Figuren in een landschap – Tv-veteraan David Von Ancken debuteert met een wat anachronistische mythische western.
Film: * *Extra’s: * (A-Film)
Vraag me niet waarom, maar als ik uit alle genres een favoriet moet kiezen, dan de western. Je krijgt me met geen stokken naar de boerenbuiten, ik heb nog nooit op een paard gezeten en zelden een koe in levenden lijve gezien. Maar beelden van de Amerikaanse prairie, van mannen te paard, van cowboys en indianen: het is cinema in zijn zuiverste vorm. Een van de redenen ook waarom de western nooit echt zal verdwijnen, hoe vaak het genre al om allerlei redenen overhaast werd begraven.
Een van de eigenschappen van de western is nu net ook wat het genre van alle tijden maakt: het vermogen om eindeloze variaties te spinnen op dezelfde thema’s, motieven, dramatische handelingen, personages en decors. Zo combineert Seraphim Falls (bij ons onuitgebracht in de bioscoop) twee subcategorieën in het genre: de post-Burgeroorlogwestern en de wraakwestern.
In een ruige rol die met zijn gepolijste 007-imago moet breken, speelt Pierce Brosnan een eenzame pelsjager, die anno 1868 genadeloos op de hielen wordt gezeten door een gewezen kolonel van de Geconfedereerden (Liam Neeson). Die heeft zelfs een posse ingehuurd om zijn aartsvijand dood te krijgen, maar het schorremorrie wordt één voor één deskundig geëlimineerd door de opgejaagde. Zijn valstrikken zijn even bloederig als listig – we zijn ten slotte in de Far West, waar je niet alleen sterk maar ook slim moet zijn om te overleven.
In zijn eerste bioscoopfilm exploreert tv-regisseur David Von Ancken een van de grootste troeven van de western: dat de buitenactie zich ontrolt in weidse landschappen en in een ongetemde natuur. De klopjacht begint op besneeuwde bergflanken in het noorden van Nevada, wordt voortgezet in verschroeide graslanden om te eindigen in de uitgestrekte zoutwoestijn van New Mexico, waar jager en prooi elkaar niet langer te paard maar al kruipend naar het leven staan, als nietige insecten in een onbarmhartige natuur. Onderweg ontmoeten de twee tegenstanders ook allerlei picareske types die wel vaker opduiken in saga’s over de verovering van het Westen: een rancher met twee kleine kinderen, een rondreizend religieus gezelschap, een team van ingenieurs en Chinese werklieden die de Pacific Railway aan het leggen zijn; een indiaan (Wes Studi) die een afgelegen waterbron bewaakt, een verkoopster (Anjelica Huston) van slangenolie die ook de engel des doods kan zijn.
De visuele symfonie van figuren in een landschap is uiteindelijk interessanter dan de tergend langzame opheldering van de plot (beetje bij beetje onthullen subliminale flashbacks wat de ex-Yankeecommandant precies op zijn kerfstok heeft). Seraphim Falls is op zijn best zolang we het raden hebben naar wat Neeson drijft in zijn bijna Bijbelse wraakqueeste. Als de achtervolging archetypisch en abstract blijft.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier