DE CARTOON VAN TOEN. TWEE ANTOLOGIEËN VAN KORTE TEKENFILMS UIT DE JAREN DERTIG TOnen onomwonden aan hoe Disney van de Amerikaanse cartoon een kunstvorm maakte.

FILMs: **** Extra’s: ** (Walt disney)

Silly Symphonies (1929-1939) Mickey Mouse in Living Color (1935-1938)

Films. Meest vernieuwend waren de Silly Symphonies, een reeks films die Walt Disney vanaf 1929 parallel ontwikkelde met zijn populaire Mickey Mouse-filmpjes en waarvan er nu een dertigtal op een dubbele dvd gebundeld zijn. Disney begreep als een van de eersten dat de toekomst aan het geluid was. In de Silly Symphonies experimenteerde hij op ingenieuze wijze met de relatie tussen beeld en muziek. Ze waren bovendien ook minder pretentieus dan het latere Kitschfestijn Fantasia (1940) , een naar artistieke erkenning smekende opgeblazen versie van de oude filmpjes.

De gekke symfonietjes moeten het stellen zonder een terugkerende hoofdpersoon, maar vertonen een grote verscheidenheid. De fabel-met-een-moraal primeert, maar er is ook het macabere Skeleton Dance, terwijl King Neptune en Babes in the Woods doordrenkt zijn van de geest van het Germaanse griezelsprookje. Flowers and Trees (1932), waarin de romance tussen twee jonge boompjes wordt verstoord door een norse boomstronk, was meteen ook de eerste tekenfilm in kleur. Hierna werden alle Silly Symphonies in Technicolor gemaakt. Dat leverde juweeltjes op van schilderachtige tekenkunst en vernuftige fantasie, zoals Lullaby Land (1933) over de gedroomde avonturen van een kind in een melkachtig landschap dat ontstaat uit de lapjesdeken op zijn bed, en waarin alle babyparafernalia (talkpoeder, luiers, papflessen) tot leven komen. In het bizarre meesterwerkje The Cookie Carnival uit 1933 ligt al de hele kindvriendelijke commerciële filosofie van Disneyland vervat.

Disney scoorde zijn grootste hit met de zedenles Three Little Pigs (1933), waarvan het liedje Who’s Afraid of the Big Bad Wolf het economisch geteisterde land veroverde. De uitdieping van de karakters is opmerkelijk: de drie biggetjes hebben ongeveer hetzelfde uiterlijk, maar ze gedragen zich verschillend en hebben alledrie hun eigen persoonlijkheid.

Een tweede dubbeldvd, Mickey Mouse in Living Color, bundelt alle 26 filmpjes, gemaakt tussen 1935 en 1938, van Disney’s beroemdste creatie. De alom gevierde muis maakte pas zeven jaar na zijn introductie in Steamboat Willie zijn debuut in kleur (in The Band Concert). Tegen die tijd was Mickey al een nationaal symbool geworden. Geleidelijk veranderde ook de essentie van zijn persoon: hij was minder wreed en ondeugend en evolueerde van motor van de actie tot aangever.

Extra’s. Op beide uitgaven verschaft kenner Leonard Maltin commentaar bij enkele lievelingscartoons en situeert hij sommige omstreden aspecten (zoals de joodse karikatuur in enkele cartoons) in hun historische context. Bij de Silly Symphonies vertelt componist Richard M. Sherman (van het latere Mary Poppins) over de muzikale smaak en kennis van Disney. Er hoort ook een onthullende korte documentaire bij over de merchandising die al begon in 1929! Een minpunt is dat de filmpjes niet chronologisch, maar arbitrair thematisch zijn gerangschikt en er ook een bijbehorend boekje ontbreekt, al is het maar met een lijstje van de filmpjes. Dat ware nuttiger geweest dan de weliswaar fraaie blikken doos die rond de dvd’s zit. De meest unieke extra bij de Mickey Mouse-dvd is de cartoon Parade of the Award Nominees, speciaal gemaakt en enkel vertoond bij de oscaruitreiking van 1932.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content