RUMER @ RIVIERENHOF

Ze wordt de nieuwe Karen Carpenter genoemd. Een oneigenlijke zus van Duffy en Adele. De Britse Norah Jones. En in het Rivierenhof kunt u volgende week hoogstpersoonlijk ontdekken waarom Rumer – née Sarah Joyce – zelfs het oude hart van Burt Bacharach doet overslaan. ‘Op jongere leeftijd had ik veel meer van dit succes genoten.’

Uitbundig. Arrogant. Katerig. Apathisch. Zo stoned als een garnaal. Wij hebben muzikanten in álle stemmingen geïnterviewd, maar zo neerslachtig als Rumer hebben we ze nog niet vaak meegemaakt. Amper twintig minuten ver in ons telefoongesprek wordt het stil aan de andere kant. Plots een diepe zucht. En een snik. ‘Mijn leven is een living hell‘, snottert ze. Dat het toerschema onmenselijk is. Dat elke seconde van haar vrije tijd wordt volgestouwd met interviews en promoverplichtingen. En dat ze erdoor zit: ‘I’m so fucking depressed I just wanna die.’ Het was nochtans onschuldig begonnen.

Ik weet dat je al een paar weken geleden 32 bent geworden, maar toch: happy birthday!

Rumer:Thanks. Weet je hoe ik mijn verjaardag gevierd heb? In een karaokeclub in Japan. En voor je het vraagt: neen, ik had nooit gedacht dat ik mijn verjaardag ooit zou doorbrengen tussen kattenvals voor zich uit wauwelende Japanners.

Je bent pas na je dertigste doorgebroken. Vind je dat een vloek of een zegen?

Rumer: Een beetje allebei, I guess. Had ik mijn doorbraak op jongere leeftijd gehad, ik zou veel meer van het succes genoten hebben. Nu ben ik daar veel te nuchter voor. Maar anderzijds zou ik me als jong meisje ongetwijfeld in allerlei excessen hebben gestort, terwijl ik nu weet dat al die glamour gewoon bullshit is. En voor de rest: tien jaar geleden had ik nog een mooie huid en was ik een pak slanker. Toen zou ik niet zo tegen fotoshoots hebben opgekeken als nu.

Wat heeft je al die jaren gaande gehouden?

Rumer:Hope, my friend, hope is my constant companion. Want zoals de meeste ouders hebben ook de mijne me eerst gesteund, maar zodra ik tegen de dertig aanliep, werden ze bezorgd en probeerden ze me zachtjes op andere gedachten te brengen.

Hoe belangrijk was de steun van Burt Bacharach?

Rumer: Alles bij elkaar relatief. Hij is pas op de proppen gekomen toen ik al een platencontract had, want dat heb ik enkel en alleen aan mezelf te danken. Zijn stamp of approval heeft wel veel deuren geopend. Dat hij me goed vond en me zelfs naar Californië liet overvliegen om me live te horen zingen, gaf me een onwezenlijk gevoel.

Op ‘Seasons Of My Soul’ verwerk je de vele tegenslagen die je als tiener en twintiger te slikken kreeg. Was je nooit bang dat je songs te confessioneel zouden klinken?

Rumer: Neen, niets is zo ontwapenend als eerlijkheid. Seasons Of My Soul was een heel pijnlijke bevalling en er zijn heel wat tranen gevloeid, maar ik ben blij dat ik met een aantal trauma’s in het reine ben. Of althans geprobeerd heb om ermee in het reine te komen, want sommige dingen wis je niet zomaar uit. Ik ben bijvoorbeeld nog lang niet klaar met het feit dat mijn vader niet mijn echte vader is (Toen het gezin in Islamabad woonde, raakte haar moeder zwanger van de Pakistaanse kok die bij hen inwoonde; nvdr.). Mijn ouders hebben me het verteld toen ik een jaar of elf was, waarop het onderwerp taboe werd verklaard en er nooit nog op werd teruggekomen – alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Tja, dan is het niet raar dat je je als tiener van de ene zenuwinzinking naar de andere sleept en je dat trauma blijft meezeulen. En het is niet alsof ik een therapeut ter beschikking kreeg: ik kon er met niemand over praten. Zelfs toen mijn moeder ziek werd en naar haar einde toeging – nóg zo’n mokerslag – hebben we die kwestie nooit doorgepraat. Het is heel moeilijk om iets te verwerken als iedereen doet alsof het nooit gebeurd is.

Van sommige artiesten wordt gezegd dat ze bepaalde aspecten van hun leven bewust of onbewust saboteren omdat tegenspoed hun creativiteit aanscherpt. Voor jou moet dat maar een romantisch idee lijken.

Rumer: Neen, toch niet. Ik kan best begrijpen dat droefheid voor sommige artiesten een emotionele habitat is: dat ze dus als songschrijver enkel gedijen in een melancholische gemoedsgesteldheid. Maar ik begrijp evenzeer dat je soms je eigen succes wil saboteren. Hoe tevreden ik ook ben over de plaat die ik heb mogen maken en hoe dankbaar ik ook ben voor al die mensen die mijn cd’s kopen en naar mijn optredens komen kijken: op dit moment is het me allemaal te veel. Mijn leven is een living hell

En dan wordt het stil. Praten lukt niet meer. Enigszins bedremmeld bieden we onze resterende interviewtijd alvast aan als quality time, maar helemaal gerust zijn we er niet op als we enkele troostende woorden later afscheid nemen. Haar tourmanager laat daags nadien weten dat we ons geen zorgen moeten maken en ‘dat het al veel beter gaat’. Maar toch: geef haar een warm onthaal, daar in het Rivierenhof.

DOOR VINCENT BYLOO

‘Niets is zo ontwapenend als eerlijkheid.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content