zaterdag 5/7, 12.05 – één

Vanaf zaterdag 5 juli loodst wielerjournalist Michel Wuyts ons weer dagelijks door (de Ronde van) Frankrijk, ondertussen alweer voor de 21e keer. Sinds hij in 1991 voor het eerst in de commentaarkabine postvatte, is zijn lyrisch enthousiasme hoorbaar niet getemperd.

‘Ik doe het met veel meer gerustheid, nagenoeg zonder stress’, aldus Wuyts. ‘Terwijl me die in de beginperiode wel eens parten kon spelen. Begin jaren negentig was de Tour een overweldigend gebeuren voor mij, en een heuse overlevingstocht. En toen Jan Ullrich in 1997 de troon besteeg en Armstrong twee jaar later binnendrong, werd het nóg grootser. Dat ‘gigantisme’ is sindsdiens zeker niet afgenomen, maar door het afhaken van ZDF en ARD – en ook nog wat Angelsaksische tv-zenders – na de perikelen omtrent Armstrong, heb ik het gevoel dat ik weer een beetje kan ademen tijdens mijn werk.’

Wat houdt je als wielerverslaggever in het spreekwoordelijke zadel?

MICHEL WUYTS: Mijn taal verbeteren. Vreemd, hé, maar eigenlijk ook wel logisch. Ik heb ervaren dat taal nooit af is. Het is een instrument waaraan je voortdurend moet schaven. Wat het traject, de deelnemers en de uitslagen betreft, durf ik te zeggen dat het ondertussen routine geworden is. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik mijn vak routineus uitoefen. Ik probeer alert te blijven, ik hou alles tot in de kleinste details bij.

Men heeft mij eens gezegd dat het brein van een livecommentator drie keer zo snel functioneert. Wat ik me daarbij moet voorstellen, zou ik eens aan mijn dochter moeten vragen. Zij doctoreert in de psychologie. Maar ik denk wel dat het onder mijn schedeldak een verhitte boel is.

Wat is er in jouw ogen doorheen de jaren het sterkst veranderd?

WUYTS: De uitzendduur. Die is verdubbeld, in sommige gevallen zelfs verdrievoudigd. Als ik het goed heb, staan we dit jaar voor een reeks van tien ritten die we integraal tonen. Dat betekent dat je ruim een uur voor de officiële start op je troontje zit, waarna je vertrokken bent voor een uitzending van zes à zeven uur. Daarna volgt dikwijls nog een lange trip naar de volgende startplaats, wat vier uur kan duren als je in het gebergte zit. En je moet als commentator altijd vooruitdenken, anticiperen, met de uitzending van morgen in je hoofd zitten terwijl die van vandaag nog bezig is.

Wat verwacht je van de nieuwe Tour, wie zijn de grootste kanshebbers?

WUYTS: Het ziet ernaar uit dat we op een duel afstevenen tussen de nieuwe heerser Froome en zijn voorganger Contador. Dat is op zich al een leuk gegeven, omdat je een soort afrekening krijgt tussen de oude grootheid en degene die hem pas vorig jaar van de troon heeft gestoten. Laat ons hopen dat een van de uitdagers niet te snel uitgeteld in de hoek ligt.

Kan Jurgen Van Den Broeck nog eens het podium halen, denk je?

WUYTS: Alleen als een aantal van de andere toppers falen. En in elke Tour is er wel iemand die faalt. Bovendien kondigt het parcours zich zo pittig aan dat ik vrees dat we onderweg wel één of twee kandidaten voor het podium, zelfs voor de gele trui, zullen moeten achterlaten.

Zul je ooit afscheid kunnen nemen van de wielersport?

WUYTS: Dat denk ik wel. Ik heb nog andere uitdagingen in het verschiet, want ik voel me nog zeer jong. Ik denk dat ik nog wel wat te schrijven heb, bijvoorbeeld. Bovendien weet ik dat je in dit vak nooit verder vooruit kunt kijken dan drie jaar. De Tour en tal van andere rittenkoersen zitten nog wel een poosje bij de VRT, maar ondertussen zal er opnieuw onderhandeld worden. En dan kun je alleen maar hopen dat je bazen van sport houden, en dat ze bij die onderhandelingen het wielrennen naar zich toe trekken, zodat wij ons beroep in de beste omstandigheden kunnen voortzetten. ANDREAS ILEGEMS

ANDREAS ILEGEMS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content