Triomftocht – Valery Gergiev hitst het London Symphony Orchestra op als een legeraanvoerder zijn manschappen.

Sergej Prokofiev ****

THE COMPLETE SYMPHONIES

LONDON SYMPHONY ORCHESTRA O.L.V. VALERY GERGIEV – (4 CD – PHILIPS 475 7655)

Weliswaar minder innoverend dan die van Sjostakovitsj, geven deze 7 symfonieën van Prokofiev toch ook zijdelings een beeld van 35 jaar Sovjetgeschiedenis. Valery Gergiev en het London Symphony Orchestra (LSO) brachten deze symfonieën op enkele avonden na elkaar in mei 2005 in de Londense Barbican Hall, en Philips brengt ze nu uit. De uitvoering is wisselend. De korte, licht verteerbare 1e Symfonie‘De Klassieke’ uit 1917 is voor Gergiev, de schijnbaar duivels geïnspireerde dirigent van het Kirov, volstrekt oninteressant tijdverdrijf. Hij laat het anders zo gedisciplineerde LSO aan zijn lot over. In de Symfonie nr. 2 in d uit ’24 is de precisie in het Allegro ben articulato nog altijd zoek. De daaropvolgende variaties zijn een ruwbouw met slordige afwerking. Pas in de 3e Symfonie vindt maestro Gergiev zijn draai. De dramatische, haast hollywoodiaanse weelderigheid komt fantastisch uit de verf. Een legeraanvoerder hitst zijn manschappen op. Van de 4e Symfonie zijn zowel de intimistische originele versie uit 1930 als de bewerkte versie (dubbel zo lang) uit ’47 in deze box opgenomen. Gergiev is duidelijk meer in zijn nopjes in de latere versie, wanneer hij voluit op effect kan werken. Maar is hier wel genoeg gerepeteerd? Chaos, slome inzetten en een gebrek aan coherentie doen vermoeden van niet. Dit orkest kan beter. Bij de originele versie is het gelukkig wel raak. Zij bloeit open als een prachtige bloem en evolueert naar een speels, licht en meeslepend Moderato, quasi allegretto. De langste, de bekendste en ook de meest sarcastische van de zeven, is de 5e Symfonie in Bes uit 1944. Zij illustreert de plechtige overwinning van het Rode Leger op de Duitse vijand, maar verraadt ook het nepoptimisme van Prokofiev, die zijn land niet meer uit mocht. Hier primeert een brede, epische toon. Vooral in het 2e deel, Allegro marcato, een geselende toccata, komt Gergiev helemaal thuis. Hij dirigeert indrukwekkend, groots, opwindend. Met de Symfonieën 6 en 7 (resp. uit 1947 en 1952) verlaat Prokofiev ten slotte de moderniteit, op dwingend advies van dictator Stalin. Gergiev slaagt erin de lyrische, sombere spanning aan te houden. Het largo uit de 6de, verwijzend naar de ‘val’ van Prokofiev, is ontroerend nobel. De 7de is het relaas van een moegestreden man, sadder and wiser. Transparante, geraffineerde, streelzachte melodieën, naïef als een kindersprookje, bulken van de nostalgie. De symfonie besluit met een knotsgekke galop met hoog Tom & Jerry-gehalte. De cirkel is rond.

Al bij al is dit een mooie integrale, maar als live-avontuur is ze wel onderhevig aan de stemming van het moment, en meer nog, aan die van de dirigent.

Greet Van ’t veld

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content