RONE, OM IN UW BED TE DANSEN
De naar Berlijn verkaste Fransman Erwan Castex, beter bekend als Rone, had slechts twee cd’s nodig om naar het topje van de elektronische muziek door te stoten. ‘Ik experimenteer graag, maar wil het publiek ook kippenvel bezorgen.’
Rones werk laat zich moeilijk definiëren. De één noemt het technotrance, de ander impressionistische electronica of lying-in-bed dance music. Zelf voelt de artiest niet de behoefte er een etiket op te plakken. ‘Maar ik heb er de pest aan wanneer ik als technomuzikant word gedoodverfd’, zegt hij. ‘Mijn platen zijn hopelijk iets rijker dan dat. Ook al kleur ik graag buiten de lijntjes, ik verafschuw obscure, hyperintellectuele muziek. Alleen door eenvoud na te streven kun je iets maken dat de mensen raakt.’
Rone, ook actief als dj en producer, is eigenlijk cineast van opleiding en kwam ‘per ongeluk’ in de muziekwereld terecht. ‘Als kind speelde ik een beetje piano en sax, maar muzikant worden leek me een onbereikbare droom. Terwijl ik mijn weg vond in het filmmilieu, bleef ik, als hobby, wel met computers knoeien. Zo werd ik op een dag benaderd door Infiné. Iemand van dat label had op het internet mijn tracks gehoord en wilde ze uitbrengen. Nu ben ik dus een professionele amateur, haha. Ik voel me nog steeds een dilettant, ik bricoleer maar wat. Maar als autodidact heb ik gelukkig geen last van regeltjes.’
Sfeerrijke platen als Spanish Breakfast en Tohu Bohu lijken wel soundtracks voor films die nog gedraaid moeten worden. ‘Ik vertrek altijd van beelden’, legt Rone uit. ‘Ik goochel met procedés die ook in de cinema gangbaar zijn. Zo hecht ik veel belang aan reliëf en suspense en laat ik mijn verhaal uitmonden in een climax. Toch denk ik zo weinig mogelijk na over wat ik doe. Ik laat me liever leiden door mijn instincten. En door mijn machines: ook díé dringen me, in al hun grilligheid, soms bepaalde klanken op.’
Tohu Bohu, uit 2012 maar dit jaar heruitgebracht met een bonus-ep, heeft iets van een muzikale odyssee. ‘Ik hou ervan de luisteraar op sleeptouw te nemen. De flow, die ontstaat door de volgorde van de tracks, is daartoe cruciaal.’
De cd-titel verwijst naar een uitdrukking die de Fransen gebruiken voor iets dat chaotisch, wanordelijk of lawaaierig is. ‘Tohu Bohu is wat er in mijn hoofd omgaat tijdens het componeren. Door Nietzsche te lezen heb ik ingezien dat creativiteit sowieso uit chaos ontstaat. Je brengt orde in dingen die schijnbaar niets met elkaar te maken hebben.’
Rone raakte in de ban van electronica toen hij, op zijn achtste, voor het eerst Oxygène van Jean-Michel Jarre hoorde. ‘Ik wist niet wat het was, dus toen ik met mijn moeder de plaat ging kopen, moest ik de winkelbediende het melodietje eerst voorzingen’, lacht hij. Als puber luisterde Rone uitsluitend naar hiphop. Toen hij er later in slaagde High Priest van Antipop Consortium te laten rappen op zijn track Let’s Go was dat dus een Groot Moment. Op zijn jongste ep ging hij dan weer in zee met John Stanier, de drummer van Battles. ‘Al die ontmoetingen doen me groeien als artiest.’
Rones muzikale smaak evolueerde in etappes. ‘Het Warp-label deed, dankzij Aphex Twin, Autechre en Boards of Canada, voor mij een wereld opengaan. Ook Ninja Tune was, met Amon Tobin, een eyeopener voor mij. Infiné, mijn platenmaatschappij, wordt wel eens de Franse tegenhanger van Warp genoemd. Haar lijfspreuk luidt, niet toevallig, ‘Easy music for the hard to please’.
‘Ten tijde van mijn debuutwist ik niet eens dat ik een cd aan het maken was. Maar toen ik aan een opvolger begon, besefte ik dat er dingen van mij werden verwacht. Weg spontaneïteit: ik raakte mentaal volledig verlamd. Dus ruilde ik Parijs voor Berlijn. Ik spoelde aan in een stad waar ik niemand kende, waar ik de taal niet begreep en ik me als een buitenaards wezen voelde. Maar de muziek kwam plots vanzelf. Ik had gewoon nood aan een andere omgeving, een beetje isolement. Met Duitse electronica heeft Tohu Bohu volstrekt niets te maken, maar Berlijn zit er zeker in: het ritme van de stad, de wijken die ik frequenteer. Met die cd heb ik een enorme stap gezet. Als mijn debuut een kind was en mijn tweede een adolescent, dan wordt mijn derde misschien wel een volwassen man?’
Rone is ook te horen op Trouble Will Find Me, de jongste cd van The National. ‘Ik ontmoette de groep bij een concert in Brooklyn. De hele locale scene was er en op het einde jamden we allemaal samen. “Dat was cool, we moeten eens iets samen doen”, zei gitarist Bryce Dessner achteraf. Een jaar later kreeg ik een telefoontje: “We zitten in de studio in Berlijn, onze plaat is bijna af en we willen dat jij er je elektronische touch aan toevoegt.” Toen moest ik me wel even in de arm knijpen. Maar intussen heb ik de smaak te pakken: ik hoop nog vaker met stemmen en akoestische instrumenten te werken. Ik wil de routine geen kans geven, mijn muziek moet openstaan voor het onverwachte. Anders dreigt de ziel eruit te verdwijnen.’
DIRK STEENHAUT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier