De laatste jaren heeft Hollywood al zoveel superheldenstrips verfilmd – driewerf hoera voor CGI! – dat Watchmen makkelijk als de dertiende in een dozijn zou kunnen worden beschouwd. Niets is minder waar: zet je smiley op voor Watchmen, de onverfilmbaar geachte cultcomic die alsnog een blockbuster wordt.
Een strip vol politieke ideeën over identiteit, Amerika en het genre an sich? Toen auteur Alan Moore in 1986 zijn graphic novelWatchmen uitbracht, ontketende hij niet verwonderlijk een revolutie. Het boek verwierf instant cultstatus en werd net door zijn donkere en complexe thematiek onverfilmbaargeacht. Een verhaal over zes cynische misdaadbestrijders past nu eenmaal niet makkelijk in een ironievrij Hollywoodjasje.
Hoewel producent Lawrence Gordon voor Twentieth Century Fox vrijwel meteen de rechten kocht, gingen er voor de release van de film uiteindelijk tweeëntwintig jaar, zes verschillende studio’s en vier regisseurs overheen. ‘Logisch’, aldus inblikker van dienst Zack Snyder, die op pagina 14 zijn hele verhaal doet. ‘In mijn film is het de slechterik die wereldvrede wil. Mijn Superman geeft geen ruk om mensen en mijn Batman krijgt hem niet omhoog.’ Dát is de wereld van Watchmen, een mix van hardgekookte noir-clichés, Koude Oorlogkoorts, politieke satire, disfunctionele relaties en gewelddadige, digitaal opgefokte fantasy waarmee de Amerikaanse mythologie en superheldencultus op hun kop worden gezet.
Voor de leken: Moores 338 pagina’s tellende graphic novel speelt zich af in een fictief 1986. De VS hebben de Vietnamoorlog gewonnen, Richard Nixon is voor een vijfde ambtstermijn verkozen en de Sovjets kunnen elk moment de rode knop indrukken. In dat klimaat van angst en paranoia trachten de zes Watchmen de wereld van eschatologisch onheil te vrijwaren, al zijn superhelden ondertussen al enkele jaren buiten de wet gesteld en brandt hun geloof in een betere wereld op een laag pitje. Ze zien zich gedwongen hun masker en cape nog een keer aan te trekken wanneer een van hen – The Comedian – door een mysterieuze killer wordt vermoord. Het is het startschot voor een complexe intrige die regelmatig door flashbacks, achtergrondverhalen en dagboekfragmenten wordt onderbroken.
Oorlog en Vrede
Dat zo’n postmodern kluwen zich niet meteen tot een mainstreamfilm laat stroomlijnen, is wiedes. Alan Moore achtte het zelfs onmogelijk, aangezien hij Watchmen naar eigen zeggen speciaal zo ontworpen had dat hij bij momenten het filmmedium te boven gaat. Nogal wat scenaristen braken er door de jaren heen inderdaad hun tanden op stuk, te beginnen met Batman-scribent Sam Hamm, die het project in 1990 na vier jaar aan producenten Lawrence Gordon en Joel Silver terugbezorgde.
Die twee klopten vervolgens aan bij Warner Brothers en regisseur Terry Gilliam, die sinds Time Bandits en Brazil als een ervaringsdeskundige inzake ge-inspireerde chaos wordt beschouwd. Alleen vond Gilliam het scenario van Hamm maar niets en koos hij na anderhalf jaar schaven op zijn beurt ook eieren voor zijn geld. Zijn verklaring? ‘ Watchmen is de Oorlog en Vrede van de comic books en te complex om in een film van 2,5 uur te gieten.’
Op hulp van Moore hoefde er evenmin gerekend te worden. Was de rebelse Brit al behoorlijk ontgoocheld in de verfilming van zijn demystificatie van de Jack The Rippermythe From Hell, dan keerde hij Hollywood definitief de rug toe nadat zijn League of Extraordinary Gentleman tot een debiel popcornspektakel werd vermalen, mét een rechtszaak tot gevolg. ‘Ik zou nog minder afgezien hebben, mocht ik een buslading kinderen hebben gesodomiseerd en vermoord’, aldus Moore, die ook met de Watchmen-film niets te maken wil hebben.
Rond de tijd dat de Twin Towers ineenstuikten, had producent Gordon eindelijk een regisseur gevonden: X-Men-scenarist David Hayter. Die bewerkte het script voor Universal en kwam na twee jaar met een draft die zelfs bij Moore op enige waardering kon rekenen. Maar: de producenten besloten om het project alsnog naar een onafhankelijke filmstudio te loodsen, de financiering raakte weer niet rond en opnieuw ging anderhalf jaar verloren. Ondertussen had ook Requiem for a Dream-regisseur Darren Aronofsky zijn oogje op Hayters script laten vallen en een deal bij Paramount gesloten. Alleen mocht hij toen net zijn droomproject The Fountain verfilmen en liet hij Watchmen voor wat het was.
De film leek definitief opgeborgen, maar in 2005 kwam er hulp uit onverwachte hoek. Paul Greengrass – die met The Bourne Supremacy tot een A-List-regisseur was uitgegroeid – bleek een fan van het eerste uur en was vastbesloten er in zijn gekende kinetische stijl een loyale adaptatie van te maken. Voor het eerst kregen de plannen écht vorm: er werd een production designer aangesteld, en niemand minder dan Daniel Craig, Jude Law en Joaquin Phoenix werden gepolst voor een rol als gemaskerde wreker. Er werd zelfs een concrete releasedatum geprikt, namelijk de zomer van 2006. Maar helaas, Moores dystopische fabel V for Vendetta maakt in de bioscoop weinig indruk, en het in extremis door Paramount gedumpte project belandde opnieuw bij Warner.
De Rorschachtest
Hoe het dan daar bij de onbekende videoclipregisseur Zack Snyder terechtkwam? Geduld! Tot ieders verbazing sloeg diens bloederige stripverfilming 300 voor dezelfde studio in 2006 in als een bom. Bovendien zat er in een van de trailers een merkwaardige flits van een gemaskerde vent die niet in het spartaanse plaatje paste en verdacht veel van Watchman Rorschach weghad. Blijkbaar had hij met zijn vrouw Debbie gewed dat niemand dat zou opmerken. Debbie verloor de weddenschap: amper enkele weken later hingen de Warnerbonzen aan de lijn om Snyder te vragen om Watchmen te verfilmen – zij het dan getransponeerd naar het Amerika van vandaag, met de War on Terror als politieke achtergrond én een sterrencast.
Snyder besefte dat zo’n cast een enorm gat zou blazen in het voorziene budget van 100 miljoen dollar – lees: 150 – waarvan elke cent nodig was om trouw te blijven aan de uitzinnige locaties en actiesequenties uit de strip en ketste dat plan meteen af. Als devote Watchmen-fan wilde hij evenmin iets van een update weten. Gelukkig wist hij de bobo’s dankzij het succes van 300 en de geslaagde eerste storyboards toch van zijn gelijk te overtuigen. ‘Twee jaar heb ik ervoor moeten knokken’, blikt Snyder terug. ‘Maar uiteindelijk heb ik enkel in de lengte een compromis moeten sluiten. Zij eisten een film van 125 minuten, mijn director’s cut telt er 205 en de bioscoopversie 165.’
Na tweeëntwintig jaar leuren, plus zes maanden draaien in Vancouver met relatief onbekende acteurs in de hoofdrollen en nog eens zes maanden sleutelen aan de ingewikkelde special effects, is het nu eindelijk zover: de filmpremière van de haast heilig verklaarde Watchmen– comic. En dat ondanks het feit dat Twentieth Century Fox tot twee weken geleden voor de rechtbank nog een deel van de rechten opeiste – een dispuut dat net op tijd in der minne werd geregeld. Ondanks het feit ook dat Alan Moore zijn naam van de credits liet halen en liet weten ‘ that fucking thing‘ nooit te willen aanschouwen. En eveneens ondanks het feit dat de studio zich ondertussen al een poosje in de haren krabt hoe ze hun blockbuster over impotente spandexhelden, blauw uitslaande substituut-goden en nichterige machiavellisten in vredesnaam op de markt moeten gooien. Eén ding is zeker: een sequel komt er niet.
Door Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier