Elke dag een beetje treinen – België viert in 2010 175 jaar spoorwegen: De ideale gelegenheid om via documentaires, journaalbeelden en promomateriaal een geschiedenis te compileren.

1919-2010

Films: ***

Extra’s:

Cinematek

Is het niet symbolisch? In zijn inleiding verwijst Erik Martens, hoofdredacteur van de Cinematekreeks, naar de broers Lumière die met hun L’arrivée d’un train en gare de la Ciotat op 28 december 1895 de nietsvermoedende toeschouwers uit hun stoelen deden vluchten. De cinema was geboren. Het ijzeren ros, zoals de trein werd omschreven, heeft in de cinema steeds een belangrijke rol gespeeld. De vaart van de treinstellen en de sensatie van de beweging zijn ook erg cinematografisch.

Rail overloopt niet alleen een stuk Belgische spoorweggeschiedenis, maar biedt tevens een staalkaart van de geschiedenis van de film. De focus ligt daarbij vooral op de technologische evolutie en de manier waarop het beeld gebezigd werd – alsook de manier van kijken – om promotie te voeren doorheen een dikke eeuw trein- en filmgeschiedenis.

Vooreerst: een beknopte geschiedenis. De eerste spoorlijn ter wereld dateert van 1825, liep tussen Stockton en Darlington in Engeland en diende voor het vervoer van steenkool. Van personenvervoer was er pas sprake vanaf 1830. In België was het wachten tot op 5 mei 1835 de lijn Brussel-Mechelen werd ingewijd. Eind dat jaar verliet de eerste locomotief van landelijke makelij – Le Belge – het atelier van John Cockerill in Seraing. Het duurde echter nog tot 1926 voor de Belgische staat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen oprichtte, als gevolg van de financiële crisis na WO I.

De verzameling clips, journaalbeelden en documentaires gemaakt in opdracht van de NMBS geeft tevens een kijk op een kleine eeuw België – denk aan de gebouwen rond het Noordstation anno 1927, het gebombardeerde station van Deinze in 1919 of de laatste stoomtrein in Denderleeuw uit 1966. De architectuur, de kledij, het transport en de didactische commentaarstem – genre ‘het is dankzij de nationale spoorwegen dat het land arbeiden kan’ – zijn afwisselend grappig, aandoenlijk, pakkend en revelerend.

Een van de beste en visueel interessantste bijdragen is de opdrachtfilm Langs het spoor (1952) van Charles Dekeukelaire. Dekeukelaire draaide voor de NMBS een didactische documentaire over de veelheid aan werkzaamheden om en rond het spoor. In een strakke, maar dynamische mise-en-scène maakte hij dankbaar gebruik van de energieke kwaliteiten van zijn onderwerp. In Raf Haentjes’ documentaire De tijd van de stoom (1966) wordt dan weer de dagtaak van een ploeg machinisten en stokers gevolgd – van het moment dat ze door moeder de vrouw uit bed geroepen worden tot de deugddoende pint in het café na een zware werkdag. Jawel, reality-tv avant la lettre en beter dan wat tegenwoordig dagelijks de schermen teistert.

Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content