‘Wallonië straalt pure verloedering uit.’ Aan het woord is niet Bart De Wever maar de Russische cineast Andrej Zvyagintsev. Meer dan eender welke voormalige Oostbloknegorij vond hij Charleroi geknipt als troosteloze locatie voor ‘The Banishment’: een familiedrama vol tristesse waarmee de maker van ‘The Return’ – in 2003 goed voor een Gouden Leeuw – een tweede keer zijn grote klasse demonstreert.

Een man trekt samen met zijn vrouw en twee kinderen weg uit de stad om zich te vestigen op het platteland. De idyllische omgeving zorgt echter niet voor de verhoopte rust: oude wonden worden opengereten en nieuwe geheimen leiden tot tragische dilemma’s. In de handen van een mindere god zou dat op zich triviale gegeven ongetwijfeld soapcinema van de kleverigste soort opleveren, maar Zvyagintsev distilleert er een contemplatieve parel uit die nog dreigender en meeslepender is dan zijn veelgelauwerde debuutfilm.

‘The Banishment’ viel vorig jaar in Cannes een minder warm onthaal te beurt dan ‘The Return’ in Venetië. Was dat een zware teleurstelling?

Andrej Zvyagintsev: Competities interesseren me niet. Dat méén ik. Natuurlijk ben ik vereerd dat mijn films voor dergelijke prestigieuze festivals geselecteerd worden. Maar ik zie zulke evenementen vooral als kansen om mijn werk aan zoveel mogelijk mensen te laten zien. Prijzen winnen is bijzaak. Maar ik moet toegeven dat het me kwetste toen mijn film bepaalde mensen niet bleek te raken. Ik zie The Return en The Banishment in de eerste plaats als emotionele ervaringen. Het interesseert me niet of je alles begrepen hebt, wat belangrijk is, is dat je aangegrepen wordt door het verhaal. Misschien moet ik me er gewoon bij neerleggen dat ik nu eenmaal geen films voor de massa maak.

Troost u: dat deed Andrej Tarkovski, de Russische grootmeester met wie u vaak vergeleken wordt, ook niet.

Zvyagintsev: Eigenlijk ben ik die vergelijking spuugzat. Het is in ieder geval niet zo dat ik Tarkovski tracht te kopiëren. Dat zou ik nooit durven. Trage travellings – zijn handelsmerk en iets waar ik ook gebruik van maak – zijn gewoon de beste manier om gebeurtenissen tegelijkertijd duidelijk én mooi in beeld te brengen. Het is alsof proza en poëzie in elkaar overvloeien.

Toch zijn er amper nog cineasten die zo’n langzaam ritme aandurven.

Zvyagintsev: Ik ben nog maar 43 en ik lijk al een fossiel (lacht). Ik ben opgegroeid met de films van Tarkovski: dat kan en zal ik niet ontkennen. Toch zijn er nog heel wat andere cinemagoden die me beïnvloed hebben. De naam Terrence Malick durf ik amper in de mond te nemen uit vrees hem te beledigen. En een film van Robert Bresson kijk ik – ook al heb ik hem al tientallen keren gezien – telkens opnieuw uit. Maar het meeste respect heb ik voor Michelangelo Antonioni: zijn films leerden me dat cinema een echt mirakel kan zijn.

Mogen we Ingmar Bergman nog aan dat lijstje toevoegen? ‘The Banishment’ blinkt ook uit in psychologische diepgravendheid.

Zvyagintsev:(gooit de handen in de lucht) Dat ik hem durf te vergeten! Toen ik Wilde Aardbeien voor de eerste keer zag, was mijn hemd nat van de tranen. Hij was een van de weinige filmmakers die films voor het hart én het verstand maakten.

Kunt u nog even geëmotioneerd raken door andermans films, nu u er zelf maakt?

Zvyagintsev: Zeker en vast. Onlangs luisterde ik vol ongeloof naar een make-upartieste die me vertelde dat ze een bepaalde film – die ik fantastisch vond – niet kon appreciëren omdat het schminkwerk beneden alle peil was. Wat een onzin! Ik staar me niet blind op zulke technische details: het verhaal en de emoties, dat zijn de dingen die tellen.

En de locaties natuurlijk. Hoe kwam u erbij om in Wallonië te filmen?

Zvyagintsev: Het soort stad dat ik zocht, vind je nergens in Rusland. Ik was op zoek naar een plek die duidelijk was aangetast door het industrialisatieproces van de vorige twee eeuwen. Bovendien moest het om een locatie gaan die een bepaalde anonimiteit en verloedering uitstraalt. Toen ik tijdens de voorbereidingen in Wallonië belandde, wist ik meteen dat ik daar moest filmen.

Onze Franstalige landgenoten zullen het graag horen.

Zvyagintsev: Het is nochtans een compliment. We filmden onder meer een scène in een bar die in 1961 zijn deuren opende en we moesten gewoon niks aan het meubilair of de toestellen veranderen! Het koffieapparaat, de sigarettenautomaat, zelfs de tapkranen waren nog nooit vernieuwd. Die afgeleefde look paste perfect bij het geabstraheerde niemandsland dat ik op pellicule wou vastleggen.

De stad in ‘The Banishment’ lijkt symbool te staan voor de problematische verhoudingen binnen het gezin. Maar na de verhuizing naar het platteland zet de familiale des-integratie zich gewoon verder.

Zvyagintsev: Je kan toch nooit je persoonlijke problemen oplossen door van omgeving te veranderen? Mensen leven al eeuwenlang in steden, zonder noemenswaardige moeilijkheden. En toch bestaat er nog altijd zo’n terug-naar-de-natuurgevoel, waarbij mensen geloven dat je enkel op het platteland of in het bos tot rust kan komen. Dat is je reinste bullshit. Een gelukkige mens zal overal gelukkig zijn, een ongelukkige mens nergens: zo simpel is het.

Nog een wodka, dan maar?

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content