Studio Brussel-luisteraars staan sinds enkele weken niet meer op met rode oortjes. Heidi Lenaerts verliet immers Wim Oosterlinck en werd als geheim wapen naar Ketnet-NT gesmokkeld om er iets minder prille kijkertjes heen te lokken. Samen met Tom Gernaey, ook al weggekaapt bij StuBru, presenteert ze sinds kort ‘Shoot’, interactieve livetelevisie waar jonge pubers terechtkunnen met al hun vragen.
Weinig radiostemmen van haar generatie spreken zo tot de verbeelding als die van Heidi Lenaerts (30). Hoewel ze bij Studio Brussel enkel verondersteld werd het nieuws en de verkeersinfo voor te lezen, groeide ze binnen de kortste keren uit tot de ochtendlijke sidekick van Wim Oosterlinck, en werd ze minstens zo populair. Dat Heidi geen blad voor de mond neemt en zich te gepasten tijde aan lichtjes aangebrande uitspraken waagt, zal daar wel voor iets tussen zitten. Na haar ontboezemingen over wat ze zoal in biechthokjes uitspookt, kreeg ze zelfs heel Limburg over zich heen.
Niet alleen de oudere jongeren onder de StuBru-luisteraars aanbidden Heidi. Toen ze in de late avond met een Eenzame Hartenburo-achtig programma begon, vonden ook tal van pubers hun weg naar het luisterend oor van de Brusselse met Limburgse roots. Het was dan ook geen toeval dat Ketnet bij Heidi ging aankloppen voor goede raad om NT op te richten, de Ketnet-afdeling voor jonge adolescenten. Van het een kwam het ander, en Heidi mocht de speerpunt van NT presenteren: Shoot.
Ze nam inmiddels, met de nodige traantjes, afscheid van Wim Oosterlinck en hun ochtendprogramma. Maar veel rust wordt Heidi tot nog toe niet gegund. Wanneer we haar tussen de drukke voorbereidingen door te spreken krijgen, ploft ze vermoeid maar niettemin gracieus neer in de zetels van de zogenaamde Platenzaal, de verpozingsruimte vlakbij de StuBru-redacties in het VRT-gebouw. Afscheid nemen valt haar zo te zien zwaar.
Uiteindelijk is je laatste ochtend bij Studio Brussel nog een behoorlijk emotioneel afscheid geworden.
Heidi Lenaerts: Ja, en ik had mij nog zo voorgenomen om me niet te laten meeslepen. Wim zei nog: ‘Heidi, ik heb je nog nooit zo afstandelijk weten presenteren.’ Maar plots is het dan acht uur en besef je ‘dit is mijn laatste uur’. Wim weet me dan natuurlijk uit mijn tent te lokken en terwijl er honderden sms’jes en mails voor mij binnenliepen, zette hij ‘Afscheid nemen bestaat niet’ van Marco Borsato op. Toen dacht ik ‘foert’ en heb ik wat tranen de vrije loop gelaten. Gelukkig deden mijn collega’s mee.
Heb je al naar ‘Wim zonder Heidi’ geluisterd?
Lenaerts: Nee, gek hé. Ik sta wel voor negen uur op, maar ik gebruik nog altijd mijn gsm als wekker. En als ik wakker ben, zet ik bewust de radio niet aan. Ik heb schrik dat het nog te raar zal aanvoelen. En ik wil preventief niet weten hoe het voelt om plots mijn opvolgster ‘mijn’ nieuws en verkeersinfo te horen lezen.
De pijn van de luisteraars wordt sinds zaterdag verzacht met de ‘Hit 50’, die jij opnieuw presenteert. Past dit meest atypische StuBru-programma bij jouw muzieksmaak?
Lenaerts: Gedeeltelijk wel. Ik koop veel muziek die je wel eens hoort in Duyster, maar ik luister ook nog naar de populaire muziek waarmee ik ben opgegroeid: Bon Jovi, Madonna… En in de wagen zing ik wel eens luidkeels mee met Marco Borsato. Maar niet alles wat in de Hit 50 staat, bevalt me. Ik kan heel boos worden om van die nummers met een stomme beat en daarop zo’n degoutante tekst: ‘I will fuck you on the floor, bitch. Your titties in my face’, of zoiets. Ik kan het dan niet laten om dat nummer na tien seconden af te voeren en subtiel de grond in te boren. Wat fijn dat ik de andere liedjes heel lang kan laten uitlopen zodat zo’n nummer één dan moet wijken voor de dringende reclameboodschappen.
Je Ketnet-avontuur is een gewaagde gok: meteen een liveprogramma.
Lenaerts: Dat doe ik het liefst, wellicht omdat livetelevisie nog het dichtst bij radio staat. Al komt er natuurlijk heel wat bij kijken. Je moet op al die camera’s letten. En je hoort de hele tijd de stem van de regisseur in je oor. De eerste dagen was dat echt wennen. Toen stond ik ’s avonds in mijn keuken te wachten op een stem die zei: ‘En nu moet je de wortels in stukjes snijden.’
Nog iets waarmee jullie het jezelf niet gemakkelijk maken: ‘Shoot’ mikt op een publiek dat liever niet luidop zegt dat het naar Ketnet kijkt, jonge pubers. Hoe gaan jullie dat aanpakken?
Lenaerts: Maar beginnende pubers zijn helemaal niet zo’n moeilijk publiek, hoor. Die zijn al met heel serieuze dingen bezig, dus moet je daar vooral gewoon tegen doen.
Kun je je als prille dertiger nog makkelijk inleven in een puber?
Lenaerts: Bij Heidi, mijn laatavondprogramma op Studio Brussel, heb ik gemerkt dat ik daar wel aanleg voor heb. Geen idee waarom. Vorig jaar stond ik op Rock Werchter nog onnozel te doen in de modder met een te grote zonnebril op mijn neus. Ik ga wel eens mee met vrienden die moeten draaien op Chirofuiven. Daar hou ik mij ook niet in om te dansen. Maar als een jongen van 15 me komt vragen voor een slow, bedank ik daar toch voor. ‘Shit, jij bent half zo oud als ik’, denk ik dan.
Ben jij een Chirotype?
Lenaerts: Helemaal niet, ik ben welgeteld één dag bij de Chiro geweest. Die hele aanpak: eerst gaan we dit doen, en daarna dat… Niks voor mij, wist ik meteen. Het heeft er altijd in gezeten dat je mij niks kan opleggen. Daarom is het niks geworden met mijn studie Germaanse: sommige boeken vertikte ik te lezen, gewoon omdat het moest. Terwijl ik jaren later van sommige van die boeken echt genoten heb.
Die korte haren staan je. Met dank aan de Ketnet-styliste?
Lenaerts: Ik was al eerder van plan mijn haar kort te laten knippen. Het leuke aan de styliste bij Ketnet is dat ze altijd vraagt in welke kleren je je goed voelt. Rokken zijn niet echt mijn ding. Ik ga vaak met mijn voeten onder mijn kont zitten, of in kleermakerszit… dus is een rok niet zo’n goed idee.
Is uiterlijk belangrijk voor je?
Lenaerts: Dat valt wel mee. Op de fansite met webcambeelden uit de StuBru-studio stond ik niet altijd even flatterend. Ik kan daar goed om lachen. Door dat televisiewerk loop ik de laatste tijd wel regelmatig rond met een laag schmink op mijn gezicht. Maar in het weekend kun je me bij de bakker nog steeds tegen het lijf lopen zonder make-up en met een jas over mijn pyjama.
Heb je jongensachtige trekjes?
Lenaerts: Toen ik klein was, hing ik wel eens in de bomen. En ik vertoef ook wel liever in mannelijk gezelschap. Tegen mannen kan je opmerkingen maken zonder dat ze die persoonlijk opnemen. Nu ik erover denk: mijn vriendinnen zijn allemaal vrouwen die niet aan de flauwe kant zijn. Wat niet wil zeggen dat we allemaal potten zijn, hé.
Een vol Sportpaleis dat tijdens de Pop Poll op aangeven van Wim Oosterlinck roept dat je heet bent: krijg je daar een dikke nek van, of eerder het schaamrood op de wangen?
Lenaerts: Geen van beide, ik vind dat gewoon zot. En ongelooflijk indrukwekkend. Maar ik ga daar niet van egotrippen. Integendeel: ik belde de volgende dag met knikkende knieën mijn ouders: ‘Wat gebeurt er nu toch met mij?’
Riskeer je met dat ‘hete Heidi’-imago geen stalkers op je dak te krijgen?
Lenaerts: Maar dat neemt toch niemand serieus? Dat is gewoon een rolletje dat ik in de Ochtend speel. We hebben vooraf naar een kantje van mij gezocht dat bij het programma paste. Bij Lieven Vandenhaute had ik mij al van mijn speelse kant laten zien, en daar zijn Wim en ik dan verder op doorgegaan. Oké, ik krijg wel eens mails met daarin een waslijst aan redenen waarom de schrijver ervan en ik voorbestemd zijn voor elkaar. Die negeer ik dan en dan krijg ik een week later een mail terug à la ‘Waarom reageert gij niet, trut?’. Maar voor de rest krijg ik vooral lieve en leuke reacties.
