‘QUELLE BÊTE!’
Marion Cotillard, de bekendste en best betaalde Franse filmster van het moment, werkte voor ‘De rouille et d’os’ samen met Jacques Audiard, de meest bejubelde Franse regisseur. En met Matthias Schoenaerts natuurlijk. ‘Wat gebeurt er niet allemaal in die ogen!’
‘Gaat het? Kon je je inhouden?’, vraagt een vrouwelijke collega na afloop van mijn rendez-vous met Marion Cotillard (36). Een onnozele vraag. En toch ook weer niet. Cotillard is très verleidelijk. Hakken van meer dan een decimeter, zwart gelakte nagels, haar in een dot en zo tenger dat ik het venster niet durfde te openen uit schrik dat ze zou wegwaaien. Haar dunne kleedje met hartjes was zo kort dat ze verplicht was om linker- over rechterbeen te leggen en zo meer dan een half uur te blijven zitten. Dat mijn blik niet afdwaalde, dankt ze aan haar ogen, die voorpret uitstralen. ‘Ik voel me een klein meisje dat een enorm geschenk mag openen’, zei ze op fluistertoon. ‘Ik mag naar Cannes voor een film van Jacques Audiard en dat stemt me heel gelukkig.’
VORIG JAAR WAS ZE ER NIET BIJ OP HET festival, ook al speelde ze mee in openingsfilm Midnight in Paris: ze was net bevallen van Marcel, haar zoon met de Franse acteur en regisseur Guillaume Canet ( Les petits mouchoirs). Lang zwangerschapsverlof was haar niet gegund, want een paar weken later moest ze al op de set van The Dark Knight Rises staan, het slotstuk van Christopher Nolans Batman-trilogie. De opnames van De rouille et d’os begonnen vlak daarna, op een moment dat ze contractueel nog kon worden teruggeroepen naar Californië voor extra shoots. Wat ook gebeurde. ‘We moesten de tijd te slim af zijn’, glimlacht Cotillard. ‘Dat was nieuw voor mij. Ik heb de gewoonte om me grondig voor te bereiden, om mijn personage en haar verhaal te doorgronden voor ik op de set kom. Ook Jacques werkt graag op voorhand met zijn acteurs. Hij noch ik hadden daar deze keer de tijd voor. We hebben ons zelfs afgevraagd of we er wel aan zouden beginnen.’
Je speelt Stéphanie, een orkatrainster die na een accident van de ene op de andere dag alles kwijt is. Stel dat jou dat ooit overkomt, wat dan?
COTILLARD: Er is een groot verschil tussen Stéphanie en mij. Zij lijkt tijdens haar shows te genieten van de aandacht van het publiek, maar dat is slechts schijn. Nog voor het ongeval haar treft, is het binnen in haar al zo donker als tijdens de somberste nachten. Dat heb ik niet. Ik houd van mijn levensweg. Ik blijf maar evolueren, experimenteren en nieuwe ontdekkingen doen. Ja, daar komt wellicht ooit een einde aan. Uit eigen overwegingen. Of omdat de tijd er rijp voor is. Dan zie ik wel hoe lang ik erover doe om het te aanvaarden. Ik leef sowieso in het heden, ik denk zelden na over de toekomst. Ik stel me hoogstens eens voor hoe het zou zijn om grootmoeder te worden. (Lacht)
Stéphanie vergaapt zich tijdens clandestiene gevechten aan het lichaam van bokser Ali, gespeeld door Matthias Schoenaerts. Wat voelt ze?
COTILLARD: Ik kan je alleen maar vertellen wat ik zelf voelde: opluchting. Misschien was het zelfs meer: een soort genot dat je associeert met fysieke liefde. Ik begrijp de energie die vrijkomt tijdens zo’n gevecht en de nood om te voelen dat je leeft. Stéphanie voelt het leven kloppen als ze die mannen op elkaar ziet inbeuken. Kennen we niet allemaal die behoefte om te voelen dat we leven? Alleen verbergen we het soms, of negeren we het nare gevoel dat we niet ten volle léven.
Welke indruk heeft Matthias nagelaten?
COTILLARD: Hij is subliem, een immens acteur. Ik onthoud zijn charisma, zijn puurheid en zijn plezier in zijn werk.
Ik kende Matthias helemaal niet toen we voor het eerst aan elkaar voorgesteld werden: Rundskop heb ik pas later gezien. Ik had zelfs nog geen foto van hem onder ogen gehad toen we bij Jacques thuis aankwamen om het scenario door te nemen. En toch herkende ik hem meteen. Et quelle belle bête! Zijn présence is extreem sterk, magnetiseert. Hij heeft iets kinds over zich, iets poëtisch ook. Terwijl het toch een echte man is. En wat gebeurt er niet allemaal in die ogen!
Heb jij jouw man aangeraden om Schoenaerts een rol te geven in ‘Blood Ties’, zijn nieuwe thriller met Clive Owen, James Caan en jezelf?
COTILLARD: Euh… Ik weet niet meer hoe het precies in zijn werk gegaan is, maar ik heb Guillaume vast wel verteld over Matthias. Zo’n innige ervaring is vrij zeldzaam, en bovendien is hij nog maar pas ontdekt. Daarna heeft Guillaume Matthias aan het werk gezien in Bullhead, en dat was overtuigend genoeg.
Je was de dertig al voorbij toen je doorbrak als Edith Piaf in ‘La Môme’. Klopt het dat je voordien overwoog om de handdoek in de ring te gooien?
COTILLARD: Ik weigerde te erkennen dat ik niet alleen verlangde naar grote rollen in grote verhalen, maar ook naar iets groots. Ik kon maar niet toegeven dat ik écht ambitieus ben en écht bekeken wil worden. En dat remde me. Het keerpunt was een eenzame reis door India. Een wijze Indiër nodigde me op een dag bij hem thuis uit. Ik deed hem mijn verhaal en hij wees me op mijn paradox. ‘Enerzijds ben je ontevreden over hoe het voor je loopt, anderzijds weiger je zaken te aanvaarden die bij jouw beroep horen. Als je je verlangens niet erkent, kan het je niet voor de wind gaan’, zei hij. Die woorden zijn door mijn hoofd blijven spoken. Zachtjesaan heb ik aanvaard dat ambitie geen vies woord is.
Dacht je aan die Indiër toen je voor ‘La Môme’ de Oscar voor beste actrice won?
COTILLARD: Neen, mijn gedachten gingen eerst naar regisseur Olivier Dahan en daarna naar Edith Piaf. Zij hebben mijn leven veranderd.
Met rollen in ‘Inception’, ‘Public Enemies’, ‘Contagion’, ‘Midnight in Paris’ en straks de nieuwe Batman-film ben je nu, vier jaar later, helemaal doorgebroken in de VS. Sta je daar zelf niet van te kijken?
COTILLARD: Helemaal! Ik ben aan het Amerikaanse avontuur begonnen in de veronderstelling dat het een eenmalige ervaring zou zijn, dat ik na één rol weer naar huis gestuurd zou worden. Wist ik veel dat ik jaren zou blijven en dat de rollen steeds groter zouden worden.
Is de volgende stap een hoofdrol in een Amerikaanse film?
COTILLARD: Goh, de dingen die ik nu al heb gedaan in de VS waren misschien bijrollen, maar zeker geen kleine. Een rol is trouwens nooit klein. Qua schermtijd stelde mijn vertolking in Un long dimanche de fiançailles van Jean-Pierre Jeunet niet veel voor, maar het was wel een plezier om Tina Lombardi te spelen én het leverde veel erkenning op.
Toegegeven: toen Jacques aanklopte voor De rouille et d’os was de zin groot om nog eens te investeren in een hoofdrol met diepgang, in een personage dat het verhaal van begin tot einde draagt. Ondertussen heb ik ook al mijn eerste hoofdrol in een Amerikaanse film gescoord, meer bepaald in de nieuwste van James Gray (regisseur van onder andere We Own the Night, nvdr).
Tot slot: kijk je anders tegen je beroep aan, sinds je moeder bent?
COTILLARD: Moeilijke vraag… Ik heb me al afgevraagd wat ik zou gedaan hebben als ik al een kind had gehad ten tijde van La Môme. Ik weet niet of ik me zo zou hebben kunnen smijten. Ik meen van wel. Meer zelfs: ik ben geneigd te denken dat ik nog net zo veel investeer in een rol als voor mijn bevalling. Tegelijk heb ik er wel een tweede leven bijgekregen – eentje naast de set. Vroeger bleef een personage gedurende de hele opnameperiode aan mij kleven, ook wanneer ik thuis was. Dat kan niet langer. Ik kan écht geen personage achter me aan slepen als ik bij mijn zoontje ben. Hij zou voelen dat er iets scheelt.
DE ROUILLE ET D’OS
Nu in de bioscoop.
DOOR NIELS RUËLL
MARION COTILLARD: ‘MATTHIAS MAGNETISEERT. HIJ HEEFT IETS KINDS OVER ZICH, IETS POËTISCH OOK. TERWIJL HIJ TOCH EEN ECHTE MAN IS.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier