Axl Peleman is alomtegenwoordig: volgende week donderdag staat hij met Camden op Marktrock (www.marktrock.be), en ondertussen overloopt hij de popgeschiedenis in het zomerprogramma ‘Aan Tafel’.

1. Was je vroeger een zware festivalganger?

Voor ik er zelf speelde, was ik een zware festivalganger. Toen ik 13 was, ging ik voor het eerst naar Pinkpop – het legendarische jaar met Red Hot Chili Peppers, en daarna Joe Cocker: na drie nummers verliet die het podium omdat er iemand in de wei een vuurtje aan het stoken was. De organisator dreigde ermee dat Cocker zou wegblijven als ze dat vuur niet doofden. Vijf minuten later stond de wei in lichterlaaie (lacht)!

2. Camdens optreden op Marktrock maakt deel uit van de ‘does The Police’-tournee, waarin jullie covers van die groep spelen. Leer je zaken bij van Stings basspel?

Sting gebruikte eigenlijk erg logische en overzichtelijke zang- en baslijnen. Persoonlijk vind ik Henny Vrienten veel straffer: de rock-reggae van Doe Maar is ingewikkelder – hoewel dat misschien als blasfemie klinkt (lacht).

3. Waarom dan dat eerbetoon?

Voor het publiek en de fans: met Camden hebben we nog maar één plaat gemaakt, en met die songs stonden we al op elk mogelijk podium. En de volgende plaat komt pas volgend jaar in januari uit. We wilden vermijden dat wijzelf of het publiek die nummers te vaak opnieuw zouden horen. En we zijn natuurlijk ook Police-fans.

4. De single van jullie volgende plaat zal ‘Survive the Nineties’ heten, maar jij wilde hem ‘Ludo Mariman’ noemen. Zit er nu ook een The Kids-tribute aan te komen?

Die song zal nu The Kids heten (lacht). Écht waar! Het is ook een eerbetoon aan de band van Ludo Mariman, de eerste en laatste échte punkgroep in Vlaanderen. Ik speelde vroeger zelf in enkele punkgroepjes en The Kids, die in mijn ogen veel succes hadden toen, waren een grote invloed. Het is jammer dat die punkatmosfeer nu voorgoed weg lijkt uit Antwerpen.

5. Onlangs zei je dat clips en dus het visuele aspect het laatst komen binnen de groep. Vreemd: er zou een dvd voor Camden in de maak zijn.

Daarover doen de wildste verhalen de ronde – dat klopt echt niet. Drummer Michael Schack en ik maken een dvd voor instrumentenbouwer Roland. Die firma stuurt ons prototypes die wij mogen uittesten en waarover wij een oordeel vellen. Een dvd van Camden zal er wellicht niet komen – je kunt ons maar beter in het echt zien; en onze clips kun je nog best omschrijven als ‘sympathiek’ (lacht).

6. Een ander project van jou, Automatic Buffalo met Luc De Vos, ligt stil. Voorgoed?

Een volgende plaat van Automatic Buffalo komt er wel, maar wanneer is nog niet duidelijk. Bij het vorige album zat er een week verschil tussen de release van Camden en die van Automatic Buffalo, en de platenmaatschappij maakte daar een probleem van. Mijn gezicht in twee nieuwe bands zien, zou het publiek verwarren, vond men – wat een bullshit.

7. Genius Junk is nog een zijproject. Vanwaar die naam?

Samen met Michael hou ik me ook bezig met film- en televisiemuziek. Voor ons is dat eigenlijk een geweldig praktische én betaalde oefening, want we redden het daar niet met drie akkoorden, wat wél lukt in rockmuziek. De filmmuziek ontstaat vooral uit restjes, dingen die door de groep werden geloosd. Vandaar Genius Junk: geniale rommel!

8. Je geeft je basgitaren een naam. Waarom verkoop je er dan af en toe één? Dat is als je kinderen per opbod afstaan.

Ik verkoop NOOIT een basgitaar die ik een naam gaf! De Miel bijvoorbeeld is het kneusje onder mijn basgitaren – het is zo’n Japanse Fender die héél slecht klinkt, maar dat heeft veel charme vind ik. Maar eigenlijk speel ik op bijna alle belangrijke momenten met de Miel!

9. Nog even over jouw bijdrage in ‘Aan Tafel’. Toch verbazend hoeveel mensen voor de lens willen meezingen met jou.

Ik verdeel mensen in twee groepen: de eersten zijn begaan met het eigen imago û die kun je nooit aanporren tot zingen als ze weten dat ze vals zingen. De mensen die kunnen zingen, doen wel mee, en af en toe zit daar iemand tussen met een betoverende stem – waar ik zélf jaloers op ben! De tweede groep zijn degenen die per se met hun smoel op tv willen komen. Als je die zou vragen om een orgasme te simuleren voor de camera, zouden ze het óók doen. Die mijden we natuurlijk.

10. De vergelijking met de grote Nonkel Bob komt automatisch in onze geest op, als we jou zien wiegen met je gitaar.

Zelf vind ik die vergelijking nogal mank lopen. Het is natuurlijk een compliment, maar je kunt me net zo goed vergelijken met Hendrik Conscience: dat gaat ook niet op – ik leer mijn volk in de verste verte niet zingen! Dat mensen door mij bas leren spelen, dat zou fantastisch zijn. l

door Gunter Van Assche

‘Ik ben absoluut niet de nieuwe Nonkel Bob.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content