Reyers laat

© © VRT - 2010 Lies Willaert
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Elke weekdag, 23.00 – CanvasIk weiger er dieper over na te denken, maar ik heb een zwak – niets seksueels – voor oudere knorrige mannen. Mannen die beseffen dat behaagziekte in hun geval veeleer potsierlijk dan productief is. Mannen ook, die een hekel hebben aan gezeik. Laat het nu precies zo’n man zijn die Big Miss Phara vervangt aan de tafel waarboven ooit in blauw neonlicht haar naam flikkerde. ‘Dirk’, wilde een ijverige decorjongen daar nu in rozige krulletters hangen. Eén blik van Dirk volstond om hem met zijn laddertje en piepende Crocs achter de coulissen te doen verdwijnen. Als Dirk zich aan iets meer ergert dan aan Crocs, dan wel aan de verderfelijke trend om programma’s naar hun presentatoren te benoemen. Het programma wordt ’s avonds laat van op de Reyerslaan uitgezonden? Reyers Laat. Klaar. Geen gezeik, ik zei het al. Als Van Gils de good cop is, dan is Abrams de bad en ugly cop. De tactiek die in Amerikaanse televisieseries en hun Belgische derivaten blijkt te werken, zorgt nu ook in Reyers Laat voor verbaal vuurwerk. Al bleven de spetterende momenten de eerste aflevering nog een beetje te veel de uitzondering op de regel.

‘Waarom er eigenlijk geen borden bestaan met ‘Dilbeek, waar iedereen welkom is?’, wilde bijvoorbeeld de lentefrisse wereldkampioen jumping Philippe Le Jeune van de al even lentefrisse Vlaams-nationalist Siegfried Bracke weten. Bracke sputterde iets over ‘dat meneer Le Jeune geen idee had van hoe het was om daar te wonen, om dag in dag uit de oprukkende verfransing te voelen’. De discussie tussen Le Jeune en de N-VA’ers Bracke en Liesbeth Homans had voor mij best wat dieper mogen gaan. Ook het gesprek tussen Homans en Bracke zelf had tot interessante ontdekkingen kunnen leiden. De minachting die Homans – de echte nummer 2 van de partij – voor Bracke – de ingekochte nummer 2 – voelt, droop overvloedig van haar gezicht. Als zelfverklaarde mediatrainer had Siegfried haar nochtans vooraf gewaarschuwd. Drie dingen moest ze absoluut laten in de buurt van camera’s: het al te duidelijk tonen van die minachting, zichtbare bh-bandjes en de N-VA een club noemen. Homans was nauwelijks twee maal vijf seconden in beeld of ze had álle gouden raad van de blaaskaak krachtdadig aan haar leren laarzen gelapt. Ten slotte was zij, alleen zij, het klankbord van hun grote Manitou. Als ze haar T-shirt over haar schouder wil laten zakken, dan doet ze dat. Trouwens, Bart ziet dat graag. En de N-VA was een club, een échte club met échte vrienden, tot herr Siegfried meende dat alleen zijn voornaam volstond om bij die club te horen.

Niet dat Homans dit zei, maar ze dacht het des te meer. Denk ik. Ik kreeg het niet te horen, want Els Op de Weert moest er ook nog bij. Els wie? Els-die-ooit-valselijk-beschuldigd-was, kwam vertellen hoe het was om als beklaagde voor assisen te staan. Alsof we via haar hersenen in die van Els Clottemans konden stappen. Dat was het idee. Het sloeg nergens op en ook het gesprek reed zich vast in een modderige berm. Abrams rommelde wat in zijn papieren, Van Gils vroeg met het medeleven van de good cop ‘hoe is het nu met u?’ en Els ratelde door. Tot Abrams ‘Lieven, het is tijd’ bromde. Ik hoop dat de brombeer in Abrams alert blijft en dat beide heren zin hebben om dossiers te vreten zodat er eindelijk weer échte vragen gesteld worden. Aan nog meer geknabbel en gebabbel heeft de wereld van vandaag geen nood.

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de nieuwe blog Testbeeld op KNACKFOCUS.BE

Tine Hens

Als Lieven Van Gils de good cop is, dan is Dirk Abrams de bad en ugly cop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content