Al valt het me op dat door dat speelse imago iedereen verwacht dat ik constant mopjes vertel en gekke geluidjes maak. Ook bij Ketnet. Iedereen kijkt er altijd van op dat ik eigenlijk behoorlijk ernstig ben. Sommige mensen zijn in het begin zelfs bang van mij. Dat komt wellicht omdat ik niet zo vaak glimlach. Ik kan dat niet, glimlachen om niets. Ik weet wel dat onnatuurlijk natuurlijk doen belangrijk is voor televisie. Maar kom, als ze op zoek waren naar een poppemie voor Ketnet, hadden ze die wel gevraagd.
Je zei dat je je nog vlot kan inleven in jongeren. Welke levenswijsheid zou je hen willen meegeven?
Lenaerts: Wat mij opvalt is dat ze ‘erbij horen’ zo belangrijk vinden. Ik zou ze zo graag overtuigen dat dat niet zo belangrijk is. Het doet me terugdenken aan mijn eigen middelbare schooltijd, die – ik overdrijf misschien – een kutperiode was. Ik hing zo wat tussen de verschillende groepjes, de alternatieve en de gewone meisjes, maar ik hoorde nergens echt bij. Daar heb ik het vaak lastig mee gehad.
Was je niet populair op school?
Lenaerts: Ik ben enig kind en was nogal in mezelf gekeerd. Ik las veel, ging vaak naar de bibliotheek, en bracht heel veel tijd fantaserend door. Maar ik heb zeker geen trieste puberteit zonder vriendinnen gehad. Toen we zestien waren, zijn we met enkele vriendinnen door Engeland getrokken. Het jaar daarop mocht ik van mijn ouders zelfs in mijn eentje naar Amerika reizen.
Ik heb ook veel geëxperimenteerd. Op een bepaald moment heb ik mijn haar laten verven. Mijn beste vriendin had zwart haar en ik was blond. Na een tijdje merkte ik dat er meer jongens op mij afkwamen dan op haar, maar dat kwam blijkbaar gewoon door mijn blonde haren. Dus kleurde ik ze oranje. Ik weet nog dat mijn moeder verschrikt zei: ‘Wat heb je nu toch gedaan?’
Je was toch niet zo braaf als je eruitzag?
Lenaerts: Ik mispeuterde wel eens iets, maar dat brave stak vroeg of laat toch altijd de kop op. Op mijn zestiende mocht ik beginnen uitgaan. Onze ouders brachten mij en mijn vriendinnen altijd. Maar één keer zijn we ergens anders heen gegaan. Toen ik weer thuiskwam, ben ik de kamer van mijn ouders binnengestapt en heb ik alles opgebiecht. ‘Maak je ons daar nu voor wakker?’, was hun reactie. (lacht)
Mijn eerste sigaret heb ik pas op mijn eenentwintigste geprobeerd.
En heeft dat brave meisje uit het onooglijke Limburgse dorpje Stal ondertussen haar weg gevonden in de metropool Brussel?
Lenaerts: Ja, dat had ik eigenlijk niet verwacht. In het begin zag ik er vreselijk tegenop om in die grote vieze stad te gaan wonen. Nu vind ik het de leukste plek om te wonen. Ik werk het best in een omgeving die bruist van het leven. En als ik tot rust wil komen, zoek ik graag volkse cafés op om een paar Duveltjes te drinken.
Je lijkt altijd bezig te zijn. Zou je kunnen leven zonder doel voor ogen?
Lenaerts: Dat kan ik me moeilijk inbeelden. Als iets afloopt, komt er vrijwel automatisch iets anders in de plaats. Ik heb me nog nooit zorgen moeten maken: ‘Oei, ik moet dringend iets anders doen.’ Ik heb als het ware een lijstje waarop ik kan aankruisen: ‘Dit heb ik al gedaan, nu de rest nog.’ Ik kan er moeilijk inkomen dat leeftijdsgenoten soms maar wat aanmodderen. Mensen die rond hun dertigste nog wat verder willen studeren, of nog eens voor lange tijd naar het buitenland willen. Hetzelfde heb ik met mensen die zeggen dat hun werk niet de job van hun leven is, en die zoveel mogelijk vakantie opnemen. Ik vraag mij dan af: ‘Waarom gaan jullie niet voor jullie droom?’ Voor je het weet is je pensioen daar en kan je alleen nog mijmeren over de dingen die je had willen doen.
Door Hans Van Goethem l FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier