Geert Waegeman , ooit een pionier van de crossover, levert met zijn groep Cro Magnon en de jonge wolven van (BUB) de muziek voor de multimediale productie ‘Brosella Suite’ van Pat Van Hemelrijck en het Alibi Collectief. première Op 5/3 in de Handelsbeurs, Gent. Meer info over de tournee: www.garifuna.be.

1 ‘Brosella Suite’ is een ode aan Brussel. Welke band heb jij met de hoofdstad?

Ik heb in Brussel gestudeerd en ben verliefd geworden op de gezellige wirwar van de stad. Migranten houden de straten levendig. In Brussel kan je tot zes uur ’s ochtends ladderzat in een café rondhangen, zonder dat iemand zich daaraan stoort. In andere, meer cleane steden, is dat niet langer mogelijk.

2 Voor deze productie vormen Cro Magnon en (BUB) een folkorkest dat ‘inheemse wereldmuziek’ speelt. Leg eens uit?

Dat inheemse betekent dat we geen collage nastreven. Heel wat hedendaagse fusiemuziek is een samenraapsel, waarbij je je afvraagt: What’s the point? Wat wij spelen, sluit qua gevoel aan bij wereldmuziek, al zegt die term op zich niets.

3 (BUB) werd in de folkrevival van de voorbije jaren wat over het hoofd gezien. Hoe komt dat?

Ze maken vooral voor hun plezier muziek. Ik ben zelf nog maar vier jaar voltijds muzikant en weet uit ervaring dat je als niet-professioneel weinig tijd hebt om je met de promotie bezig te houden.

4 Waarom is het zo lang stil geweest rond Cro Magnon?

De laatste vijf jaar hebben we maar mondjesmaat opgetreden, omdat ik mijn handen vol had met andere projecten. Anderhalf jaar geleden besloten we dat het enkel nog zin had om verder te gaan als we onszelf vernieuwden. Onze muziek is nu minder nerveus. Ze heeft meer flow gekregen.

5 Dé rode draad door jouw projecten is de mengeling van akoestische en elektronische instrumenten. Is dat je dada?

Ik wil een eigen klankwereld creëren en daarin slaag ik enkel als ik die twee combineer. Ik denk altijd in laagjes.

6 Hoe kijk je terug op de road movie ‘A12’, je eerste Alibi Collectief-productie waarvoor je met El Fish samenwerkte?

Tevreden. Wij zijn erin geslaagd de sfeer van de A12 op het podium neer te zetten. De muziek was niet ondergeschikt aan het beeld en vice versa. Daarom wou ik graag nog eens met Pat Van Hemelrijck in zee. Hij heeft ook een heel aparte stijl.

7 Vorig jaar rekruteerde je Tsjechische muzikanten voor het Vooruit Geluid-festival en ook op je eerste solo-cd ‘Vegetal Digitables’ was de Tsjechische inbreng behoorlijk. Wat trekt je aan in dat land?

Ik woon daar gedeeltelijk sinds ik met een Tsjechische samenleef. Wat me in die mensen aanspreekt, is dat ze nog echt hun eigen weg gaan en zich niets aantrekken van trends. Dat er lang niet zoveel te koop was in Tsjechië, stimuleerde enkel de creativiteit. Al is de situatie nu aan het keren.

8 Je kan moeilijk van muzikaal racisme beschuldigd worden. Of zijn er genres waarbij je je toch niet zo goed voelt?

Ik hou van het gevoel niet echt in een bepaalde stijl te spelen en vanuit mijn eigen ervaringen te communiceren. Bij muzikanten die aan één genre vastzitten, mis ik authenticiteit. Ze beheersen hun ambacht, maar verder gaat het niet. Maar om op je vraag te antwoorden: van tirolermuziek ben ik niet echt wild. (lacht)

9 Je componeerde al voor theater en luisterspelen. Zou je niet graag eens je tanden in een soundtrack voor een langspeelfilm zetten?

Héél graag. Maar als je ziet dat Ry Cooder tegenwoordig al bedankt voor zo’n job… Filmproducenten zijn blijkbaar niet meer geïnteresseerd in lang uitgesponnen, abstracte sfeerstukken à la de score voor Paris-Texas. Ze vragen liever rockbands die songs schrijven die de film doen verkopen.

10 Wie bewonder je?

Ry Cooder en Brian Eno, want dat zijn zowat de enigen die de voorbije vijftien jaar constant kwaliteit leverden. Pas op, er komen genoeg interessante platen uit, maar meestal blijken de makers maar één of twee ideeën te hebben en zijn ze daarna uitgepraat. Cooder en Eno zijn blijvers. l

‘Bij muzikanten die aan één genre vastzitten, mis ik authenticiteit.’

door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content