RAPHAEL SAADIQ – ‘Doe mij maar vrouwen met een dik gat’

Vijftien jaar geleden zat hij nog in een kleffe boysband, vandaag presenteert hij zich als de gemeenschappelijke brother van Stevie Wonder en Chuck Berry. Een blik in de soul van Raphael Saadiq. ‘Drie van mijn broers zijn jong gestorven en een van mijn zussen is verongelukt, maar het is dankzij hen dat ik het zo ver heb geschopt.’

Er heeft altijd al oude soul in je muziek doorgeklonken, maar op ‘The Way I See It’ greep je drie jaar geleden voor het eerst heel nadrukkelijk terug naar de sound van Stax en Motown. Vanwaar die plotse retrobeweging?

Raphael Saadiq: Daar was een heel concrete aanleiding voor. Ergens in 2004 was me gevraagd om in een televisieshow een nummer van Marvin Gaye te zingen. Ik koos voor Ain’t That Peculiar en liet me speciaal voor de gelegenheid een nieuw kostuum maken. Het is te zeggen, een ouderwets kostuum: een blinkend gouden pak met zo’n superfijn retrodasje. Toen ik dat stond te passen en ik mezelf in de spiegel bekeek, dacht ik al: ‘Hm, jij ziet er niet slecht uit, Raphael!’ (Lacht) Tijdens de show klópte het plaatje gewoon. De muziek, dat pak, de moves die ik maakte: het voelde alsof ik een nieuwe identiteit ontdekt had, ook al speelde ik Marvin Gaye.

Tijdens mijn lopende tournee ben ik die kleren blijven dragen, en Ain’t That Peculiar werd de opener van de show. Het bleek een voltreffer: mensen die me al een tijdje niet meer live hadden gezien, gingen uit hun dak. Er was een nieuwe Raphael Saadiq opgestaan. Dat zag ik achteraf ook op de foto’s. Ik had de vroegere fotograaf van The Grateful Dead op tournee meegenomen en toen ik naderhand op zijn computer door de beelden ging, sprong het beeld plots op zwart-wit: dát was het beslissende moment. Toen wist ik: die vintage feel van de oude Motown, inclusief de kleren en de dance moves, dat was waar ik heen moest. Ik heb als het ware geprobeerd om bij die foto’s een plaat te schrijven: dat was The Way I Feel It.

Gek genoeg kwam die plaat pardoes midden in een heuse revival van soulmuziek.

Saadiq: Ja, het was heel vreemd om vast te stellen dat andere artiesten rond dezelfde tijd met iets soortgelijks bezig waren. Ik heb er geen verklaring voor. Soms hangt zoiets in de lucht, I guess.

Met die titel, ‘The Way I See It’, leek je die retrosound wel persoonlijk te claimen.

Saadiq: Dat was ook wel een beetje zo. Mensen vroegen me geregeld of ik mijn inspiratie bij Amy Winehouse had gehaald. Tja. Begrijp me niet verkeerd, ik houd van haar muziek, maar ik vond het op z’n zachtst gezegd een beetje bizar dat de heropleving van die oude soul haast exclusief met blanke artiesten als zij werd geassocieerd. Door te zeggen ‘This is the way I see it’, wilde ik er de aandacht op vestigen dat soul toch voornamelijk zwarte roots heeft.

Op het nieuwe ‘Stone Rollin” vermeng je die oude soul nu met vroege rock-‘n-roll en rhythm & blues.

Saadiq: Ja, ik heb soulmuziek met een groovy blues geïnjecteerd. Als ik op deze weg doorga, is de volgende een funky soulplaat en die daarna een psychedelische of zoiets. (Lacht)

Je gaat op ‘Stone Rollin” wel érg ver in de creatie van een ‘vintage feel’. De typografie van de titel, het bubblegumblazende meisje op de hoes, de transistorradio’s in de clip van ‘Radio’: je lijkt de gimmicks niet te schuwen.

Saadiq: Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik vind het er zeker niet over. Dat beeld van dat meisje dat kauwgum staat te blazen, is toevallig op de hoes beland. Eigenlijk moest er een foto van mij opstaan, maar na de shoot met figuranten sprong dat beeld eruit.

Single ‘Radio’ klinkt als Stevie Wonder met The Beatles als backing band.

Saadiq: Daar zit iets in. Zelf dacht ik meer aan Stevie Wonder met Chuck Berry op gitaar. Maar: The Beatles speelden óók Chuck Berry na. Iederéén wilde in de jaren 60 Chuck Berry zijn.

Klopt het trouwens dat jij Stevie Wonder kunt bellen als je daar zin in hebt?

Saadiq: Ik heb zijn gsm-nummer, ja. En daar ben ik ontzettend dankbaar voor, want hij is een persoonlijke held én een legende. Ik bedoel: Stevie kan verhalen vertellen over Marvin Gaye, Ed Kendricks van The Temptations, Diana Ross en The Supremes, Michael Jackson. En over Berry Gordy, niet te vergeten, de oprichter van Motown. Maar als ik er één Motownlegende zou mogen uithalen met wie ik dolgraag eens wil praten, is het Smokey Robinson. (Slaakt een zucht van bewondering) Smokey is dé man, de Picasso van de muziek. Vorig jaar heeft hij me na een optreden eens in zijn kleedkamer uitgenodigd, maar de omstandigheden waren er niet naar om een persoonlijk gesprek aan te gaan. Dat is mijn uitdaging voor dit jaar: eens onder vier ogen samen zitten met Smokey.

