FATAL ATTRACTION – Tom Kalin verpakt het incestschandaal van Tony en Barbara Baekeland tot een fascinerend,maar kil staaltje indie-cinema.
Tom Kalin – Julianne Moore,Eddie Redmayne,Stephen DillaneWerd Tom Kalin in 1992 met zijn intrigerende gay-debuut Swoon meteen tot het goudhaantje van de Amerikaanse ‘New Queer Cinema’ gekatapulteerd, het was uiteindelijk vijftien jaar wachten op opvolger Savage Grace. Deze schandaalbiopic over de incestueuze relatie tussen Barbara en Tony Baekeland mag je dus gerust een langdurig labour of love noemen, al gaat het om liefde van de meest fatale en perverse soort.
De film, gebaseerd op de gelijknamige biografische roman van Natalie Robins en Steven Aronson, begint in 1946. Tony Baekeland (Eddie Redmayne) – de verteller van het waargebeurde verhaal – is amper een paar maanden oud en krijgt de borst van zijn liefhebbende moeder, de steenrijke, New Yorkse jetset queen Barbara Baekeland (Julianne Moore). Aanvankelijk lijkt er tussen beiden geen amoreel vuiltje aan de lucht. Tenminste: tot Barbara’s huwelijk met haar overspelige echtgenoot Brooks (Stephen Dillane) – erfgenaam van het Belgisch-Amerikaanse bakelietimperium – op de klippen loopt, Tony’s puberjaren aanbreken, jaloezie en lust opborrelen en hun vrijmoedige moeder-zoonrelatie tot een incestueuze familietragedie van antieke proporties ontaardt. Die culmineert in 1972 in een van de grootste schandalen uit de Amerikaanse societygeschiedenis met de moord op Barbara door haar bloedeigen homoseksuele en licht sociopathische zoon.
De goedkope sensatie ligt voor het oprapen, maar Kalin weet die gelukkig grotendeels te vermijden. En dat met een afstandelijke en cerebrale regiestijl die bij vlagen aan Luchino Visconti’s decadente familiekronieken The Damned of Ludwig doet denken, zonder echter dat duizelingwekkend hoge niveau te halen.
Bovendien puurt Kalin het maximum uit het minimale budget van dit onafhankelijke risico-project – amper 5 miljoen dollar. Hij doet dat met goedgekozen retrokostuums, interieurs, hotels en restaurants die het New Yorkse, Parijse en Londense jetsetwereldje van de jaren zestig en zeventig op een beeldende manier evoceren, alsof je door het flamboyante decor van een nooit gepubliceerde F. Scott Fitzgeraldroman doolt.
Toch is Kalins controversiële comeback zeker geen smetteloze triomftocht. Daarvoor blijven de personages – met Tony en Barbara op kop – te summier geschetste en bijgevolg onuitstaanbaar narcistische upperclassemblemen. De meest melodramatische scènes – zoals die waarin Barbara haar zoon tot de heteroseksualiteit tracht te ‘bekeren’ – neigen af en toe dan weer naar psychologisch opgepimpte soap.
Niettemin: een fascinerend, complex en akelig kil doemportret van ‘ a love that dare not speak its name‘.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier