Punt het financiële brein en Verheyen de exube-rante creatieveling. Dat zie je nu terug bij Geenen en Verheyen. Jan is al blij dat de mensen hen niet de dikke en de dunne noemen, maar ik denk dat het een goede combinatie is. VTM zat creatief in de kelder. Met hun komst ontstond er een goede vibe. De eigen werknemers hebben er weer zin in, er liepen er een paar van de VRT over – wel minder dan ze gehoopt hadden, vrees ik -, en je voelt dat er een andere wind waait. Het is als bij een voetbalploeg: als je ploeg goed overeenkomt, speelt ze beter. Ook hier zou het het einde van een cyclus kunnen zijn. VTM was niet meer hip, over twee, drie jaar is het dat misschien weer wel.

De VRT is gewaarschuwd.

Van Looy: Oh, maar daar hebben we Aimé Van Hecke en hij is zonder twijfel de juiste man op de juiste plaats. Als er iemand in staat is het offensief van VTM op een gepaste manier te counteren, is hij het. Ik denk dat er boeiende tv-tijden aanbreken. Hopelijk vertaalt zich dat in kwaliteit en hebben we dit jaar de laatste reality-show op ons dak gehad. Ik heb echt geen behoefte aan nog meer Big Brother, Olivier De Rijke, enzovoort.

In 2003 kwam ook ‘De Mol’ nog eens uit zijn pijp.

Van Looy: Ja, in januari en blijkbaar zijn de mensen dat al vergeten. Het programma duikt nergens nog op in lijstjes. Ik blijf het een geniaal format vinden en ik ben erg blij dat ik er deel heb van mogen uitmaken (Van Looy regisseerde mee aan reeks twee en drie, nvdr). Ik heb het gevoel dat ik er een heel klein beetje aan toegevoegd heb. Maar ik heb er vooral ongelooflijk veel geleerd. Wachten, bijvoorbeeld. Terwijl iedereen vond dat ze ieder jaar een Mol moesten maken, hebben Bart De Pauw, Tom Lenaerts en Michiel Devlieger gewacht tot het goed was. Het is een wijze les. Na de première van Alzheimer hadden de producenten Erwin Provoost en Hilde De Laere op een half uurtje 2,5 miljoen euro bij elkaar voor een vervolg. De ironie wil dat we acht jaar met een scenario hebben rondgelopen zonder geld en nu hebben we geld zonder scenario (grinnikt). Maar ik ben niet van plan overhaast aan mijn volgende film te beginnen. Dat wordt Dossier K, dat staat al vast. Volgend jaar zullen we niet draaien, ten vroegste het jaar erop en als niet alles zit zoals het moet, wachten we nog een jaar. Werk er lang genoeg aan, ik raad het iedereen aan. Zelfs Jan Verheyen heeft me onlangs gezegd: soms ga ik te snel, jij hebt meer geduld. Ik vond het een schoon compliment.

Tom Lanoye won dit jaar de Gouden Uil met ‘Boze Tongen’; Coetzee kreeg de Nobelprijs. Zijn het boeken die jij leest?

Van Looy: Opnieuw moet ik schoorvoetend toegeven dat ik er niet toe kom een Nobelprijs te lezen. Zeker niet in een jaar waarin ik een film maak. Als ik op vakantie ga, lees ik zeven of acht boeken, maar ook dan beperk ik me tot een opportunistisch en functioneel lezen. Kan ik er een scenario van maken, die vraag is altijd in mijn hoofd aanwezig. Ik ben een fan van Lanoye en Brusselmans, maar hun boeken zijn zo moeilijk te verfilmen en als je ze zou verfilmen, richt je je op een klein publiek. Een film als Shades zou ik nu niet meer maken. Niet omdat ik hem niet goed vind, maar je begint eraan en je beseft: hier komt hooguit 50.000 man naar kijken. 50.000 is te weinig in vergelijking met de stress en de ellende die gepaard gaan met het maken van een film.

Ik heb de laatste tijd redelijk veel Nicci French gelezen. French is zeer scenarioklaar: het is gemaakt om te verfilmen. Het zijn vakkundige en spannende romantische thrillers. Niet dat die boeken kwalitatief kunnen tippen aan een Lanoye of een Geeraerts, maar Hitchcock zei het al: je verfilmt soms beter middelmatige boeken.

Om terug te keren naar film. Jan Decleir ontving dit jaar op het Filmfestival van Rotterdam het Gouden Kalf voor zijn carrière.

Van Looy: Hij is voor mij de échte mens van het jaar. Wat hij doet, is onnoemelijk straf. Dat de film aan Frankrijk is verkocht en niet eens voor zo weinig geld, hebben we volledig aan Jan te danken. Tijdens de première in Gent was Jeanne Moreau zo onder de indruk van hem, ik denk dat ze op slag verliefd was. ‘Een revelatie’, noemde ze hem. Robert Duvall antwoordde onlangs op de vraag naar zijn favoriete acteur: ‘That Dutch guy from Character’. That Dutch guy is Jan. Niemand weet dat hij Belg is. Het is ook een beetje de tragedie van zijn leven. Als hij één keer in een Amerikaanse film had gespeeld, waar was hij dan geëindigd? Met alle respect voor Koen De Bouw en Werner De Smedt, maar als de film aan een internationale carrière begint, zal de affiche rond Jan draaien. Hij slaagt erin zoveel emotie te leggen in een huurmoordenaar dat zelfs de recensent van het katholieke maandblad Film en Televisie ermee sympathiseert. Faut le faire! Voor alle eerlijkheid moet ik eraan toevoegen dat de rol van De Bouw moeilijker was dan die van Jan. Hij moet een ultrakoel personage spelen en toch attractief blijven, uiterst moeilijk is dat. Voor mij is De Bouw ook mens van het jaar. En Tom Barman ook. Ik begrijp niet dat Any Way The Wind Blows geen enkel groot festival heeft gehaald. Het was er de perfecte film voor. Pure rock-‘n-roll.

En dan sturen we ‘Verder dan de Maan’ van Stijn Coninx naar de selectie voor de oscars.

Van Looy: Ik gun het Stijn van harte, ik vind het alleen niet correct dat het eigenlijk een Nederlandse film is. Als je alle mogelijke films naast mekaar legt – Kassablanka, Any Way The Wind Blows, Alzheimer en Verder dan de Maan – dan sluit die laatste qua stijl en genre het beste aan bij een oscarprent. Any Way The Wind Blows en Kassablanka zijn niet het soort films dat je ziet tijdens een Oscaruitreiking en Alzheimer is een politiethriller, ook al geen typisch oscarvoer. Dus de keuze voor Verder dan de Maan is niet onlogisch. Maar het is en blijft een Nederlandse film en dat smaakt toch een beetje naar.

Is er je muzikaal nog iemand in het oog gesprongen het voorbije jaar?

Van Looy: Hiphop, r&b, de nieuwste van David Bowie, dat gaat redelijk aan mij voorbij. Het afgelopen jaar heb ik me vooral met soundtracks ingelaten. Any Way The Wind Blows, 25th Hour van Terence Blanchard, The Hours van Philip Glass of het bombastische Pirates of the Carribean. Voor de rest vind ik Coldplay schitterend, maar dat zegt iedereen. Ook Justin Timberlake kan ik best smaken. Hij is zo’n beetje de nieuwe popgod, nu de oude ver heen is. Net als bij Robbie Williams is zijn carrière nogal fout begonnen. Een relatie met Britney Spears en dan nog een waarin niet veel gebeurt. Echt rock-‘n-roll is dat niet. Maar plots is het bon ton om Justin Timberlake goed te vinden en blijken zijn concerten stijf te staan van de energie. Voor de rest ben ik heel voorzichtig om me niet op glad ijs te wagen. Ik ben ooit een discokikker geweest, heb gedweept met The Floaters en

Village People. Op Q-Music hebben ze van die foute uurtjes, met cd’s met enkel foute muziek. Ik moet erkennen dat ik er altijd wel een aantal nummers goed van vind. Laten we het erbij houden dat ik een eclectische smaak heb, van het diepste van Bob Dylan tot het platste van Lionel Richie.

Tot slot: een vooruitblik naar 2004?

Van Looy: Vanaf januari jaag ik weer op sterren voor De Laatste Show. Het gamma wordt nu uitgebreid met muziekgoden en -godinnen en sportmensen. Het zal wel anders zijn, zo zonder Bruno Wyndaele. Ik draag hem een warm hart toe en vind hem een heel groot talent. Ik heb ook veel aan hem te danken. Zelfs Alzheimer heeft veel aan Bruno te danken, want de film heeft zeker mee geprofiteerd van de mediabelangstelling rond mijn persoon. En die is er gekomen omdat Bruno me het vertrouwen gaf om de onnozelaar uit te hangen in De Laatste Show. Uiteindelijk zat ik al twintig jaar in het vak voor ik die kans kreeg. Ik zeg het: wachten heeft zijn voordelen.

Door Tine Hens Foto’s Guy Kokken

‘Na de première van

‘De Zaak Alzheimer’

hadden we op

een half uurtje

2,5 miljoen euro

bij elkaar voor

een vervolg.

Acht jaar hebben

we rondgelopen

met een scenario

en zonder geld en

nu hebben we geld

zonder scenario.’

‘Ik heb lang

nagedacht over

mijn beste film

van het jaar

en voor het eerst

sinds mijn geboorte

moet ik besluiten

dat geen enkele film

die titel verdient.

Hollywood glijdt

steeds verder

de dieperik in.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content