Op YouTube zag ik laatst een filmpje waarin je een rondleiding geeft in je studio. Twee foto’s tegen de muur vielen me op: van J Dilla en van James Brown.

Saadiq: Eén reden: het waren twee van de meest productieve en hardwerkende mensen uit de muziekindustrie. James Brown werd niet zomaar de hardest working man in show business genoemd: toen hij stierf, stond zijn agenda nog voor verschillende jaren gevuld met afspraken en optredens. Hetzelfde geldt voor J Dilla: hij was zo’n beetje de hardst werkende man in de hiphop. Dus als ik moe word in de studio en ik van pure uitputting gemakzuchtig dreig te worden, dan hoef ik maar even naar die foto’s te kijken om mezelf eraan te herinneren dat ik niet lui mag zijn. James Brown en J Dilla houden me scherp.

In de liner notes van ‘Stone Rollin” bedank je onder meer ene Katherine Alves, ‘my secret weapon, and let’s keep it that way’. Mag ik toch zo onbeleefd zijn om te vragen wie dat geheime wapen precies is?

Saadiq:(Glimlacht) Mijn boekhoudster.

Neen, serieus.

Saadiq: Echt! Katherine doet mijn belastingen and keeps my black ass out of jail: ik heb veel aan haar te danken. Ze is echt mijn geheime wapen. (Lacht)

Over de bajes gesproken, in ‘Good Man’ zing je: ‘Never did time, maybe just once’. Waarvoor dan wel?

Saadiq: Goed geprobeerd, maar dat nummer gaat niet over mij, wel over een vriend van mij. Hij is ooit onterecht in de nor gedraaid voor huiselijk geweld. Het gebeurt zo vaak in Amerika: blanke vrouw heeft ruzie met haar zwarte man, vrouw belt de politie en beschuldigt man van partnergeweld, politie slaat de stoute zwarte man in de boeien, ook al heeft hij niets misdaan.

Hoe autobiografisch is het titelnummer van de plaat? Daarin spreek je je voorkeur voor mollige vrouwen uit.

Saadiq:(Lacht) Oké, nú heb je me. Ik houd van dikke vrouwen, want wat is er mooier aan een vrouw dan volle rondingen? Ik heb mijn vrouwen graag voluptueus. Doe mij maar liever meiden met een stevig achterwerk dan die magere panlatjes. Ze weerspiegelen datgene waarnaar ik in een vrouw op zoek ben: big ladies ain’t built for speed, they’re built for comfort.

In slotsong ‘The Answer’ heb je het over je jeugd. ‘It was scary but life was good’, zing je daarover. Als tweede jongste van veertien kinderen heb je wellicht een aparte jeugd gehad.

Saadiq: Dat is het minste wat je kunt zeggen. Veel mensen denken dat ik het als nakomertje veel makkelijker heb gehad dan mijn broertjes en zusjes – je ziet ze denken dat ik een verwend joch moet zijn geweest – maar ik kan je verzekeren van niet. Om te beginnen ben ik helemaal niet in een groot nest opgevoed. De acht kinderen die mijn vader al bij zijn vorige vrouw had, woonden bij háár. Bovendien zijn drie van mijn broers jong gestorven: één is vermoord, één stierf aan een overdosis, één pleegde zelfmoord. Een van mijn zussen is dan weer verongelukt. Eigenlijk woonde ik maar met één zus samen. Het enige voordeel was dat ik als nakomertje veel van de anderen heb kunnen leren, dat ik onderweg veel advies en levenslessen heb opgeraapt. Dat is, denk ik, ook de reden waarom ik het in vergelijking met mijn broers en zussen veel verder heb geschopt. Eigenlijk kom ik uit een kansarm nest. Niet dat we in erbarmelijke omstandigheden leefden, maar ik herinner me onze buurt in Oakland (nabij San Francisco; nvdr.) toch als een kluwen van getto’s, met veel rare kwieten en een hoop criminaliteit. Soms leek het wel Irak. Toen ik voor het eerst James Brown over de ‘concrete jungle’ hoorde zingen, wist ik precies wat hij bedoelde. Wij woonden ook in een jungle, al was hij dan geplaveid. En ik moest er elke dag doorheen zien te komen. Mijn ouders hadden het geld niet om me met de bus naar school te sturen, dus vanaf de derde klas ging ik te voet. Daar mag ik nu niet aan dénken of ik word niet goed. Een gastje van negen of tien door zo’n betonnen jungle sturen: dat was levensgevaarlijk. Het is een wonder dat ik hier nu voor je zit.

STONE ROLLIN’

Uit bij Columbia.

RAPHAEL SAADIQ LIVE

16/7, Gent Jazz Festival.

DOOR VINCENT BYLOO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content