‘SCHOENEN MAKEN, DAAR DROOM IK VAN’

EZRA KOENIG (r.) en medevampieren. 'Hoe meer leven ik kan opzuigen, hoe beter onze muziek erbij zal varen.'

Culturele plunderaars waren het. Gladde rijkeluiszoontjes. Racisten zelfs. Zo dartel als Vampire Weekend in 2008 debuteerde, zo schuimbekkend mikte de kritiek toen op het been en niet op de bal. Vandaag, met derde plaat Modern Vampires of the City paraat, is voorman Ezra Koenig dankbaar voor de ervaring. ‘We hebben bewezen dat we blijvers zijn.’

Met Modern Vampires of the City onthult Vampire Weekend het sluitstuk van een trilogie, luidt het in de persverklaring. Maar dat idee zal wellicht alleen in de hoofden van de bandleden zelf leven. Voor de buitenwacht kan de plaat volstaan als de ietwat donkerder en grilliger opvolger van Vampire Weekend en Contra (2010), langspelers waarmee het New Yorkse kwartet fluks een brug sloeg tussen frisse indiepop en Afrikaanse exotiek.

EZRA KOENIG: Drie platen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, dat concept sprak ons al aan van bij het begin van de band. Alleen al om praktische redenen: we hadden een deal voor evenveel platen getekend. Drie is ook een magisch getal; er zal wel een reden voor zijn waarom drieluiken in de kunst een grotere impact hebben dan vier- of vijfluiken. Drie vormt ook de basis voor het klassieke thesis-antithese-synthese. Enfin, argumenten genoeg.

Wat de luisteraar vooral zal interesseren: loopt er ook een thematische lijn doorheen de drie platen?

KOENIG: Dat denk ik wel. Of ik nu over reële mensen schrijf of personages verzin, het is toch zo’n beetje dezelfde kliek die altijd weer in de songs figureert. Nu ja, je kunt die grote, overkoepelende ideeën wel op de werktafel leggen, op de duur moet je toch in details afdalen. Zoals: is deze song wel goed genoeg? Het verbaasde me hoeveel verwijzingen naar tijd er in de plaat zijn geslopen: klokken, ouder worden, opgroeien, de dood.

Voel je de klok nu nadrukkelijker tikken dan vroeger?

KOENIG: Ja. Je brengt je eerste plaat uit, en voor je het weet doe je buitenissige dingen zoals op wereldtournee gaan, interviews geven, elke dag andere mensen ontmoeten. Zonder op adem te komen zijn we aan de tweede plaat begonnen, omdat we barstten van de ideeën, en het dwaas zou zijn geweest om op zo’n cruciaal moment een pauze in te lassen. Het nadeel van het succes is de schaalvergroting: plots is het niet meer vier bandleden in een busje, maar een hele crew. Ook begin je in meerjarenplannen te denken.

Vond je dat beangstigend?

KOENIG: Dat niet. Maar wel stressvol. (denkt na) Verwarrend is nog de beste omschrijving. Ik geloof nog altijd niet dat in een band zitten een echte job is. Want ik heb een echte job gehad en geloof me: er is een verschil. Anderzijds: wanneer je al zo lang en intensief bezig bent als wij, moet je jezelf wel een zekere professionaliteit aanmeten. Die dan weer botst met mijn levenslange ervaring dat ik mijn beste ideeën krijg wanneer ik hard bezig ben met iets totaal anders. Zeker als het iets is waar ik niet echt warm voor loop, zoals naar school gaan. Nu ja, ik was zeker niet de eerste scholier die vond dat hij niet tijd genoeg kreeg voor zichzelf, en thuis geen ruimte kreeg in het gezin. Toen ik nadien als onderwijzer aan de slag ging, was dat al even moeilijk: godganse dagen omringd door onhandelbare kinderen in een vierkant draaiende school. Elke avond was een enorme opluchting: eindelijk kwam ik eens aan mezelf toe.

En dan begin je een groepje, breng je een plaat uit, en krijg je meteen de wind van voren.

KOENIG: (glimlacht) Alles werd ons aangewreven: muzikale voorkeuren, manier van kleden, familiale achtergrond. Maar dat zou nooit zijn gebeurd als we niet meteen succes hadden gekregen. In feite waren we zo’n hot topic omdat er toen net een backlash was opgestoken tegenover blogs. Heel de invloed van het internet op muziek werd kritisch onder de loep gehouden. Wij waren zogezegd het mooiste bewijs voor het kunstmatige ophemelen van middelmatige bands. Als we toen hadden gefaald, hadden we heel wat lui dolgelukkig gemaakt: hun standpunt over de vervuiling van muziekindustrie zou klinkklaar zijn bewezen. (grijnst) En kijk nu: zes jaar later rept niemand daar nog over. (denkt na) Het leek toen wel alsof elke zin voor proportie van geen tel meer was. Muggen werden olifanten. Neem het feit dat ik graag een witte crickettrui droeg. Ik vond dat geinig, een soort kostuum, iets eigenzinnigs. Jammer dat veel criticasters aan onze zin voor humor voorbijgingen. Neen, ons welgemeend haten was veel makkelijker.

Daar word je hard van.

KOENIG: Mja. Het minste wat je van bakken kritiek kunt zeggen, is dat het evengoed aandacht is. Het was spannend en overweldigend om te zien hoe passioneel mensen over ons discussieerden. We stonden behoorlijk sterk in onze schoenen, maar toch zijn er momenten geweest waarop het pijn deed. Toen men ons in het gezicht slingerde dat we racisten waren, bijvoorbeeld. Dat kun je niet zomaar weglachen, zoals je met zo’n andere dwaze beschuldiging deed: dat we allemaal uit stinkend rijke families kwamen, rotverwend waren en onze wereld niet kenden. We waren zogezegd imperialisten die de schatkamer van de Afrikaanse muziek leegplunderden. Hoe dwaas, als je weet met hoeveel Afrikaanse muzikanten we al hebben opgetreden. Helemaal mooi werd het toen ik op een white supremacy-website las dat ‘die gasten niet eens blank zijn: die ene is Joods, de andere Midden-Oosters.’ Zover hadden we het dus geschopt: om uit twee radicaal verschillende hoeken verwensingen te incasseren. (grinnikt) In elk geval: zoiets blijft aan je plakken, maakt je kwaad. Maar je beseft snel dat je er weinig aan kunt veranderen. Laat de muziek maar voor zich spreken. Ik maak me sterk dat mensen ons beter zijn gaan begrijpen met onze tweede plaat. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat proces gewoon doorgaat.

Uitgesproken Afrikaanse invloeden zijn er toch al veel minder op Modern Vampires of the City.

KOENIG: Hm. Verdwenen zijn ze nochtans niet. Wat wel klopt: we zijn er ons minder van bewust. Anders dan bij onze eerste plaat, toen het niet genoeg was dat een song Afrikaans getint was, hij moest ook nog eens Cape Cod Kwassa Kwassa heten. We maakten een optelsom en wilden dat mensen dat ook zo zagen. Songs als statements. Toen we onlangs live een van de nieuwe songs begonnen te spelen, Believers – een van onze meest Amerikaanse, rootsy songs ooit – schreven sommigen iets over ’typisch Vampire Weekend, met die Afrikaanse groove’. Hoezo, Afrikaanse groove? (lacht) Ik wil maar zeggen: veel songs, zoals Ya Hey, zijn Afrikaans getint, maar andere niet. Die stijlen behoren tot ons muzikale DNA, maar we maken er niet langer een big deal van.

Vertel me iets over de plaattitel.

KOENIG: Die komt uit een reggaesong van Junior Reid, over de idee van gelijkheid: dat we allemaal hetzelfde bloed hebben. Reggae gebruikt vaak het woord ‘vampier’ als metafoor voor onderdrukking. Peter Tosh heeft een song die Vampire heet, Bob Marley heeft het erover in Babylon System, een van mijn favoriete nummers van hem: (zingt in Jamaicaans patois)Babylon system is the vampire of the empire.’ Ik was al langer gefascineerd door de beeldspraak in reggae, die dikwijls teruggrijpt naar het Oude Testament.

Waar zie je jezelf over tien jaar?

KOENIG: Als ik muziek wil blijven maken, zal ik moeten leren om genoeg afleiding in te bouwen. Zelfs toen we vier maanden vrij namen, vrat ik mezelf op van de zenuwen over waar het met de nieuwe songs naartoe moest. Terwijl ik me altijd had ingebeeld dat hard werken, allerlei vormen van stress verduren en uiteindelijk succes oogsten beloond zou worden met innerlijke rust en geluk. Eén ding is zeker: hoe meer cultuur en leven ik kan opzuigen, hoe beter onze muziek er bij zal varen. Schoenen maken, dat zegt me wel wat. De vriendin van een New Yorkse maat heeft op een oude lederschool in Firenze gezeten. Ik wist totaal niet dat dat bestond, maar toen ik erover hoorde, was dat haast een openbaring. Een oud ambacht leren, romantischer kan niet. Volgens mij stimuleert het je brein ook. Puur zenboeddhisme: het volle gewicht van je aandacht toespitsen op kleine handarbeid.

Nu ja, ik blijf een muzieknerd, zonder twijfel. Wat betekent een tweede, derde, vierde plaat in een carrière? De tweede dient om de wereld te laten zien dat je niet van plan bent snel te verdwijnen. Maar de derde is pas echt een etalage voor je ideeën. Met je vierde kun je dan weer alle kanten uit. Totale vrijheid! Ik verlang er nu al naar. (lacht) Ik wil maar zeggen: ik ben blij dat we op zijn minst hebben bewezen dat we blijvers zijn.

MODERN VAMPIRES OF THE CITY

Uit bij XL Recordings.

DOOR KURT BLONDEEL

Ezra Koenig: ‘ALS MEN JE IN HET GEZICHT SLINGERT DAT JE EEN RACIST BENT, DAT KUN JE NIET ZOMAAR WEGLACHEN. MAAR JE BESEFT SNEL DAT JE ER WEINIG AAN KUNT VERANDEREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content