De nieuwe dramareeks ‘Everwood’ is op het eerste gezicht melig en zeemzoet, maar onder zijn zachte bolster schuilt een ruwe pit. Door Stefaan Werbrouck

In het begin van Everwood staart Andrew Brown, wereldberoemd neurochirurg met praktijk in New York, naar een hersenscan en zegt: ‘Glioblastoma multiforme. I like to call it the Great White of brain tumors.’Geen misverstand mogelijk: dit is een man met een missie, en even geniaal als arrogant. Als zijn vrouw verongelukt, stuikt Browns wereldje echter in elkaar: hij verlaat New York en trekt samen met zijn twee kinderen, die hij jarenlang heeft verwaarloosd, naar Everwood, een klein dorpje in de bergen van Colorado. Hij opent er een gratis dokterspraktijk en probeert het contact met zijn dochter en vooral met zijn zoon te herstellen.

Wellicht staat uw meligheidsalarm nu al luid te loeien en helemaal ongelijk kunnen we u niet geven. Everwood ís soms niet te harden: die begintitels vol sepiakleurige tekeningen van de acteurs; die gesprekjes die Brown voert met zijn overleden vrouw; en vooral die voice-over van Irv, chauffeur van de schoolbus in Everwood en fontein van scheurkalenderwijsheid! Maar het is verkeerd de serie af te doen als een voorbeeld van Amerika’s liefde voor zoetigheid. Om te beginnen hebben de inwoners van Everwood behoorlijk rare trekjes: de nieuwe secretaresse van Brown is een 50-jarige die met de motor naar het werk komt en zowat de hele ziekenboeg van de dokter lijkt uit nutcases te bestaan. Everwood is al een paar keer vergeleken met Picket Fences, een van de eerste reeksen van David E. Kelley, en met de cultreeks Northern Exposure (The New Yorker noemde EverwoodWestern Exposure). Niet verwonderlijk, want precies die twee series noemt schrijver Greg Berlanti (een dertigjarige whizzkid die ook Dawson’s Creek op zijn erelijst heeft) als zijn grote inspiratiebronnen.

Eigenlijk is ook de opzet van Everwood gewaagd, naar Amerikaanse normen toch. In de VS worden dramareeksen immers zo goed als altijd geschreven met een vrouwelijk publiek in het achterhoofd, omdat vooral vrouwen op dat soort series afstemmen. In Everwood zijn twee mannen echter de spil van het verhaal: Brown en zijn zoon Ephram, die het grootste deel van het eerste seizoen ruzie maken en verwijten naar elkaars hoofd slingeren. Het werkt echter, want langzaamaan krijg je een evenwichtig beeld van de harde taak van een alleenstaande vader en de problemen die kunnen ontstaan tussen hem en zijn tienerzoon, zonder dat de reeks drammerig overkomt. Everwood was een paar jaar geleden in Amerika dan ook een van de meest verrassende hits van het tv-seizoen.

Dat succes is mede te danken aan de goede acteurs. Andrew Brown wordt gespeeld door Treat Williams ( Prince of the City), wellicht de enige naam uit de cast die een belletje kan doen rinkelen. Gregory Smith, een jong talent dat al naast Mel Gibson stond in The Patriot en door Movieline is uitgeroepen tot ‘One to Watch’, vertolkt Ephram. Voor de rest zult u zo goed als volslagen onbekenden zien, die wel allemaal op een hoog niveau acteren – een fenomeen dat wel vaker voorkomt in de Amerikaanse series van de laatste jaren. Maar zij hebben het natuurlijk makkelijk: ze krijgen tenminste geloofwaardige scenario’s in handen.

‘EVERWOOD’ vanaf 23/1, ELKE WEEKDAG 19.10 KANAALTWEE

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content